Geen vrijstelling voor het dragen van een mondkapje in het openbaar vervoer

Een man uit Tiel krijgt geen vrijstelling voor het dragen van een mondkapje tijdens het reizen met het openbaar vervoer. De man had de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid verzocht hem een vrijstelling te geven voor het dragen van een mondkapje. De Veiligheidsregio heeft volgens de rechtbank niet de bevoegdheid om deze vrijstelling te geven. Dit omdat het verbod gebaseerd is op de Wet personenvervoer 2000 en niet op de Noodverordening.

De man reist vanwege zijn werk dagelijks met het openbaar vervoer van Tiel naar Amsterdam. Op 4 juni 2020 diende hij zijn verzoek voor een vrijstelling in bij de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid. De voorzitter van de regio berichtte op 30 juni per brief dat hij het verzoek niet in behandeling neemt. De voorzitter acht zich niet bevoegd die vrijstelling te verlenen. De man maakt tegen deze mededeling bezwaar. De man wil via de rechtbank een voorlopige voorziening treffen.

Man kan bezwaar maken tegen de inhoud van brief Veiligheidsregio
De voorzieningenrechter oordeelt dat de brief van 30 juni 2020 waarin de voorzitter mededeelt dat hij niet bevoegd is een vrijstelling te verlenen een besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit betekent dat de man bezwaar kan indienen tegen de inhoud van de brief. Vervolgens kijkt de rechter of het bezwaar van de man een redelijke kans van slagen heeft.

Geen verplichting op dragen mondkapje in ov in de noodverordening
In de Noodverordening is geen verbod opgenomen waarin staat dat het de individuele reiziger zonder mondkapje verboden is om gebruik te maken van het openbaar vervoer. Wel legt de Noodverordening de vervoerder op om maatregelen te nemen. Het verbod is op de Wet personenvervoer 2000 gebaseerd. Deze wet bepaalt o.a. dat iedereen verplicht is de aanwijzingen betreffende de orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang op te volgen die door de vervoerder duidelijk kenbaar zijn gemaakt.

Verbod opgenomen in aanwijzingen van vervoerders
Onder deze ‘aanwijzingen’ wordt o.a. verstaan de door de vervoerder kenbaar gemaakte aanduidingen in beeld of geschrift. Elke vervoerder maakt vervolgens de eigen aanwijzingen kenbaar. Een voorbeeld daarvan is de ‘Regels in de trein’. Deze is te vinden op de website van de NS, hier is vermeld dat mondkapjes verplicht zijn. Ook in de trein zelf en op de perrons wordt op deze verplichting gewezen. Dit betekent dat het verbod is opgenomen in de voorwaarden en aanwijzingen van de vervoerders, waarin de regels zijn gesteld die zien op het reizen met het openbaar vervoer.

Veiligheidsregio kan geen vrijstelling verlenen
Omdat in de Noodverordening geen verbod voor de individuele reiziger is opgenomen om zonder mondkapje te reizen in het openbaar vervoer, kan de Veiligheidsregio hiervoor geen vrijstelling verlenen. De man kan met het bezwaarschrift - dat gericht is tegen het besluit van de Veiligheidsregio - niet bereiken wat hij beoogt. Volgens de voorzieningenrechter heeft het bezwaar geen redelijke kans van slagen. Daarom heeft de rechter het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen.