De verbroedende Pokémon tegen IS

Wreedheid, oorlog, verderf, tirannie, geboefte, hebzucht, moord, aanslagen, martelingen, onderdrukking, verraad, gijzelingen is van alle tijden. Ik begrijp de uitdrukking: "In wat voor tijden leven we in hemelsnaam?" dan ook niet. Vroeger was het zelfs nog erger, in de eerste wereldoorlog sneuvelden 9 miljoen soldaten, in de tweede wereldoorlog vielen in totaal 60 miljoen doden. 9 miljoen joden werden vergast. In de middeleeuwen ging je op de brandstapel werd je geradbraakt of gevierendeeld. Iedere tijd heeft zijn wreedheden en ellende.

Momenteel zitten we in een periode van extremiteiten, die verder gaan dan incidenteel. Voornamelijk IS is daar verantwoordelijk voor. Ze proberen de democratie in het hart te raken, in naam van godsdienst heet het. Ik vind het eerder in de naam van het barbarisme. Ik ken geen godsdienst, waar in naam van de aanbedene geslachtsdelen en/of genitialïen moeten worden geamputeerd om vervolgens in de mond van de slachtoffers te worden gepropt. De oorlogen welen momenteel gewoon tierig door, echter leven we ook in de tijd van aanslagen.

Daar komt bij dat door de huidige media, veel in beeld komt en veel te zien is. Je krijgt het in je schoot geworpen, of je nu wil of niet. Zie afgelopen week in Nice. Per abuis werden er beelden getoond die shockerend waren. Later werd de fout hersteld. Terwijl de langzaam op de meute afrijdende vrachtwagen luguber is. Je weet wat die mensen te wachten staat. De Leeuw sluipt naar de weerloze antilope, om op het onverwachte moment toe te slaan.

Met het bord op schoot zit je rechtstreeks te kijken hoe twee vliegtuigen de WTC-Towers invliegen. Daardoor lijkt deze tijd wreder en gevaarlijker. Dat is natuurlijk nonsens. Het lijkt alsof het dichterbij komt, wordt ook vaak gezegd. Misschien is het ergste geweld wel verder weg dan ooit. Daarom ben ik om, daarom omarm ik de Pokémon, daarom geniet ik van het massale genieten, en van de gezamenlijke pret. De vredigheid die het uitstraalt, terwijl er agressief op de Pokémon wordt gejaagd. Er wordt alleen met camera's geschoten.

Ik begrijp nog steeds niets van de Pokémon. Waar komt ie vandaan? Hoe is deze rage ontstaan? Wat is de aanzet geweest? Wat is het doel? Is er straks een winnaar? Zijn er straks winnaars? Is het net zoals bij de Panini-voetbalplaatjes? Dat als je ze allemaal hebt, je winnaar bent in je eigen wedstrijd? Ik vind de Pókomon rage zelfs geweldig.

Ik begrijp de haters niet. Ik ken mensen met vreemdere hobby's. Prins Bernard schoot met een vredesroos als pochette leeuwen en olifanten dood. Furfrou, Ampharos, Houndour, Poochyena namen die als muziek in de oren klinken. Namen verzonnen door een briljante geest. Is de Pokémon niet een soort geest? Geestverruimend is het wel. Het lijkt kinderspel, het lijkt me eerder een monsterlijk genoegen om ze op te sporen. Het lijkt me een euforisch gevoel te geven er één te ontdekken. Ik heb me nog niet echt verdiept, maar wat ik zie in deze fantasiewereld is het kinderlijke, het spontane, het speelse, het verbroedende, gemoedelijke. In iedere deelnemer is de jeugd gevaren. Veel mensen worden weer kind, worden weer speels en zijn trots op wat ze hebben gevonden. "Kijk eens mama, met losse handjes." Daarom is het contrast zo mooi. Daarom was het zo aangrijpend om de foto van het dode kindje onder de folie te zien in Nice. Er lag een knuffeltje naast het lijkje. Het lag er een beetje namens Pokémon. Het knuffeltje lag er tegen de grote boze buitenwereld. Waar schamper gelachen wordt als volwassenen hun geluk vinden in een virtueel beestje. Was die virtuele wereld maar de reële, wat zou de wereld dan mooi en vredig zijn. Ik blijf genieten van de volwassenen die genieten omdat ze terug zijn bij het onschuldige genot uit hun jeugd. De Pokémon rage had op geen beter moment haar kop op kunnen steken. Iedereen zou weer eens kind moeten kunnen zijn. Pokémon geeft je die kans. Kinderlijk eenvoudig.