Haïti: een jaar na de aardbeving

Op 12 januari 2010 - woensdag precies een jaar geleden - trof een aardbeving met een kracht van 7.0 op de schaal van Richter Haïti. Meer dan 230.000 mensen kwamen om het leven en zeker een miljoen mensen raakten dakloos. Een jaar later kijkt een van de armste landen ter wereld aan tegen een traag verlopend herstel en de nog immer aanwezige puinhopen en tentenkampen. Haïtiaanse Amerikanen herdachten woensdag de slachtoffers van de ramp.

In de wijk Little Haiti in de Amerikaanse stad Miami werd op een drukke straathoek een kleurige muurschildering onthuld ter nagedachtenis aan de ramp. Kunstenaars beeldden de helden van Haïti uit wiens gezichten bedekt zijn door tranen. Ook is een jong meisje te zien dat de rode en blauwe vlakken van de Haïtiaanse vlag aan elkaar naait.

"Zelfs de lucht is vandaag treurig", zegt een bezoekster van de ochtendmis in de Notre Dame d'Haiti terwijl ze wijst naar de grijze lucht. "Dit is hoe de Haïtiaanse gemeenschap zich voelt. Helaas, er is zo weinig vooruitgang geboekt."

In de kerk, waar duizenden Haïtiaanse Amerikanen na de aardbeving bijeenkwamen om hulpgoederen te doneren, te bidden en nieuwtjes uit te wisselen, is een vrouw op haar knieën gegaan voor het altaar. Ze probeert haar tranen te verbergen.

Een arts die ook bij de ochtendmis was, vertelt dat veel van haar patiënten het vreselijk vonden dat ze niet naar huis konden gaan om te helpen, hoewel het maar 90 minuten vliegen is. "Dit is een trauma dat hen mogelijk voor altijd bij zal blijven", zo zegt ze. De pastoor van de Notre Dame d'Haiti is hoopvoller gestemd. "Nu is het moment om opnieuw te beginnen en te bekijken wat we kunnen doen om volgend jaar een nieuwe kant van Haïti te zien", zegt Reginald Jean-Mary.

In de eerste weken na de ramp werden veel Haïtianen naar de Verenigde Staten gevlogen. Zij verkeerden in de veronderstelling na een bepaalde tijd weer terug te gaan naar hun moederland. Nu komt echter het besef dat de realiteit anders is: teruggaan is geen optie.

Veel Haïtiaanse Amerikanen zeggen blij te zijn nog in leven te zijn, maar zijn bezorgd over wat het nieuwe jaar zal brengen. "Je hebt een heel jaar geleefd in de hoop dat alles beter wordt", zegt een vrouw die kort na de aardbeving met haar zoontje naar de VS vluchtte. Ze keek vanuit de VS toe hoe Haïti worstelde met de wederopbouw, hoe cholera meer dan 3600 mensen het leven kostte en hoe politieke onrust leidde tot rellen. De vrouw zegt nu 'geen hoop meer te koesteren'.

Op een bijeenkomst van de National Press Club in Washington zei de directeur van het Amerikaanse Rode Kruis dat de organisatie samen met het Amerikaanse Agentschap voor Internationale Ontwikkeling voor een bedrag van 30 miljoen dollar (ruim 23 miljoen euro) huizen gaat bouwen op Haïti. Samen met de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank wordt bovendien voor nog eens 15 miljoen dollar (bijna 12 miljoen euro) aan huizen gebouwd op stukken grond die door de Haïtiaanse regering worden aangewezen.

Een plan om 40 miljoen dollar contant geld te verdelen onder Haïtianen die leven in de tentenkampen werd in oktober opgeschort. Volgens de Haïtiaanse regering zou dat mensen alleen maar aanmoedigen in de tentenkampen te blijven. Het geld werd vervolgens besteed aan onder andere geld-voor-werk-programma's en subsidies op verhuizingen. Leiders van de Haïtiaans-Amerikaanse gemeenschap hebben de herdenking van de ramp aangegrepen om de regering van president Barack Obama aan te sporen tienduizenden Haïtianen visa te verstrekken. De immigratieautoriteiten hebben al herenigingsverzoeken van zo'n 55.000 Haïtianen goedgekeurd, maar nog geen visa verleend. De VS hebben een maximum ingesteld voor het aantal visa dat ze jaarlijks aan een land toekennen. Het kan dan ook nog een decennium duren, voordat de herenigingen daadwerkelijk plaats kunnen vinden.


Haïti: een jaar na de aardbeving (Foto: Novum)