UCI was sceptisch over BMX als olympische sport

UCI-voorzitter Patt McQuaid zegt dat hij net als de andere leden van het bestuur aanvankelijk sceptisch stond tegenover het verzoek van het IOC om BMX toe te voegen aan de Olympische Spelen als sport. Bij de opening van de Nederlandse oefenbaan op Papendal zei de Ier dat de sport zich bewezen heeft en hij nu razendenthousiast is.

"Samen met veel andere collega's, die allemaal hun wortels in het wielrennen op de weg hebben, dachten we dat het iets als skateboarden was. Niet serieus te nemen. Ik dacht dat het een lifestyle was, geen topsport. En dat moesten wij olympisch gaan maken. Daar waren we wel een beetje sceptisch over," zei McQuaid vanuit Papendal. Toen het besluit genomen werd was Hein Verbruggen nog UCI-voorzitter.

Inmiddels is het UCI helemaal om. "Deze discipline is gewoon goed voor het wielrennen in het algemeen. Zo hoorde ik gister bij de WK baanwielrennen in Apeldoorn dat een van de Nederlandse selectieleden begonnen was op een crossfiets. Dat toont de kracht van deze sport aan. Het zorgt voor een aanwas van jong talent in de wielersport. Zo zien wij BMX ook wel een beetje. Renners die hier beginnen en dan later mogelijk doorgroeien naar andere disciplines, zoals op de baan."

Maar ook het BMX zelf kan volgens McQuaid nog wel door gaan groeien. "We kijken naar de mogelijkheid om ook de BMX freestyle olympisch te maken," zei de UCI-voorziter die hierbij waarschijnlijk het succes van de freestyle-onderdelen van het snowboarden en skieën op de Olympische Winterspelen in gedachten heeft.