Professionalisering: vloek of zegen?

Het ligt eraan op welk vlak je dit bekijkt. In het bedrijfsleven of bij de overheid is het een zegen. Daar is het zaak je bedrijf zo efficiënt mogelijk te leiden en dat kan vaak alleen als je het zo professioneel mogelijk opzet en constant let op verbeterpunten. Dat is goed voor je bedrijf en voor je klanten. Je moet er alleen wel op letten dat je niet verzandt in bureaucratie. Je moet er een zekere mate van flexibiliteit in houden en mensen de ruimte geven hun eigen invulling aan dingen te geven. Het nadeel van professionalisering is dat daardoor alles zakelijker, afstandelijker, automatischer en daardoor kil en klinisch gemaakt wordt.

In de sport is het soms anders. Daar hangt het van de sport in kwestie af of het goed is en in hoeverre emoties en tradities een rol spelen. Neem nu de Formule 1. Daar is professionalisering een must. Ging men vroeger in levensgevaarlijke karretjes in de rondte rijden, tegenwoordig kun je een crash van meer dan tweehonderdkilometer per uur zonder noemenswaardige problemen overleven. Dat is overduidelijk een enorme vooruitgang. Los van de veiligheid voor de coureur is men in de Formule 1 constant bezig met het verbeteren van de auto. Door middel van onder andere windtunnels wordt er van alles geprobeerd om ervoor te zorgen dat ze een voorsprong op de concurrentie kunnen krijgen. Dit hoort bij de sport. Het is de technisch meest hoogstaande raceklasse en ik kan met bewondering kijken hoe ze met een kleine aanpassing per rondje een paar tiendes van een seconde kunnen winnen.

De professionalisering bij het voetballen heeft op de lange duur de sport meer slecht dan goed gedaan. Alles draait inmiddels om het geld en daar worden de wedstrijden niet altijd beter van. Het resultaat is heilig en dat gaat ten koste van het kijkplezier. Bovendien is er de bizarre paradox dat echte verbetering en professionalisering tegengehouden worden door de machthebbers om redenen die tot nog toe niet bekend zijn. Ik heb het hier over het gebruiken van camera's om te zien of een bal de doellijn heeft gepasseerd of niet. Eerlijk of het wel of niet een doelpunt lijkt me heel belangrijk, maar kennelijk zijn er bestuursleden die daar heel lang anders over gedacht hebben. De afgelopen EK's en WK's zijn er veel zuivere doelpunten afgekeurd, tot grote woede van de spelers en fans. Professionalisering in het voetbal lijkt vooral de financiële kant te raken.

Anders is het met wielrennen. Ook daar zijn ze constant met verbeteringen bezig. Het aantal tanden op en de vorm van de tandraderen, het schakelmechanisme, het ossenkopstuur voor de tijdritten, de aerodynamische helm: van alles vinden en proberen ze uit. Dit zijn soms verbeteringen ten goede, maar ook ten kwade. Neem nu de communicatie. Door gebruik te maken van de "oortjes" weten de renners op elk willekeurig moment waar in de koers ze zitten en hoeveel voorsprong of achterstand ze hebben. Dat heeft het koersen er niet leuker op gemaakt. Renners worden nu op afstand bestuurbare pionnen die de ploegleider naar behoren kan laten aanvallen, verdedigen of de kopman helpen. Weinig wordt meer aan de renner en het toeval overgelaten.

Een volgende waarschijnlijk nog ingrijpender stap is gezet door Sky, de ploeg van de Tour de France 2012 winnaar Bradley Wiggins. Sky is opgericht in 2009 en begonnen met wegraces in 2010. Het doel bij de oprichting was het binnen vijf jaar produceren van de eerste Britse winnaar van de Tour de France. Later werd dit bijgesteld naar een winnaar binnen vijf jaar. Halfverwege die vijf jaar zijn ze in hun missie geslaagd: Bradley Wiggins heeft afgelopen zondag de Tour de France gewonnen. Sterker nog, de tweede plek was ook voor hen, ook een Brit en die had waarschijnlijk ook de Tour kunnen winnen als hij niet bij zijn kopman had moeten blijven. Niets te na gesproken over de prestaties van de rijders, want daar was niets op aan te merken.

Ook niets te na gesproken over de kameraadschap binnen de ploeg en de bereidwilligheid om voor elkaar te werken, want hoe vaak zie je de gele trui drager zich een dag voor een belangrijke tijdrit uit de naad fietsen zodat de spinter van de ploeg kan winnen. Hoe vaak zie je de geletruidrager dat op de laatste dag van de Tour op de Champs d'Elysees nog een keer overdoen? Ik kan het me niet herinneren. Sterker nog: Team Sky gebruikte de dag voor de tijdrit om te oefenen voor de wegwedstrijd van de Olympische Spelen die ongetwijfeld door Cavendish gewonnen gaat worden. Het volgende bewijs van de suprematie van Team Sky en het begin van het einde van het wielrennen.

Wielrennen was van de straat. Wielrennen was een eerlijke sport, los van de valsspelers die doping gebruikten, van man tegen man. Iedereen kon die man zijn, vaak, of misschien wel juist de gewone man. Iedereen reed door dezelfde wind, dezelfde regen, dezelfde verschroeiende hitte, over dezelfde wegen tegen dezelfde bergen op. Team Sky heeft dat veranderd. Dat blijkt al uit het doel dat ze stelden bij het begin. Ze zijn niet in het wielrennen gestapt omdat ze het wielrennen zo leuk vonden en hoopten dat ze een Tourwinnaar konden produceren. Nee, ze zijn in het wielrennen gestapt om een Tourwinnaaar te produceren en wel binnen vijf jaar.

Om dat te bereiken hebben ze het wielrennen op een wetenschappelijke manier benaderd. In windtunnels en door langdurige testen hebben ze van de renner de optimale manier van presteren gevonden. In combinatie met de oortjes maakt het ze vrijwel onoverwinnelijk. De renner hoeft niet meer na te denken, maar slechts datgene te doen wat hem opgedragen wordt op een vooraf bepaalde manier. Daar is op zich niets mis mee en maakt de prestatie niet minder indrukwekkend; het haalt alleen het verrassingselement eruit. Het maakt het wielrennen niet meer ambachtelijk en een strijd van man tegen man, maar het verwordt tot een strijd wie het beste de van tevoren aangeleerde manier van fietsen uit kan voeren. Er wordt niet meer aangevallen omdat er iemand wegsprint, maar er wordt pas aangevallen 2,3 kilometer onder de top omdat vanaf dat punt met een verhoogde pedaalslag het optimale resultaat geboekt kan worden. Als uit testen blijkt dat een renner van een meter zesenzeventig het beste geschikt is om te fietsen, dan zal binnen en jaar de ploeg van Sky alleen nog maar uit renners van een meter zesenzeventig bestaan. Wielrennen moet geen wetenschap worden; wielrennen moet emotie blijven.