PlayStation TV

Stel: je hebt een PlayStation 4 in de huiskamer en een tweede TV op je slaapkamer. Daar zou je graag ook je games op willen spelen zonder telkens de PlayStation 4 te verplaatsen. Of je wil graag Vita-games spelen, maar hebt nog geen PlayStation Vita gekocht. Of je hebt alles al, maar wil de Vita-games eens op een groter scherm zien. Sony biedt de oplossing in de vorm van PlayStation TV. Nee, het is geen televisie, maar een kastje ter grootte van een alles-in-één cardreader. Het grote verschil is dat er maar twee soorten geheugenkaartjes in kunnen, namelijk een Vita-gamekaartje en het altijd dure speciale geheugenkaartje van Sony.

PlayStation TV

Dit apparaat is een PlayStation Vita in een console-jasje. Je kunt er PlayStation Vita-, digitaal gedownloade PlayStation PSP- en digitaal gedownloade PlayStation One-games op spelen. Het ondersteunt ook Remote Play, waardoor het kastje PlayStation 4-games kan streamen. Hiervoor moet de PlayStation 4 dus wel aanstaan. Het signaal wordt niet Full HD gestreamd, het wordt gedownscaled naar 720p. De twee consoles ondersteunen WiFi en bekabeld netwerk om met elkaar te communiceren.

Standaard zit er 1GB aan ruimte in het kastje, maar die staat al heel snel vol. Een extra geheugenkaart is dus sterk aanbevolen. Een geheugenkaartje kost zo’n 12 euro voor 4GB extra ruimte. Om maar een indicatie te geven: Tales of Hearts R, een JRPG is 1,65GB. Dan zit zelfs je extra kaartje na twee games al bijna vol. Er is dus ook een reden dat je er drie indie-games gratis te downloaden bij krijgt. Zouden ze een downloadvoucher voor bijvoorbeeld Uncharted toevoegen dan past het er niet eens op. De drie indie-games in kwestie zijn Worms Revolution Extreme, Velocity Ultra en OlliOlli. Geen slechte games, maar om nu te zeggen dat ze toonaangevend zijn voor PlayStation Vita is wat veel gezegd.En als je ze alle drie hebt gedownload zit je interne geheugen al vol.

PlayStation TV

Voorin kun je de extra geheugenkaart makkelijk kwijt, maar vreemd genoeg is de Vita-kaartingang weggestopt in een zijkant met een fragiel rubberen afsluiting. Dat had in ieder geval makkelijker gekund. Of beter: had de ingangen omgedraaid, want een geheugenkaart wissel ik minder snel dan een Vita-gamekaart. De overige ingangen zijn makkelijk te bereiken: HDMI, netwerk, stroom en USB om je controller op aan te sluiten. De controllers Dual Shock 3 en Dual Shock 4 zijn ondersteund, maar niet alle games kunnen gespeeld worden: zo gauw er in een desbetreffende game de touchpad aan de achterkant van de PlayStation Vita wordt gebruikt en er geen nieuwe mapping mogelijk is, dan is het game over. Borderlands 2 voor Vita gebruikt deze input bijvoorbeeld wel, maar die zet je in de opties van de game om naar iets dat je niet hoeft te gebruiken.

De PlayStation TV is simpel te installeren: stroomadapter erin, HDMI-kabel naar de televisie en een netwerkkabel naar je router. Eenmaal opgestart en een blik in de PlayStation Store en je ziet dat je een heleboel games hebt om uit te kiezen. PlayStation Vita, PSP, One, mini’s: er is content genoeg. Heb je nog games gekocht op PlayStation 3 of 4 die cross-buy zijn aangeboden, dan heb je er nog een paar extra games erbij. Wat opvalt is het gemis aan Netflix en andere diensten. Ze komen er, werd er verzekerd door Sony, maar wanneer is onbekend. PlayStation 3 en 4 hebben deze apps al wel, en in principe zou je die kunnen streamen, maar een native app is een stuk handiger.

PlayStation TV

Per titel maakt het wel uit of de titels het grafisch overleven als je naar een groter scherm gaat kijken. Het kleine scherm van PlayStation Vita is de beste in de handheldmarkt. En dat valt eigenlijk nog meer op als je soms ziet wat je grotere televisie ervan maakt. Killzone: Mercenary ziet er bijvoorbeeld nog prima te behappen uit, maar een game als Borderlands 2 begint toch zijn charme te verliezen. Te blokkerig, te veel zaagtanden, dus een beetje jammer allemaal. Indiegames zoals Hotline Miami en Spelunky zien er natuurlijk blokkerig uit, maar gezien dat bij de stijl hoort stoort dat een stuk minder.

Wat wel stoort is Remote Play. Het gemak van WiFi betekent een vrij aanwezige inputlag. Driveclub, de racegame waarbij je timing van sturen toch best belangrijk is, heeft er last van. Het is niet een kwestie van een seconde, maar een net irritante vertraging die zorgt dat je niet optimaal racet. Goed, dat was op PlayStation Vita ook al, maar het grote voordeel is natuurlijk dat we nu het hele streaming-gebeuren bekabeld kunnen opzetten. Dus WiFi uit, netwerkkabel erin en nog eens proberen. Het gaat dan wel beter, maar nog steeds is er een kleine inputlag. Je kunt de kwaliteit van het signaal verminderen zodat er minder data over de lijn hoeft, maar waarom zou ik in 480p willen spelen? Dan koop ik wel weer een PlayStation 2. Zelfs bedraad heeft Remote Play dus problemen bij games waar input ertoe doet. Wat dat betreft, heeft de draadloze en lag-vrije Wii U GamePad het een stuk beter voor elkaar.

PlayStation TV wordt gepositioneerd als het ideale Remote Play-apparaat voor in de slaapkamer, om PlayStation 4-games te streamen. Daar slaagt het in de praktijk een stuk minder in, omdat inputlag voor bepaalde games gewoon niet leuk spelen is. De PlayStation TV is dan ook een stuk interessanter als Vita-console. Met al een hele bibliotheek aan content, hebben gamers die nog nooit Vita-games gespeeld hebben een hele backlog erbij. De vraag is: wil je gamen op een superscherp klein scherm van de handheld zelf, of wil je naar een minder scherp, groter scherm met de PlayStation TV? Bedenk je wel dat je nog een controller bij de console-versie moet kopen als je die nog niet had. Dan zou je al een PlayStation Vita hebben. Persoonlijk blijf ik bij mijn PlayStation Vita, want de scherpte vind ik belangrijker. En lag, ach, als het echt moet, neem ik die ook op de handheld voor lief.