Een natte koude prutwinter

Een goede twintig jaar geleden hielp ik bij Vluchtelingenwerk. Het was de tijd dat heel veel Bosniërs naar ons land kwamen, op de loop gegaan voor de oorlog in hun land. Het waren in ons dorp meest jonge kerels, net klaar met hun opleiding. De meesten konden zich goed redden met Engels. We zetten in het dorp een aantal noodgebouwtjes neer met in iedere gebouwtje vier jongelui, ieder met hun eigen kamer. In het AZC zaten een aantal van hun landgenoten die nog niet het geluk hadden om het centrum te kunnen verlaten. Er was veel contact tussen die groepen. Ze mochten in ieder geval het eerste halfjaar niet werken, maat tot mijn verbazing was binnen zeer korte tijd vrijwel iedereen onder de pannen qua baan. Velen werkten bij een vleesindustrie in de buurt. Vieze rotbanen maar werk is werk, ze waren allang blij iets om handen te hebben en wat te verdienen. Als je hen vroeg hoe dat allemaal kon, staken ze hun handen omhoog, lachten wat en zeiden dat ze het ook niet wisten. De integratie van die lui ging zonder horten of stoten. Onze zonen leerden ze schelden in het Nederlands, zij vertelden op hun beurt hoe je van je af kunt blaffen in het Servo-Kroatisch. Een prima ruil.

Tegelijkertijd hadden we een aantal mensen uit Irak, vluchtelingen die bij ons in het dorp konden komen wonen. Een van de Irakese vrouwen verwachtte haar eerste kindje en ze gaf te kennen dat ze niks had op het gebied van baby's en de verzorging ervan. Dus geen wieg, babykleertjes, commode, kinderwagen, noem maar op. Een hele reeks vrouwen in het dorp voelde zich aangesproken en ging aan de slag. In zeer korte tijd werd alles bij elkaar gebracht, tweedehands maar uitstekend van kwaliteit. U voelt hem al aankomen? De aanstaande moeder werd woedend en wilde niets hebben, ze eiste dat alles nieuw was. Aan het eind van de dag had Vluchtelingenwerk een aantal medewerkers minder. Waaronder ik. En via een wonderlijk zijweggetje kreeg die juf ook nog haar zin. Het vervulde ons met woede en walging, reden voor meerderen onder ons, hoe betrokken en enthousiast we eerder ook waren, om afscheid te nemen van deze organisatie.

Ik volg het nieuws redelijk nauwgezet en bespeur in veel verhalen wederom dat gevoel van ontnuchtering bij mensen die vrijwillig een handje toesteken. Als je goede kleding staat uit te delen en het wordt geweigerd omdat het niet nieuw is, dan voelt dat als een klap met een natte dweil in je gezicht. En zo'n verhaal, al zou 90 procent verzonnen zijn, wordt dankbaar doorverteld. Al zou maar één vluchteling zich zo opstellen, dan is dat heel slecht voor het beeld dat men heeft van die mensen. Voeg daarbij wat opstootjes en protesten met betrekking tot de huisvesting, het eten en andere lichte ongemakken en het kwaad is geschied. Verhalen van deze aard uit Duitsland doen ook geen goed. Want aansluitend op die dingen moeten in vele plaatsen in ons land voorzieningen worden getroffen voor tijdelijke opvang. En dan slaat de vlam in de pan. En dan wordt een plan soms ingetrokken, tot tevredenheid van degenen die luidkeels protesteerden. Inmiddels zijn op meerder plaatsen in ons land, hoogstwaarschijnlijk vanwege de felheid van de protesten, de plannen geheel of vrijwel geheel terug gedraaid.

En dat geeft weer aanleiding tot meer gedonder in de tent op andere plaatsen die met hetzelfde verhaal te maken krijgen, want het wordt als een succes aangemerkt. NIMBY blijkt een goed mantra voor tegenstanders, als je maar hard genoeg tekeer gaat. Er zijn heel wat bestuurders die hun rug niet recht durven houden. Ik ving ergens op dat in een of ander dorp een deal werd voorgesteld: eerst in Bloemendaal, Wassenaar, Bilthoven, Blaricum, Laren, Rozendaal en de Amsterdamse grachtengordel een flinke opvanglocatie en zij zouden nergens meer over zaniken. Vooral dat woord zaniken trof me, al weet ik niet of dat echt zo is gezegd, of dat een of andere journalist zijn dikke duim heeft gebruikt.

Voor- en tegenstanders slaan ook vaak rabiate kolder uit. Zo las ik ergens dat iemand de weerstand van autochtonen tegen het toewijzingsbeleid van huurwoningen niet snapte. Hij mat het aantal asielzoekers af tegen het aantal huurwoningen in ons land. Ja, dan praat je over een heel klein percentage. Het lijkt me toch echt zinniger om het aantal beschikbare huurwoningen te nemen, en daarbij aan te merken dat velen al jaren op een toewijzing zitten te wachten. Dan blijkt alleen maar dat er razendsnel op grote schaal woonruimte moet worden geregeld, want huurwoningen zijn meestal geen optie.

Van officiële zijde bereiken ons een paar veel te optimistische rapporten als zouden de nieuwe instromers heel snel een verrijking voor onze samenleving zijn, ook in geldelijke zin. Nader bestuderen leert ons dat er een hele rij mitsen en maren zijn ingebouwd: ALS ze snel de taal leren; ALS ze een opleiding volgen; ALS ze integreren. Dan moet er wel het een en ander veranderen. Vraag dat maar aan een echt hoog opgeleide Marokkaan die hier al twintig jaar woont, zes talen vloeiend spreekt en uiteindelijk in arren moede maar een opleiding tot onderwijs-assistent heeft gevolgd. En aan die autochtoon van 55 met heel veel ervaring die zich helemaal suf solliciteert. En aan nog 600 duizend andere werklozen. En trouwens, als die instromers al zo goed zijn en zo hard nodig, velen van hen zaten allang in een kamp in de regio en zouden meer dan gelukkig zijn geweest met een betaalde baan in Europa. Maar toen waren ze blijkbaar toch niet zo nodig. En nu opeens wel?

Duitsland draait in hoog tempo de eerder geuite bereidwilligheid tot opvang terug, gedwongen door de barre werkelijkheid. In Keulen wordt een kandidaat-burgemeester in haar buik gestoken door iemand die het niet eens is met het asielbeleid. Hongarije breidt de hekkenindustrie uit, door nu ook de grens met Kroatië af te sluiten. Sinds vrijdagavond is de boel potdicht en moeten de mensen die al in Kroatië zijn, proberen via Slovenië verder Europa binnen te komen. Het is niet bekend welke afspraken deze twee landen inmiddels hebben gemaakt. Voormalige Oostbloklanden liggen nog steeds behoorlijk dwars. Kortom, de hotemetoten in Brussel hebben steeds meer met weerstand en minder met bereidheid tot medewerking van doen. En zonder die bereidheid zullen er op zeer korte termijn slachtoffers gaan vallen. De voornaamste reden? De buitentemperatuur. Wij vinden het alleen maar frisjes, de Syriër vindt het stervenskoud.

En dan komt er dankzij de moderne media een nieuwe stroom op gang. Geloof die mooie verhalen niet, mensen in de opvangkampen in de regio. Je zit maanden vast in AZC's, simpel omdat er verder te weinig is geregeld met de huisvesting. En die huisvesting valt ook zwaar tegen. Haastig omgebouwde kantoren, leegstaande kerken en andere gebouwen. Gezamenlijke douches en toiletten, eten dat we niet gewend zijn, noem maar op. Een eigen huurhuis? Vergeet het in de meeste gevallen maar gauw. Het is veilig en daarmee is alles wel gezegd. En die gelukzoekers zitten er ook nog altijd. Men heeft het blijkbaar te druk, maar wij zitten er wel mee. Wij kunnen ze met onze ogen dicht aanwijzen, maar ons vragen ze het niet.

Ik denk dat de kou in vele gevallen de druppel zal zijn. Daar wen je niet zomaar aan, ermee leven moet je leren. En dat duurt jaren. En natte kouwe prutwinter, of zelfs een winter met een Elfstedentocht zoals die door sommige weerprofeten met stelligheid wordt aangekondigd, zal een stroom de andere kant op gang brengen. Samen met de verhalen over wat men hier heeft aangetroffen. Ik denk dat de kletsverhalen van de mensensmokkelaars toch wat minder gretig geloofd zullen worden. Alleen maar door een temperatuur om en nabij het vriespunt.