Rechters weerspreken kritiek op veelplegersstraf

De rechtspraak vindt niet dat draaideurcriminelen te weinig worden veroordeeld tot een verblijf in de Inrichting voor Stelselmatige Daders (ISD). Rechters hebben ook geen bedenkingen bij de maatregel op zich, reageert de Raad voor de Rechtspraak op onderzoek dat staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Fred Teeven (VVD) donderdag naar de Tweede Kamer stuurde.

Onderzoekers van het Wetenschappelijk Onderzoek- En Documentatiecentrum concludeerden dat de potentie van de ISD-maatregel niet volledig wordt benut. Een van de redenen is volgens hen de 'onjuiste of onvolledige beeldvorming' bij de betrokken organisaties over de maatregel.

Rechters hebben wel bedenkingen bij de uitvoeringspraktijk. De behandeling van de veroordeelden komt in veel gevallen onvoldoende uit de verf, aldus de raad. "Rechters moeten erop kunnen vertrouwen dat de maatregel in de praktijk zo wordt uitgevoerd als die bedoeld is: als combinatie van detentie en behandeling."

De ISD-maatregel wordt zo'n driehonderd keer per jaar opgelegd aan veelplegers van vooral kleine criminaliteit. Uit het onderzoek blijkt nu dat de maatregel effectiever is dan een gewone celstraf. Teeven wil daarom dat er meer gebruik van wordt gemaakt.

Dat de maatregel tot minder recidive leidt noemt de rechtspraak 'interessant'. Maar effectiviteit is niet het enige waar de rechter naar kijkt bij het opleggen van een straf. "Die moet natuurlijk ook in verhouding staan tot de zwaarte van de gepleegde delicten."

De Raad voor de Rechtspraak wijst er ook op dat de maatregel alleen kan worden opgelegd als het Openbaar Ministerie dat heeft geëist. Als Teeven wil dat de maatregel vaker wordt opgelegd, moet hij daarvoor dus eerst bij justitie pleiten.