Hans Dijksma gooit al kakkend de Gooise weg

Als ik een radio in de buurt heb staan en het is ongeveer vijf voor één ’s middags moet Radio 1 op, 94.2 FM weet ik ondertussen. De kans bestaat namelijk dat er iemand te beluisteren valt die in mijn top tien van meest inspirerende mensen staat. In het radioprogramma ‘Nieuwe feiten’ van Lieven Vandenhaute op Radio 1 mag namelijk ‘Hans Dijksma’, mijn idool, geregeld ‘het Middagjournaal’ voorlezen net voor het werkelijke één uur journaal.

Soms passeert hij geheel toevallig mijn gedachten in een zelden gevoerd gesprek over de radio, over welke zender je luistert in de wagen bijvoorbeeld. En enkel door het vervolgens te vragen ontdek je de Radio 1 luisteraar. Zelden wordt Radio 1 het volgende gespreksonderwerp, maar als het toch gebeurt, word ik direct heel zenuwachtig. Dan staat er plots een dubbel zo interessant persoon voor mij. En ik begin “Aah, ken je dat programma dan niet, rond de middag…? Over wetenschap enzo…?” Met euhm… zeg het eens, hoe noemt de presentator?... Lieve… Lieve de Schepper?” Niets van wat ik zeg klopt nog en de opwinding zorgt ervoor dat het belangrijkste waar ik een onderwerp van ging maken vergeet. Ik vergeet de naam van het programma, de naam van de presentator en het belangrijkste van allemaal, de naam van mijn idool. Vervolgens om het gesprek gaande te houden en in de hoop verbeterd te worden, noem ik mijn idool “Hans Dijksma”, omdat het er op trekt. De keren zijn echte Oer-Hollandse naam naar boven kwam, kan ik op één hand te tellen. 

Hij is de eerste Nederlander die mijn hart veroverde na Marco Borsato en de scheurkalender van Herman van Veen. De woorden die hij gebruikt en de zinnen die hij ermee bouwt in combinatie met zijn heerlijke vertelstem maakt dat elke woord een verhaal wordt. Hij is de eerste Nederlander die ik het werkwoord “kakken” heb horen gebruiken, mooi uitgesproken op Vlaamse wijze “kakké”, korte e zonder n. Daar de Nederlanders steeds het woord ‘poepen’ gebruiken willen ze gaan kakken.

Voor de Vlaming is een poep een kont en geen kaka en poepen is de liefde bedrijven en niet kaka doen. Poepen is een aan lagerwal geraakt woord in de Vlaamse voertaal. Het heeft een eerder positieve bijklank, maar wordt nog zelden gebruikt, enkel nog onder goeie maten of hoerenlopers en het best geformuleerd met de vraag, “ge hebt ze toch gepoept?” Poepen als werkwoord gebruiken om je grote boodschap te doen hier bij ons, gebeurt enkel in de dialecten vlakbij de Nederlandse grens, niet ver vanwaar ik woon en als ik het hoor word ik er misselijk van. Je kleine teen breken tegen de tafelpoot op weg naar het toilet lopend omdat je spetterpoep hebt, is minder erg dan een Vlaming het woord poepen horen gebruiken om te gaan kakken. Maar lieve Nederlanders, buiten het woord poepen en die alom vertegenwoordigde Gooise R is en blijft de Nederlander zeer geliefd hier. 

De naam van de Nederlander die de Gooise r openlijk hekelde, ben ik vergeten, maar het was steevast een gastspreker in ‘Nieuwe feiten’ op de Vlaamse topzender Radio 1, waar ook mijn idool zijn bijdrage levert en wiens naam ik ondertussen heb opgezocht. Het is niet Stef Bos, al wordt deze ook hoog geprezen. Het is wel een woordwonder, een wonderlijke zinnenbouwer, een oude ziel met een vertelstem, geboren om te vertellen. Het is een kunstenaar en hij verdient een pluim, alsook een Duveltje met een centimeter schuim en zicht op een opgestoken duim. Geboren tussen woorden in zijn ivoren toren hoog op zijn troon zit hij te schrijven aan het volgend middagverhaal en zijn naam is Nico Dijkshoorn.