No Time To Die is James Bonds meest persoonlijke avontuur

Hij was gestopt, James Bond, maar toch is hij terug. En hij zei te zijn gestopt, Daniel Craig, maar ook hij is tóch terug. En da's maar goed ook, want in No Time To Die krijgt Craig de mogelijkheid om zijn avontuur van de 00-agent James Bond een afgerond, passend einde te geven.

In Spectre, zijn vierde film uit 2015, nam Craigs Bond afscheid van zijn rol als geheim agent voor Koningin en Vaderland. Hij ging het over een andere boeg gooien en een tevreden leven leiden met Madeleine Swann, de dochter van 'Mr. White' die in Casino Royale de eerste Spectre-agent was waar (deze) Bond mee te maken had. En dat had een prima einde kunnen zijn: Bond is gestopt, zijn avonturen zijn voorbij, eind goed, al goed.

Maar wat als het tóch niet helemaal voorbij is? Wat als Bond tóch nog één keer moet ingrijpen om de wereld te redden uit de klauwen van een megalomane cartoonschurk? In No Time To Die is het CIA-bondgenoot (ha ha) Felix Leiter die zijn hulp inschakelt omdat er is ingebroken in een geheim laboratorium waar MI6 een ultiem, en zoals M beweert, uiterst efficiënt en veilig wapen aan het ontwikkelen was. Al snel blijkt dat M uiterst naïef was in zijn aanpak en de wereld zo'n beetje onder extreme bedreiging staat.

No Time To Die: Daniel Craig

Tot zover is Craigs vijfde verschijning als Bond (extraatjes als de London Olympics in 2012 niet meegerekend) redelijk standaard-Bond: schurk, gevaar, spionnenhandelingen, actie. Maar No Time To Dieis anders dan andere Bondfilms. Het is zelfs een beetje anders dan de vorige vier.

De filmserie sloeg al in 2006, met Casino Royale, een meer persoonlijke weg in. Bonds verlies van Vesper Lynd voelde dieper, emotioneler aan dan de dood van Tracy Bond, in George Lazenby's enige film. Het had ook meer impact; de daaropvolgende film hield zich feitelijk louter bezig met wie er verantwoordelijk was voor haar dood. In Skyfall werd de relatie met Judy Dench's M onderzocht en gingen we terug naar Bonds Schotse roots en zijn ouderlijk huis. Hier was bovendien een schurk die Bond al kende. Vervolgens werd in Spectre wat meer clichématig ineens alles bij elkaar getrokken: Blofeld bleek een persoonlijke connectie te hebben met Bond, waar die er in eerdere incarnaties niet was, en betrokken te zijn bij de gebeurtenissen in de vorige drie films.

Die zwaktes kent No Time To Die nauwelijks, terwijl het verhaal nog persoonlijker wordt voor Bond zelf. Hij is geen geheim agent meer, zijn status is vergeven, maar hij is nog steeds Bond. Dat zit zijn leven met Madeleine enigszins in de weg en gaandeweg wordt duidelijk dat als Bond ergens voor wil strijden, dan zijn het eigenlijk voor het eerst twéé dingen: de wereld redden, natuurlijk, maar ook zichzelf verzekeren van een vredig voortbestaan met de liefde van zijn leven. Meer dan in eerdere films krijgt Craig de gelegenheid om een kwetsbare Bond te laten zien, zonder dat de film verzandt in emotioneel geneuzel die afleidt van waarvoor de Bond-fan naar de bioscoop komt.

No Time To Die: Daniel Craig

Want dat gebruikelijke Bond-spul, de actie, de auto's, de gadgets en zelfs een beetje de Bondgirls, is voldoende aanwezig. Al is het allemaal wel wat strakker en boeiender dan bij de meeste van de 24 eerdere films. De actie zit goed in elkaar, wat zoveel wil zeggen als: het is niet saai, zelfs spannend, en ook niet enorm ongeloofwaardig. De verhaallijn is niet zo cliché als we van de filmserie gewend zijn en zelfs de Bondgirls (voor zover je daarvan kunt spreken) zijn meer dan alleen eye candy. 

En het verhaal, tja. Voor het eerst lijkt het alsof het echt ergens om gaat en alsof er echt consequenties zijn voor de keuzes die worden gemaakt. De plot is niet vrij van twijfelachtige elementen, maar het houdt tenminste de aandacht vast én het is op momenten een heel klein beetje grappig. Dat is ook wel des Bonds, maar de opmerkingen hier lijken wel uit de keuken van medescenarist Phoebe Waller-Bridge (Fleabag) afkomstig, want het flauwe laagje ontbreekt.

Dit alles wordt lekker bij elkaar getrokken door de muziek van Hans Zimmer, die hier zijn Bond-debuut maakt en stijlen uit The Dark Knight Rises uit de kast lijkt te trekken om No Time To Die een specifieke toon mee te geven. Het is weinig geïnspireerd, maar wel passend en samen met de strakke plot vergeet je aan het einde van de film bijna dat je hebt gekeken naar een avontuur van bijna drie uur over die ene legendarische geheim agent. Zijn naam is Bond…