Carnaval met tong80 #1

Tegen heug en meug, en tegen weer en wind de pantoffels uit en de stoute schoenen aangetrokken. Een echte Bommelaar laat zich door niks en niemand tegenhouden. En al helemaal niet door een klein briesje. Het was stil in de stad. Noem het stilte voor de storm.

Onderweg naar de Appie, zou ik eerst langs de Mert motte. Die wordt met carnaval altijd verplaatst. Richting de Blokker zeg maar. Ge wit wel, van Wino. Uit Bob's handen georven. Bob, de officieuze burgemester van Bommel. Net zoals met carnaval dè de Prins carnaval is. Maarten geleuf ik. Maar dan in Mispelgat.

Wat schetste mijn verbazing. Er was helemaal gin Mert. Of zag ik iets over het hoofd? Dat krijde al snel met keinderkopkes natuurlijk. Klein bietje (krote eigenlijk.) had ik het over het hoofd gezien. Ze stonden gedrieën met de kont gekeerd naar de Gamerschestraat. Met z'n drieën idd. Ge kon er nie ins door heen lopen. Alleen erlangs. Uitkijkend voor de stoeprand. En turend in de versierde etalages.

Het had wel iets. Zo'n kneuterig klein Mertje. Om in carnavalstermen te blijven. An de Kneuterig klein. Gelukkig was de viskraam van Wilco er. Dus het haring happen hoeft met carnaval niet alleen op woensdag. Pa Ling en ma Kreel lagen ook al klaar nust de kibbelingen te kibbelen. Carnavalssausje er over heen en uitkijken veur de graadjes. Oew keel zulde nog een paar dagen goed kunnen gebruiken.

Naast Wilco stond de notenkraam. Er schalden geen carnavalsdeuntjes uit de neutjes. Maar met zo'n Mert motte niet te veel note op oew zang hebbe. De bloemetjes werden ook buiten gezet door de kraam rechts. Er hing zelfs een mooi bloemetjesgordijn veur tege de weind.

Al met al een soort Kerstsfeer, terwijl het grote gebeuren noch moet pieken. Mispelgat is er klaar voor. Toen ik met m'n zaterdagse visje langs het geboortehuis van Philips liep, moet ik wel effe aan Lampegat denken. Daar hebben ze de optocht moeten afblazen. Echt zielig. Gelukkig hebben wij spuug zat om de handen warm te wrijven.

Het visje smokte weer goed. De booiem is geleed en lut de optocht maar komen. Nie op de tocht gaan staan. Gewoon fier op in de weind. Veul leut Mispelgatters. Alaaaaaaf. En oh ja. Deinsdag staat alleen Wilco er. Als een vis in het water, of in het bier.

Herman dun Urste.