Toch maar even naar de Motorbeurs

Dit jaar ging ik alleen. Een beetje saai, dat wel, normaal ga ik met zoon en kleinzoon, maar die hadden gisteren andere bezigheden. Het weer was dit jaar niet zodanig dat ik de reis per motor kon doen, dus het werd de trein. Ooit schafte ik me een OV-kaart aan, dus die zocht ik eerst maar eens op. Een van de zonen bleek hem in zijn portemonnee te hebben. Afgeven maatje, die is door mij betaald. Naar verluidt zou er nog 25 euro op staan, maar controle in een machine die bij de plaatselijke Appie staat wees uit dat het saldo 2,80 was. Negatief, dat ook nog.

Dus dan maar een kaartje kopen. En daarbij word je netjes voor een euro getild. Geen OV-kaart? Dan komt er een euro bij. Ik noem dat afzetterij, maar oké, het moest maar, bij gebrek aan alternatieven. De Sprinter was redelijk op tijd, hij moest alleen even wachten op de doorkomst van een eindeloos lange goederentrein. Bij de Jaarbeurs worden heel wat wijzigingen doorgevoerd, zoals de parkeerplaats van de motorfietsen die nu uit het zicht achter een hoge schutting van zeildoek staan. Ook binnen was het een beetje anders. Zo zag ik deze keer direct na het passeren van de loketten een koffiebar staan. Die stond daar vorig jaar ook al, maar zo opgesteld dat hij nauwelijks opviel. De uitbater was nu dan ook heel tevreden, vertelde hij. En de koffie was eersteklas.

In het motorwereldje zijn er natuurlijk trends, net als in iedere andere tak van vrijetijdsbesteding. In het afgelopen decennium werd het almaar groter, sterker, slimmer, meer luxe, meer gadgets, vooral elektronische die de veiligheid van de motorrijder verbeteren. Het toppunt was vorig jaar een 1000cc Kawasaki die, voorzien van een compressor 310pk leverde. Een GP-motor levert er ongeveer 250, dus dat kon je echt wel een mijlpaal noemen. Een paar keer per dag werd het ding op de rollenbank op maximaal vermogen en toerental gejaagd, de filmpjes met geluid staan nog op Youtube. Volslagen krankzinnig, maar wel erg mooi.

Op dit moment is er een heel ander ding gaande, al een paar jaar geleden ingezet. Eigenlijk begon Honda ermee: lichte, goedkope motoren, met een bescheiden vermogen, maar wel met ABS, dat overigens tegenwoordig gewoon verplicht is. Iedereen, nog steeds gewend aan groter, zwaarder en duurder wees naar zijn voorhoofd, maar Honda zag het wel degelijk goed: er zijn tienduizenden mensen die een beperkt budget hebben en dagelijks in stedelijk gebied woon-werkritjes willen maken. Maar wel graag veilig en comfortabel. Nou, dan heb je met een fietsje waarvan de motor vijftig pk levert meer dan genoeg. Als het moet zit je nog steeds in zes seconden aan de honderd, dus het autoverkeer kun je lekker uitlachen, zeldzame supersportbakken daargelaten. Die trend is door vrijwel alle fabrikanten overgenomen, zodat je heel ruim onder de tienduizend euro prima nieuw kunt rijden.

Een andere trend is ook waar te nemen, en dat is de terugkeer naar modellen van veertig of vijftig jaar geleden. U kent dat nog wel: een klein ovaal tankje, buizenframe, spaakwielen, carburateurs, vaak een tweecylinder motorblok, harmonicarubbers om de vorkpoten. Er is een hele sector met tweedehands spullen waarmee een handige doe-het-zelver een ouwe brik weer gangbaar kan maken. Vaak worden die dingen dan opgebouwd als caféracer: er ziet niet meer dan het hoogst nodige aan de fiets, dus een heel klein zadeltje en spatborden, meestal de stuurhelften heel laag gemonteerd, vaak aan de vorkpoten. Maar om zoiets succesvol te kunnen doen, moet je een hele zak geld meebrengen voor iemand die dat voor je doet, of je moet zelf verrekte handig zijn. En de ruimte en gereedschappen hebben om dit tot een succesvol einde te brengen. Dat is voor veel mensen geen sinecure.

Dus springen vele motorfabrikanten in het gat en maken een retrofiets voor je. Spaarzaam opgebouwd, wel met alle moderne gadgets als schijfremmen en elektronische injectie, maar die injectie ziet er dan wel uit als een ouderwetse carburateur. Standaard spaakwielen, smalle banden en rubbers om de vorkpoten. Daarnaast biedt de fabrikant een eindeloze reeks accessoires om je fiets naar eigen smaak aan te kleden en op te leuken. Als je dus niet weet waar je op moet letten denk je naar een fraaie ouwe brik uit de jaren zestig te kijken, terwijl het een hypermodern geval is van een paar maanden oud. Ook zijn er veel fabrikanten die hun modellen in een speciale uitvoering maken, namelijk helemaal zwart, glans of mat. Ik zie daar de lol absoluut niet van in, maar ach, ze doen maar.

Halverwege het bezoek begon ik toch wat trek te krijgen; daar komt de traditie weer om de hoek kijken, want dan neem ik altijd een broodje Unox en een flesje ijsthee. Ik streek neer op een vrij plekje aan een tuinbank. Naast en schuin tegenover mij zaten nog twee seniore motormuizen. Tegenover me kwam een paps met zijn zoontje te zitten. Algauw waren we aan de praat. Ik vroeg wat voor brommer hij had. Oude motoren waren zijn hobby, dus ik gaf meteen terug dat mijn Honda ook oud is, bijna 24 jaar. Nee, hij bedoelde echt oud, hij was nu bezig om een Matchless zijklepper uit 1928 weer op te bouwen. O, zo oud, dat is echte liefhebberij. Ja, als hij weer wat geld had verdiend in zijn aannemersbedrijf ging hij naar Engeland, op jacht naar oude onderdelen. Het gebeurde soms dat hij met twee handenvol onderdeeltjes terugkwam, 600 pond armer.

Hij vertelde dat zijn hobby toch wat uit de hand begon te lopen, want er begonnen mensen motoren bij hem aan te bieden. Allemaal ontzettend ouwe brikken in diverse staten van onttakeling. Hij was er niet op uit, maar iemand bood hem een Liberator uit de oorlog aan, die hij dus maar kocht. Inmiddels had hij zeventien van die oude gevallen in zijn werkplaats staan. Ik vroeg hem naar bijzondere motoren, van merken die allang niet meer bestaan. Daarvan waren er in Engeland heel veel. Hij vertelde dat hij een Vincent had. O, dat is echt bijzonder! “Ik durf het nauwelijks te vragen, maar ken je de Brough Superior?'' Hij vertelde dat hij daarvan twee exemplaren bezit. Twee! Dat is nauwelijks voor te stellen, want dan praat je over de prijs van een huis.

En nog viel het muntje niet bij mij. Ik vertelde dat ik driekwart jaar geleden een man had gesproken die met zijn Liberator een stoet oude militaire legervoertuigen door ons dorp begeleidde, en die ook twee Broughs bezat. BOEM! Nu viel het muntje aan twee kanten tegelijk, bij hem en meteen ook bij mij. Dat was hij! Ik heb een rampzalig slecht geheugen voor gezichten, maar kan me verhalen heel goed herinneren.

Voor mooie verhalen moet je bij de motormuis zijn, dat blijkt wel weer.