Laagstopgeleide vrijwilligers maken meer uren

Van de laagst opgeleiden (basisonderwijs) zegt 31 procent vrijwilligerswerk te doen, van de hoogst opgeleiden (wo, master, doctor) is dat 58 procent. Een vrijwilliger met basisonderwijs als hoogst genoten opleiding steekt daarentegen meer tijd in het vrijwilligerswerk (6,7 uur) dan iemand met een wo-master of doctortitel (3,7 uur). Dat blijkt uit onderzoek van het CBS.

Honderd laagst opgeleiden verrichten in een week 208 uur aan vrijwilligerswerk. Een even grote groep hoogst opgeleiden doet hier 215 uur aan.
Jaarlijks ondervraagt het CBS mensen van 15 jaar of ouder over hun deelname aan vrijwilligerswerk in het afgelopen jaar. Dit is onderdeel van het onderzoek Sociale samenhang en welzijn. In 2017 zijn vragen toegevoegd over de frequentie van het vrijwilligerswerk, de specifieke activiteiten, hoe lang men actief is, de tevredenheid en de motieven.

Klussen
Activiteiten organiseren is bij zowel de hoogst als de laagst opgeleiden de populairste vorm van vrijwilligerswerk. Bij de laagst opgeleiden komt klussen op de tweede plaats, bij de hoogst opgeleiden is dat bestuurswerk.

Leuk
Vrijwilligers hebben ook aangegeven waarom zij vrijwilligerswerk doen. Daarbij konden ze meerdere opties aankruisen. Bij de laagst opgeleiden was het meest genoemde motief dat zij vrijwilligerswerk leuk vonden. Bij de hoogst opgeleiden stond dit op de tweede plaats. Zij noemden het meest dat ze iets voor een ander wilden doen. Dit stond op de tweede plaats bij de laagst opgeleiden.

Voor beide groepen is meer kans krijgen op een baan het minst genoemde motief. De laagst opgeleiden geven hun vrijwilligerswerk een 7,8. De hoogst opgeleiden zitten daar onder met een 7,5. Van de hoogst opgeleiden met vrijwilligerswerk verwacht 82 procent dit over een jaar nog te doen. Van de laagst opgeleiden geeft 63 procent dit aan.