Wolfenstein: Youngblood

 

Als je dat eenmaal onder de knie hebt dan wordt Wolfenstein: Youngblood een stuk beter. Je kunt kiezen om te focussen op guns blazing of stealth. De omgevingen laten stealth dan ook toe. Er zijn bepaalde deuren te openen door het slot er af te slaan of te schieten, zodat je om een lastig punt heen kunt komen. Er zijn luiken die je kunt open trappen, ladders om op veiligere plekken te gaan zitten schieten, enzovoort. Helemaal zonder kills gaat het niet zijn, maar je kunt het je wel gemakkelijker maken. Vooral het cloacking device is handig, tenminste, als je eenmaal wat upgades hebt gekocht.

Guns blazing is heerlijk. Met upgrades om zwaardere wapens te tillen die vijanden laten vallen, letterlijk op ramkoers iedereen op de grond duwen met een power smash: het is genieten geblazen. Als het alarm eenmaal afgaat dan krijg je gegarandeerd te maken met versterkingen, maar ook die zijn het haasje als je eenmaal los kunt gaan door wat upgrades. Alleen dat jongleren tegen de vijanden met armor is opletten geblazen en haalt je soms uit een euforisch moment waarin je nazi’s aan het abknallen bent. Waarom gaat die gast niet neer? Oh, zijn armor is zwak tegen andere kogels. Je leert vanzelf snel te zien wie erop je af komt en wat je er voor moet gebruiken, maar het maakt het nodeloos ingewikkelder.

Wolfenstein: Youngblood - Fight (Foto: Bethesda)

Eenmaal verder in de game merk je dat het vechten een stuk beter gaat. Qua level-progressie is net een Metroid-game: naarmate je verder komt en meer wapens en upgrades hebt, des te meer collectables zijn er te vinden in de gebieden. Je zult dus moeten backtracken om echt alles te zien en te vinden. Gelukkig is dat geen straf. Grafisch is Wolfenstein: Youngblood namelijk mooi. De rijke details in de omgevingen, het dood en verderf om je heen: het is te zien dat Arkane, de makers van Dishonored, mee hebben geholpen met het leveldesign. Dat is geslaagd te noemen.

Wolfenstein: Youngblood in co-op is een stuk fijner. Je hoeft niet steeds op de AI te wachten, en als je eens neer gaat dan gaat het reviven een stuk beter. Ook de eindbaas is dan wel te doen, want de AI bakt daar helemaal niets van. Het is alleen online, er is geen splitscreen of zo om op de bank met elkaar nazi’s neer te leggen. Over online gesproken, er is ook een online store om in plaats van ingame valuta gouden staven te kopen met echt geld. Dan kun je sneller cosmetische aanpassingen kopen. Ik vind het een beetje cheap om dat er nog in te stoppen, al is de game maar 30 euro. Dan zou ik niet nog eens geld moeten neerleggen om een andere pakje aan te mogen trekken. De ingame prijzen zijn vrij hoog, want je bent al bezig om met dezelfde valuta je skills en wapens te upgraden. Er zijn ook daily quests, bijvoorbeeld sloop 5 brandweerkranen of leg twee type vijanden neer. Mja, het past om de een of andere reden niet bij deze game.

Wolfenstein: Youngblood is een mix van van alles en nog wat geworden. Maar iets wat het niet is geworden is een goed spel zoals de voorgangers. De pogingen om open-wereld, samenwerking met AI en meer RPG zijn niet echt geslaagd te noemen, ze frustreren vaker dan dat het leuk is. Goed is dan weer dat je dit keer wel meerdere manieren hebt om alles aan te pakken. Het vechten wordt pas leuk na enkele upgrades. Je kunt de vijanden dan gevarieerder en vooral bruter aanpakken. Maar dat constant van wapens wisselen omdat de vijand een bepaalde armor heeft en ze anders de zogenaamde ‘bullet sponges’ zijn is dan weer wat minder geslaagd. Nee, deze richting moeten ze niet in gaan met de franchise. Hopelijk zien we B.J. weer terug, want deze date met zijn dochters is op blauwtje uitgelopen.

Gespeeld op PlayStation 4. Ook verkrijgbaar voor Xbox One, pc en Switch.