Mensen zonder partner vaak eenzaam

In 2017 ervoer 7 procent van de Nederlanders van 15 jaar of ouder sterke gevoelens van eenzaamheid. Het ontbreken van een partner in het huishouden is daarbij van belang. Alleenstaande ouders en mensen die gescheiden zijn rapporteren het vaakst dat zij sterk eenzaam zijn. Dit blijkt uit nieuwe cijfers over eenzaamheid van het CBS.

In de enquête Sociale samenhang & Welzijn zijn in 2017 vragen gesteld over eenzaamheid. Respondenten kregen een aantal stellingen voorgelegd, waarop zij met ´ja´, ´nee´ of ´min of meer´ aangaven of zij leegte om zich heen ervaren, of zij mensen hebben met wie zij zich verbonden voelen, die zij vertrouwen en op wie zij in geval van narigheid kunnen terugvallen, en of zij mensen om zich heen missen. Op grond van de scores zijn respondenten toegewezen aan de categorieën ‘sterk eenzaam’, ‘enigszins eenzaam’ en ‘niet eenzaam’. Deze categorieën zijn bepaald volgens bestaande, buiten het CBS ontwikkelde, richtlijnen.

De resultaten laten zien dat 65 procent van de Nederlanders niet eenzaam is. Bijna 30 procent is enigszins eenzaam en 7 procent ervaart een sterke mate van eenzaamheid. Deze laatsten missen niet alleen bepaalde sociale contacten, maar ervaren ook te weinig intimiteit.

Alleenstaande ouders het vaakst sterk eenzaam
Het zijn vooral de mensen zonder partner die sterk eenzaam zijn. Alleenstaande ouders ervaren relatief het vaakst sterke gevoelens van eenzaamheid. Van hen is 19 procent eenzaam. Zijn er geen kinderen, dan is de kans op sterke eenzaamheid 12 procent. Van de paren, met of zonder kinderen ervaart 5 à 6 procent sterke eenzaamheid. Ook het aandeel mensen dat enigszins eenzaam is, is onder alleenstaanden relatief groot. Dat is anderhalf keer zo hoog als onder paren.

Ook het aandeel mensen dat enigszins eenzaam is, is onder alleenstaande ouders relatief groot, namelijk 36 procent. Dat is anderhalf keer zo hoog als onder paren met of zonder kinderen. Het aandeel mensen dat zich niet eenzaam voelt, is bij alleenstaanden met of zonder kinderen in het huishouden ook relatief hoog.

Op basis van dit onderzoek kan niet worden vastgesteld of het feit dat iemand alleenstaand is de kans op eenzaamheid verhoogt, of omgekeerd, of het gevolg is van andere factoren.

Zonder partner vaker sociaal én emotioneel sterk eenzaam
Eenzaamheid kan zowel op sociaal als op emotioneel vlak voorkomen. Bij sociale eenzaamheid heeft iemand behoefte aan meer sociale contacten, terwijl bij emotionele eenzaamheid een emotioneel hechte band wordt gemist. Van de 15-plussers ervaart 12 procent sterke sociale eenzaamheid, 8 procent kampt met sterke eenzaamheid op emotioneel gebied.

Op sociaal vlak is het ontbreken van een partner een belangrijke factor bij het ervaren van sterke eenzaamheid. Alleenstaanden met of zonder kinderen rapporteren deze gevoelens het vaakst. Opvallend is dat hier ook de aanwezigheid van kinderen in huis een rol speelt. Mensen met partner maar zonder kinderen zijn in sociaal opzicht vaker sterk sociaal eenzaam dan mensen met partner én kinderen. Mensen met partner zonder kinderen verschillen niet significant van alleenstaanden zonder kinderen.

Emotionele eenzaamheid lijkt voornamelijk samen te hangen met het ontbreken van een partner. Het zijn de alleenstaanden, met of zonder thuiswonende kinderen, die het vaakst emotionele eenzaamheid ervaren. Bij het ervaren van sterke eenzaamheid op emotioneel gebied is er geen verschil tussen paren met of zonder kinderen.

Gescheidenen vaker sociaal eenzaam
Gescheidenen hebben de grootste kans om sterk eenzaam te zijn; het aandeel sterk eenzamen is bij hen bijna driemaal zo groot als voor gehuwden, verweduwden en nooit-gehuwden. Voor sociale eenzaamheid hangt het ontbreken van een partner niet voor iedereen samen met sterke eenzaamheid. Gescheidenen zijn het vaakst sterk sociaal eenzaam, weduwen en weduwnaren zijn dat verreweg het minst. Zij zijn wel relatief vaak sterk emotioneel eenzaam. Kennelijk hebben zij geen behoefte aan meer sociale contacten, maar missen zij wel vaak een hechte band met anderen.