Een salontafel van een ton?

superworm is op vakantie naar Genève. Daarom deze week Gramps!

Het is al een jaar of dertig geleden. In het vorige dorp waar wij woonden had onze familie onder meer een ijzerwarenzaak. Een van de klanten dreef een gereedschapsslijperij. We hadden een goed contact met de man – Dick was een aardige vent, in Indonesië geboren uit een Nederlandse vader en een Indo moeder. Toen hij stopte met zijn bedrijf vroeg hij ons wat gereedschap over te nemen, dan konden wij het wel weer in onze winkel verkopen. Ik weet nog dat er een Finse bijl bij zat die nogal onze verbazing wekte. De snede van een normale bijl is heel spits, de snijvlakken maken een kleine hoek, zoiets als bij een mes. Deze bijl had snijvlakken die ene veel grotere hoek met elkaar maakten dan normaal, reden om aan te nemen dat het ding niet bepaald scherp was. Nou… Dick pakte de bijl en veegde het haar ermee van zijn arm. Hoewel wij toch echt wel wisten hoe je moet slijpen en wetten en altijd met scherp gereedschap werkten, hadden we dit nog nooit gezien. Dick had al eerder beweerd dat zijn manier van scherpen veel beter was dan de onze, maar daar hadden we altijd om gelachen. Na dit verhaal wisten we als het om gereedschap slijpen ging toch wat nederigheid op te brengen.

Dick had nog wat bijzonders voor mij in petto toen ik bij hem thuis ging afrekenen. Hij had in de kamer een salontafel staan. Toen ik het ding zag had ik wel meteen door dat het iets speciaals was. Dick zei: ‘als jij ook maar iets van houtbewerken weet ga je minstens een uur naar deze tafel zitten kijken. Daarna hoor je het verhaal van me’. Dat kijken heb ik gedaan. Ik zou het zo weer kunnen, maar dan nog langer. Het was een tafel uit één stuk hout, afgezien van een van de vier poten die er was aangezet. De andere drie poten maakten onderdeel uit van het stuk hout waaruit de tafel was vervaardigd. Het was teakhout, op Sumatra noemen ze het djatihout. Heel hard, moeilijk te bewerken omdat het kalk bevat, en kalk in hout maakt gereedschap snel bot. Teak is een langzaam groeiende houtsoort, stamdiameters boven de halve meter komen zelden voor. Dit was een veel grotere afmeting, maar het blok hout kwam van de plek waar de stam overgaat in het wortelstelsel, en daar is de afmeting het grootst. Desondanks moet het een reusachtige boom geweest zijn, waarschijnlijk veel meer dan vijfhonderd jaar oud.

De maker, een inlander uit een klein dorpje op Sumatra had de enorme plak hout op zijn kop gelegd en met een zaag de onderkant zodanig bewerkt dat er poten onder het blad ontstonden. Drie, voor de vierde had de stam niet genoeg afmeting, zodat hij die er later aan zette. Na de ruwe bewerking maakte hij met ander gereedschap de boel mooi glad. Het blad maakte hij bijna vijftien centimeter dik. Die grote dikte had een doel: de bovenkant ging hij voorzien van heel speciaal houtsnijwerk. Het was dat houtsnijwerk dat me een uur lang zwijgend heeft doen staren. De kunstenaar - die kwalificatie verdient de maker als geen ander – liet aan de vier kanten van de tafel een dikke rand staan en holde de rest tot een diepte van tien of twaalf centimeter uit. Hij kreeg zo een grote kom van een centimeter of zeventig in het vierkant. Dat vierkant stelde een open plek in een bos voor. Hier en daar een boom, aan de kanten tegen de opstaande rand van de tafel allemaal bomen.

 Het waanzinnige was dat hij alles uit één stuk maakte. De houtdraad liep hoofdzakelijk verticaal, maar omdat het een wortelschijf was liep de houtdraad vaak onvoorspelbare richtingen uit. Ik weet uit eigen ervaring dat houtbewerken bij een verticale houtdraad heel lastig is, met warrige houtdraad is het nog veel lastiger, ook in vurenhout, en hier was het djati. Zelfs met moderne gutsen en beitels zoals wij hier hebben zou iedereen voor de eer hebben bedankt. Niet te doen, klaar. Dick vertelde dat hij het gereedschap van de inlandse kunstenaar had gezien: een collectie scherpe ijzertjes van allerlei vorm die bij ons nog geen dubbeltje zouden opbrengen, zo onooglijk. Hij zag de man ermee werken, anders had hij niet eens geweten dat het gereedschap was.

De kunstenaar maakte het landschap zoals gezegd helemaal uit één stuk. Dat wil zeggen dat hij voor een boompje in zijn landschap alle hout eromheen moest weghalen, afhankelijk waar de houtdraad op die plaats heen ging. Zodoende kreeg je heel vreemde stamvormen, zoiets als pijnbomen bij ons. Of bonsaiboompjes, die zijn ook zelden recht van stam. Maar hij deed het, te beginnen bij de kroon en dan naar beneden werken. Gebladerte, takken, alles gedetailleerd. Op de takken kleine figuurtjes van kinderen, apen en vogels. Alles precies op schaal. En iedere boom. tak, bladerkroon en figuurtje weer anders.

Ik kan als houtbewerker echt wel zien waar iets uit twee delen is gemaakt maar ik heb nergens, ook na lang speuren iets van samenstelling of reparatie kunnen vinden. Gramps heeft afgezien van soms een oooh of een aaah een heel uur lang zijn klep gehouden, en dat wil bij mij wat zeggen. Ik heb veel kunst gezien, maar ik denk niet dat ik ooit weer zo onder de indruk zal zijn. Dick vertelde dat hij de tafel rechtstreeks van de maker had gekocht, voor een bedrag van omgerekend 600 gulden. De kunstenaar had er een jaar werk aan gehad, zeven dagen per week, zeker tien uur per dag. Dat is per uur…. En hij was uiterst tevreden met de prijs, hij had daarmee een goed jaar. Ik heb geprobeerd te besommen wat zoiets nu hier zou kosten. Een ton zou te geef zijn.

Dick had thuis een glasplaat over het tafereel gelegd en gebruikte de tafel gewoon. Ik voelde op mijn klompen aan dat geld bieden een soort heiligschennis zou zijn, ik heb het dus ook niet gedaan. Maar als ik nu de Staatsloterij zou winnen en de erven van Dick wilden wel van het erfstuk af, dan zou ik zo een ton bieden.

Voor een tafel.