'Muziekteksten zetten tieners aan tot seks'
Volgens het onderzoek is het niet één bepaald muziekgenre, maar de manier waarop seks in de teksten naar voren komt dat van invloed is op het seksuele gedrag. Nummers waarin mannen als wellustige veroveraars worden neergezet en waarin vrouwen zich schikken in de rol van seksobject, zouden sneller aanzetten tot seksuele activiteit dan nummers waarin seks hoogstens suggestief is en waarin relaties een vaster karakter hebben.
Van de deelnemers aan het onderzoek die regelmatig naar muziek met 'seksueel denigrerende teksten' luisterden, gaf 51 procent aan dat ze binnen twee jaar seksueel actief werden. Voor de deelnemers die weinig tot geen van deze soort muziek luisterden, ligt dit cijfer op 29 procent. Volgens onderzoeksschrijver Steven Martino is dit goed te verklaren.
"Blootstelling aan een boel seksueel denigrerende muziek geeft een duidelijk signaal af over seks. Jongens leren dat ze doorlopend op meiden moeten jagen en de meiden leren zichzelf als seksobject te zien. Wij zijn van mening dat dit drempelverlagend werkt en dat het tieners een mate van perspectief ontneemt. Ze maken sneller seksuele keuzes waar ze later spijt van kunnen krijgen", aldus Martino.
Volgens Benjamin Davis van het Hip-Hop Summit Action Network wijst men te snel met de beschuldigende vinger naar muziek. "Expliciete teksten zijn niet alleen een culturele expressie, maar tevens een reflectie van sociale en economische realiteiten. Er zijn veel meer factoren dan alleen muziek die invloed uitoefenen op hoe seksueel actief tieners zijn."
Davis weet zich in zijn opvattingen gesteund door seksuologe en schrijfster Yvonne K. Fulbright. Zij stelt dat druk van leeftijdsgenoten, iemands gevoel van eigenwaarde en de thuissituatie van grotere invloed zijn dan muziekteksten. "Het is een beetje gevaarlijk om alles op één oorzaak te gooien. Je moet kijken naar alles wat gaande is in iemands leven. Iemand die goed in zijn of haar vel zit, neemt dergelijke teksten niet echt serieus", aldus Fulbright.
Aan het onderzoek, dat in 2001 van start ging werkten 1461 deelnemers mee, variërend in leeftijd van twaalf tot zeventien jaar. De deelnemers werden in 2001, 2002 en 2004 telefonisch geïnterviewd. De meeste waren bij aanvang van het onderzoek nog maagd.
Met dank aan Kozzmic voor de submit.