Arrestatiebevel voor Bengalese fabrieksdirecteuren

Een rechtbank in Bangladesh heeft dinsdag arrestatiebevelen uitgevaardigd voor twee directeuren en vier medewerkers van een kledingfabriek. Ze worden verdacht van moord in verband met een brand die de fabriek in november 2012 in de as legde. Bij de brand vonden 112 fabrieksarbeiders de dood.

Volgens de politie zijn de zes gevlucht. Het is niet bekend waar ze zich nu bevinden. Als ze niet voor 25 februari, als de rechtszaak dient, worden gevonden dan kan het proces zonder de verdachten van start gaan. Een besluit daarover wordt genomen als de politie uitleg heeft gegeven over wat er is gedaan om de zes verdachten op te sporen. Het is de eerste keer dat de Bengalese autoriteiten eigenaren van kledingfabrieken vervolgen.

De verdachten kunnen een celstraf van ten minste zeven jaar tegemoet zien als ze schuldig worden bevonden aan het niet naleven van de veiligheidsvoorschriften. De fabriek had geen nooduitgangen en was bovendien slecht bereikbaar voor de brandweer. Uit onderzoek is tevens gebleken dat managers en bewakers van de fabriek bij het uitbreken van de brand de arbeiders vertelden dat het ging om een oefening.

Na een reeks dodelijke rampen, waaronder de brand en de instorting van een fabriek waarbij meer dan elfhonderd mensen omkwamen, is duidelijk geworden hoe slecht en vaak ook onveilig de omstandigheden in de textielfabrieken in Bangladesh zijn. De textielindustrie is zeer lucratief en een van de grootste ter wereld. Jaarlijks levert de export van textiel, voornamelijk naar de Verenigde Staten en Europa, zo'n veertien miljard euro op.