Leer toch eens opvoeden!

Zaterdagochtend half elf, mijn dochter heeft judoles. Tezamen met andere ouders kijk ik hoe mijn nageslacht het nageslacht van die andere ouders op de mat probeert te krijgen. Althans, dat is de bedoeling. Mijn aandacht en die van de meeste kijkende ouders wordt opgeëist door de gedragingen van de kinderen van een stel ouders die er dit keer voor het eerst zijn. Twee zijn aan het judoën en de andere vier(!) zijn bezig de kijkruimte en de aangesloten fitnessruimte aan een grondig onderzoek te onderwerpen. Daarbij doen ze van alles wat niet mag van hun vader.

De jongste schat ik een jaar of drie, de oudste, die zich op de judomat bevindt, schat ik een jaar of negen. Zes kinderen in zes jaar betekent dat de moeder, die een omvang heeft alsof er nog twee kinderen in haar zitten, in die tijd vrijwel onafgebroken zwanger moet zijn geweest. Het lijkt erop alsof dit, wat haar betreft, haar volledige inbreng aan het opvoeden van de kinderen is geweest. Pontificaal zit ze in het midden van het raam naar de judoërs te kijken en laat de vier jongsten over aan vader die deze taak absoluut niet aankan.

Moeder interesseert zich slechts voor twee van de zes en vader loopt zuchtend en steunend de overige vier te corrigeren. Niet dat ze zich iets van hem aantrekken overigens. "Niet aan die gewichten komen." "Blijf van dat apparaat af." "Laat die gewichten liggen." "Niet in het toilet." "Kom van die weegschaal af." "Wat heb ik nou gezegd? Niet aan die gewichten komen." "Niet op die bank klimmen." "Kom uit het toilet." "Ga van die bank af." Ogen, oren en mond komt hij tekort bij het corrigeren van zijn kroost. De kinderen reageren alsof ze weten dat vader alleen maar dreigt en geen straf uit zal delen. Veel geschreeuw, weinig wol.

Een van de kleinsten komt met een plastic binnenemmertje van een pedaalemmer aangelopen en verdwijnt daarmee in het toilet. "Niet in het toilet", blaat vader weer eens terwijl hij zich richting toilet begeeft. Hij trekt de kleine uit het toilet en pakt hem het emmertje af. Het ettertje reageert door te schreeuwen en huilen en maakt een slaande beweging naar zijn vader. Pa mag blij zijn dat deze nog niet zo oud is en al helemaal niet kan judoën. Vader trekt zich er niets van aan en plaatst het emmertje terug, de kleine sloper in zijn kielzog. Nog voor vader zijn plek achter het raam, waardoor wij naar het judo kijken, weer heeft ingenomen, horen alle ouders het geluid van een opengaande pedaalemmer. Alle ouders, behalve de vader en moeder. En inderdaad komt het kleine jochie twee tellen later weer met het emmertje in zijn knuistjes geklemd de ruimte ingelopen en koerst met zekere stappen af op het toilet.

Nu is er brand op twee fronten, want een ander heeft zojuist een bal van het formaat skippybal gevonden in een opslagkast en komt daar ook mee de ruimte in. Vader pakt onder veel gehuil het emmertje af en neemt gelijk de bal mee. "Niet aankomen, laat liggen die bal." Ik moet aan Toon Hermans denken. De kinderen hebben waarschijnlijk geleerd dat een verbod voor de een, niet automatisch een verbod voor de ander hoeft te betekenen, want niet veel later komt een ander met die grote bal aansjouwen. Vader brengt hem weer terug. Zijn volgende actie is om weer een ander uit het toilet te vissen. "Misschien wil hij drinken uit het fonteintje", zegt moeder die na een halfuur zich voor het eerst met de kinderen 'bemoeit'.

Na deze interventie roept moeder af en toe een corrigerend commando richting haar kinderen. Het zet niet veel zoden aan de dijk, maar het lijkt erop of moeders woorden iets meer gezag hebben dan vaders correcties. Als na drie kwartier één van de kinders bij moeder komt en haar aandacht opeist, waagt ze het om te zeggen dat ze even naar het judo wil kijken. Ze doet verdomme niets anders! Je kunt je kinderen niet altijd in de gaten houden, dat weet ik ook. Kinderen zullen altijd dingen doen die niet mogen en de grenzen opzoeken, maar als je je kinderen helemaal niet onder controle hebt en geen gevoel hebt hoe je ze op moet voeden, waarom neem je er dan in hemelsnaam zes? En als je zelf geen last hebt van hun gedrag, denk eens aan anderen zoals ik die, zo vrees ik, voortaan elke week met dit gespuis te maken krijg. Niet dat ik nou zo'n geweldige vader ben of 's werelds beste opvoeder, maar ik weet wel wanneer mijn kinderen overlast veroorzaken en wanneer ik op moet treden.