Zo'n gast zie je liever gaan

Eigenlijk heb ik geen idee hoe lang ik geen columns heb geschreven, maar de laatste was in ieder geval voor 1 maart dit jaar. Dat is dus zeker vier maanden niks te lezen van mijn hand. Hoe hebt u dat uitgehouden, zal ik maar denken. Er was wel een oorzaak voor mijn afwezigheid bij FOK! Die oorzaak bracht me zelfs zo van mijn stuk dat ik me niet eens heb afgemeld als columnist. En dat realiseerde ik me pas toen ik het plan opvatte om weer eens wat te gaan schrijven. Kun je nagaan hoe erg de boel bij mij op zijn kop stond. Gelukkig blijk ik gewoon weer welkom, dus wat dat betreft hoef ik me geen zorgen te maken.

Ik kreeg een gast die nogal wat met zich meebracht. Hij beheerste mijn hele leven in de tijd dat hij er was. Na zijn vertrek zal mijn leven ook niet terug gaan naar het ouwe tempo; alles is voorgoed anders geworden, of ik dat nou leuk vind of niet. Ik zal ermee moeten leren leven, zoals dat heet. Men denkt dat na die opmerking, meestal geuit door een arts, het leven een keer ten kwade neemt, maar dat is in mijn geval niet zo. Mijn leven wordt rijker en intenser, dat weet ik nu al, want ik maak dat iedere dag mee. Een onwelkome gast die een mooi cadeau achterlaat? Gramps, leg nou eindelijk eens uit. Ja ja, ik begin NU.

Begin maart werd ik ziek, in mijn leventje iets heel bijzonders. De laatste keer dat ik echt ziek werd was begin 1971. Daarna was het soms een minder dagje, maar verder geen problemen. Het kwam een beetje onverwacht, want alle seintjes stonden al maandenlang op groen. Ik was bezig met afvallen en dat lukt wonderwel, er waren toen al meer dan 20 kilo's vertrokken. Dat merk een mens bij alles wat hij doet. Ook mijn COPD-longetjes gingen het wat beter doen door dat lagere gewicht, dus al met al was ik helemaal niet voorbereid op een ziekte.
Ik bleek longontsteking te hebben, en zoals dat hoort te gaan in onze nine-to-five maatschappij gebeurde dat natuurlijk in het weekend, zodat ik naar de huisartsenpost in het Meander ziekenhuis mocht om de diagnose aan te horen en medicijnen te krijgen. In de nacht van zondag op maandag kreeg ik pijn tussen mijn schouderbladen, reden om de huisarts te bezoeken.

Daar begon de achtbaan in emotionele zin. Na een onderzoek door de huisarts moest ik meteen maar even een thoraxfoto laten maken. Weer een dag later zat ik op de Spoedeisende Hulp in het Meander, kreeg diezelfde week een PET_Ct scan en zat meteen daarna bij een longarts. Die wond er bepaald geen doekjes om: Meneer, u hebt longkanker. Een tumor in uw rechter long. Waarschijnlijk zit die er nog niet lang, dus we kunnen hem operatief verwijderen, vooropgesteld dat er geen uitzaaiingen zijn in uw longvocht en/of in uw lymfeklieren. In dat geval opereren ze namelijk niet en wordt het einde uitgesteld middels radiotherapie en chemo. Dat moest dus eerst worden uitgezocht. De arts vond het raar om dat aan een man met longkanker te vertellen, maar uit het bloedonderzoek bleek dat ik verder heel gezond was. De assistente van de longarts maakte meteen een hele rij afspraken met me voor allerhande onderzoeken en testen.

En dan ga je naar huis, samen met je vrouw. In een uur tijd is je levensverwachting in het ongunstige geval verlaagd van ver in de negentig – heel wat familieleden van de generatie van mij pa en ma haalden dat met gemak – naar nog geen zeventig. Dat hakt erin, je hele gedachteleven draait alleen nog maar daar om heen. Ik ben een optimist door en door, maar dat is toch een bericht dat je onmogelijk kunt bagatelliseren. Het is natuurlijk raar dat kanker dat met je doet, maar dat je door een of andere gek kunt worden doodgereden, dat raakt je veel minder, terwijl het toch echt wel tot de mogelijkheden behoort. Bovendien is kanker behandelbaar, een ernstig ongeluk vaak veel minder.

Thuisgekomen dook ik meteen het internet op, want op dit gebied is alles door ziekenhuizen uitvoerig gedocumenteerd. Het standaard protocol voor een operatie wijkt maar zelden af van het gebruikelijke, dus verrassingen kun je uitsluiten door veel na te lezen. Mijn vrouw wil dat niet, die laat het allemaal maar gebeuren, maar ik wil alles weten, compleet met video's en noem maar op. Allereerst kwam ik erachter dat slechts een kwart van de longtumoren operabel is, van de rest is het meeste te laat opgemerkt en dus al te ver heen. Ik mocht dus heel dankbaar zijn voor die longontsteking, want daardoor kwam het wieltje aan het rollen. Je leert al heel snel om je zegeningen te tellen. Gezond en operabel, dat waren er alvast twee.

Het rottigste onderzoek was de bronchoscopie; men kijkt met een sonde die door de neus wordt ingevoerd in je longtakken, met als doel een biopt uit de tumor te halen voor verder onderzoek. Ik was erg verkouden en hoestte veel – dat hoesten bleek juist het symptoom te zijn van de tumor, maar daar kom je dus veel te laat achter – en hoesten moet je tijdens dat onderzoek juist niet doen. Als klap op de vuurpijl bleek de tumor niet bereikbaar, want die zat aan de buitenkant van de longtak, zodat men over de aard van het tumorweefsel geen zekerheid kon krijgen. Wat kwam er nog meer langs? Een biopt van mijn longvocht via een klein prikje, dat stelde echt niks voor en de uitslag was ook nog eens positief, want het longvocht was schoon. Een zogenaamde mediastinoscopie kwam er ook nog, dat is echt een kleine operatie waarbij men een gaatje maakt tussen je sleutelbeenderen en in de ruimte achter je borstbeen buiten je longen naar je lymfeklieren gaat kijken en een biopt afneemt. Ook dat onderzoek gaf een positief resultaat: geen besmette klieren. De weg naar een operatie was nu vrij.

Op 3 mei zou het gaan gebeuren. De bedoeling was om de zaak via een kijkoperatie te doen. Men maakt een paar gaatjes tussen de ribben. Eentje voor de camera met lampje, en een paar voor de robot-instrumenten. Zo kan men, als alles goed gaat een hele longkwab weghalen, bij mij was dat de kleinste en middelste van de drie. Alleen bij complicaties neemt men tegenwoordig nog zijn toevlucht tot het spreiden van twee ribben en een groot gat in de thorax. Hierbij was ik echt de klos, want de tumor bleek heel dicht bij een stel lichaamsaderen te zitten en de chirurg kon dat slechts op de klassieke manier in orde krijgen. Ik heb dus een knots van een litteken onder mijn rechterarm. Toen ik wakker werd – nou ja, wakker, heel suf van de morfine, maar goed – zat ik aan allerhande slangen gekoppeld. Een katheter natuurlijk, want even gaan plassen was er een poosje niet bij. Verder een slangetje ergens bij mijn ruggengraat voor toevoer van morfine. Ergens opzij zat ook nog een drain. Dat lijkt te maken te hebben met het feit dat je bij een longoperatie altijd een klaplong krijgt; men snijdt de longvliezen door en dan is het drukverschil, noodzakelijk voor een functionerende long een poosje weg.

Dinsdag werd ik geopereerd, zaterdagmorgen werden alle toeters en bellen afgekoppeld en mocht ik naar huis. Wel met een tas vol pijnstillers en ander spul, maar goed, ik was tenminste weer lekker thuis. Als nabehandeling krijg ik dertig keer radiotherapie in het UMC te Utrecht. De reden daarvan is dat het snijvlak van de luchtpijp die naar de verwijderde longkwab liep vrijwel zeker niet schoon is. Vanmiddag was therapie nummer 25. Ik merk er totaal niets van. Dan volgt eventueel nog chemo, maar dat ga ik niet doen. Het helpt veel te weinig en de risico's zijn veel te groot. De oncoloog in het UMC zegt vrijwel zeker te weten dat na de radiotherapie de hele zaak is afgehandeld. Kanker exit.

Zo, dit was het verslag over mijn ongenode gast. Volgende keer alle dingen die ermee te maken hebben en die bijdroegen aan deze goede afloop.