De spoedwet: samenvatting en opinies

INLEIDING

Om de enigszins onverwachte opkomst van het coronavirus in te perken, heeft de regering een serie noodverordeningen afgekondigd. Dat gebeurt weleens vaker, bijvoorbeeld bij ernstige ongeregeldheden rondom voetbalwedstrijden. Maar omdat het virus nog altijd op de loer ligt en kan terugkomen wanneer we het oude leventje te gemakzuchtig oppakken, is een spoedwet ontwikkeld die de noodverordeningen moet vervangen. Sommige mensen vinden dit een benauwend idee, want gaat dit niet ten koste van onze democratie? Toch is het belangrijkste voordeel van een wet ten opzichte van een verordening juist het democratische karakter. Bij noodverordeningen hebben burgers en gemeenteraden namelijk geen inspraak, terwijl wettelijke maatregelen aan te vechten zijn bij een rechter.

Er gaan grote discussies rond in de media over deze spoedwet, waarin niet zelden grote beweringen worden gedaan over wat er in die wet staat. Job en Maarten van KAF besloten de wet daarom eens voor je door te pluizen en per artikel samen te vatten.

Hier vind je de originele versie van het ministerie.

IN HET KORT

Wat staat er in?

Het zijn feitelijk de al bestaande maatregelen van de afgelopen maanden in een wet vastgelegd: een veilige afstand houden tot elkaar, grote evenementen gaan niet of beperkt door, en grote groepen mensen moeten worden gemeden. Verder heeft de minister een bevoegdheid om snel regels op te stellen binnen de kaders van deze maatregelen, wanneer de verspreiding van het virus dit vereist. Zo kan hij bijvoorbeeld besluiten om regionaal scholen weer te sluiten, geplande evenementen te verbieden, of beschermingsmaatregelen binnen bepaalde gebouwen verplicht te stellen. Deze zogeheten ministeriële regelingen hoeven niet eerst door de Eerste en Tweede Kamer te worden goedgekeurd. Na maximaal een half jaar vervalt deze spoedwet, maar mocht de situatie rond het virus langer dreigend blijven, dan kan de wet met goedkeuring van de Tweede Kamer steeds met drie maanden worden verlengd.

Wat staat er niet in?

De spoedwet rept nergens over vaccins of het verplicht stellen ervan, het recht op demonstratie wordt niet afgenomen (alhoewel er wel beperkingen kunnen zijn in het aantal toegelaten demonstranten), en de wet heeft geen enkele betrekking op wat er binnen een woning gebeurt. Verder kan de minister niet zomaar wetten bedenken en doorvoeren, zolang ze geen betrekking hebben op de specifieke artikelen die in deze spoedwet staan vermeld. Tenslotte wordt de corona-app in geen geval verplicht en mogen bedrijven zoals restaurants nooit gebruik van de app vereisen voordat toegang tot de zaak wordt toegestaan.


DE SPOEDWET PER ARTIKEL

Artikel 58a Begripsbepalingen

Hier wordt even uitgelegd wat begrippen zoals ‘kinderopvang’ en ‘persoon met handicap’ precies omvatten. Hier wordt ook de term ‘veilige afstand’ gedefinieerd, maar helaas moeten we wachten tot artikel 58f om te zien wat dit inhoudt. Even wachten dus.

Artikel 58b Doel en reikwijdte

We kunnen lezen dat het doel van deze nieuwe artikels is om de bestrijding van de epidemie, en de directe dreiging daarvan, aan te pakken.

Artikel 58c Procedurevoorschriften ministeriële regelingen

Een ministeriële regeling is een vorm van wetgeving waarbij de Eerste en Tweede Kamer er niet aan te pas komen. Dit is doorgaans om processen te versnellen zodat er geen weken voorbij gaan aan ronden van toetsing. Met andere woorden: de minister (in dit geval Hugo de Jonge) kan regels vormen zonder de Kamer of zelfs de ministerraad af te wachten. Dat klinkt in eerste instantie spannend, maar dit wordt al in tal van wetten en algemene bepalingen toegepast en is dus op zich niks nieuws.

De ministeriële regelingen hebben in dit geval enkel betrekking op de artikels die hieronder worden beschreven.

Tenslotte staat in dit artikel vermeld dat een nieuwe regeling op z’n vroegst pas een week nadat de Eerste en Tweede Kamer er van op de hoogte zijn gebracht, ingaat.

Artikel 58d Bevoegdheid voorzitter van de veiligheidsregio

De voorzitter van de veiligheidsregio kan, wanneer de minister dat bepaalt, besluiten nemen waartoe doorgaans enkel burgemeesters bevoegd zijn. Dit is enkel in omstandigheden waarbij er situaties ontstaan die niet meer een simpele lokale omvang hebben. Zodra deze situaties weer onder controle zijn, trekt de minister deze bevoegdheid voor de voorzitter van de veiligheidsregio weer in.

Artikel 58e Differentiatie en ontheffingen

Kunnen de maatregelen die de minister neemt enkel globaal van aard zijn, en dus voor iedereen gelden? Of kan de minister maatregelen specifiek voor bepaalde regio’s of leeftijdscategorieën nemen om zo de overlast voor anderen zo veel mogelijk te beperken? Dat bepaalt dit artikel. Het geeft aan dat de minister de maatregelen specifiek kan maken voor gemeenten, personen (op basis van leeftijd), activiteiten, en openbare of besloten plaatsen.

Wel is een burgemeester bevoegd om ontheffingen van dit soort maatregelen te verlenen, zolang dit natuurlijk niet lijnrecht tegen de bestrijding van de epidemie in gaat.

Artikel 58f

In het kort komt dit artikel erop neer dat je een veilige afstand behoort te houden tot anderen wanneer je je huis verlaat. Natuurlijk zijn er aardig wat logische uitzonderingen: bijvoorbeeld wanneer je met iemand bent die op hetzelfde adres woont, wanneer je een hulpverlener bent of wanneer je bij een kinderdagverblijf werkt.

Van deze regel mag worden afgeweken als er voldoende maatregelen zijn genomen met behulp van beschermingsmiddelen.

De exacte afstand die dan veilig zou zijn, wordt niet wettelijk vastgelegd. Dit wordt vastgesteld op basis van adviezen van het RIVM, die natuurlijk kunnen veranderen door voortschrijdend inzicht.

Artikel 58g Groepsvorming

Bij ministeriële regeling kunnen plaatsen worden aangewezen waar het niet is toegestaan om je in groepsverband op te houden. Dit geldt niet voor woningen, maar er zijn nog verdere uitzonderingen in gevallen van artikel 58f. Bijvoorbeeld, wanneer je met mensen met hetzelfde woonadres bent of als een groep hulpverleners die beroepsmatig bij elkaar komt. Toch zitten er nog wat interessante uitzonderingen tussen. Zo geldt dit artikel niet voor mensen die vanuit hun levensovertuiging samenkomen. Verder zijn openbare manifestaties toegestaan, mogen mensen bij elkaar komen voor verkiezingen of rechtsspraak en zijn vergaderingen in overheidsfuncties toegestaan.

Artikel 58h Openstelling publieke plaatsen

Bij ministeriële regeling mogen bepaalde publieke plaatsen slechts gedeeltelijk, of voor een beperkt aantal personen, worden geopend.

Artikel 58i Evenementen

Bij ministeriële regeling kunnen bepaalde evenementen worden aangewezen die niet, of slechts onder bepaalde voorwaarden, kunnen doorgaan. Denk ook hierbij aan een beperkt aantal personen dat op het evenement mag komen.

Artikel 58j Overige regels

Het welbekende kopje ‘overige’. Eens kijken: bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over zaken zoals het dragen van beschermingsmiddelen (zolang dit geen betrekking heeft op woningen), de uitoefening van beroepen waarbij geen veilige afstand kan worden gehouden tot klanten of patiënten, het gebruik van openbare voorzieningen, en hoeveel mensen er in een vakantieverblijf mogen zijn.

Interessante toevoeging waar ik nog niet aan had gedacht: het dragen van beschermingsmiddelen kan niet leiden tot een boete voor het dragen van gezichtsbedekkende kleding, zoals in een ander wetboek vermeld staat.

Artikel 58k Zorgplicht publieke plaatsen

Wanneer iemand bevoegd is om een publieke plaats open te stellen voor het publiek, moet deze persoon zorgen voor voorzieningen om de punten van artikels 58f tot en met 58j te kunnen waarborgen. Wanneer de burgemeester vindt dat deze bevoegde personen de regels niet in acht kunnen nemen, kan hij schriftelijke aanwijzingen geven. In spoedeisende situaties kan de burgemeester een bevel geven.

Artikel 58l Zorgplicht besloten plaatsen

Voor besloten plaatsen (geen woningen) geldt eigenlijk hetzelfde als in het voorgaande artikel. Wanneer het een bedrijf betreft en de daar aanwezige personen de regels tussen 58f en 58j niet kunnen opvolgen, kan de minister een schriftelijke aanwijzing geven aan de daartoe bevoegde personen om voorzieningen te regelen waardoor er wel aan de regels kan worden voldaan. Wanneer het geen bedrijf betreft, is de burgemeester bevoegd om een dergelijke aanwijzing te geven.

Artikel 58m Maatregelen voor openbare plaatsen

Wanneer de burgemeester vindt dat de omstandigheden op een openbare plaats ertoe leiden dat aanwezigen zich niet aan de punten uit artikels 58f tot en met 58j kunnen houden, kan hij bevelen geven om de naleving van deze punten te verzekeren.

Artikel 58n Maatregelen voor besloten plaatsen

Wanneer gedragingen of activiteiten vanuit besloten plaatsen (woningen uitgesloten) tot een ernstige vrees voor directe besmetting met het virus leiden, kan de burgemeester het bevel geven om de activiteiten direct te beëindigen en mensen vorderen weg te gaan.

Artikel 58o Zorgaanbieders en zorglocaties

Dit artikel bespreekt hoe de punten in artikels 58f tot en met 58j binnen de zorg moeten worden bekeken. Het lijkt sterk op de bovengenoemde artikels, maar er wordt wat specifieker ingegaan op het feit dat hulpverleners natuurlijk wel dichtbij de cliënt mogen zijn, en dat familieleden of naasten van deze cliënten ook dichterbij mogen blijven.

Artikel 58p Personenvervoer

Via een ministeriële regeling kan worden bepaald dat bepaalde soorten van personenvervoer worden verboden, of dat er regels aan het gebruik ervan worden gesteld.

Artikel 58q Onderwijsinstellingen

Via een ministeriële regeling kan worden besloten dat bepaalde onderwijsactiviteiten gedeeltelijk of geheel worden verboden. De onderwijsinspectie houdt hier toezicht op.

Artikel 58r Kinderopvang

Via ministeriële regeling kan de kinderopvang gesloten worden, maar uitzonderingen voor kinderen van ouders in de vitale beroepen zijn mogelijk. Daarnaast kunnen burgemeesters worden opgedragen om locaties in te richten voor opvang van kinderen van deze ouders, tot 24 uur per dag, 7 dagen per week.

Artikel 58s Vangnet

Wanneer er situaties ontstaan waarin bovenstaande maatregelen niet toereikend blijken te zijn om het coronavirus te bestrijden, kunnen via ministeriële regelingen andere maatregelen worden getroffen. Echter, omdat deze niet in deze spoedwet vermeld staan, dient zo’n maatregel binnen twee weken te worden voorgelegd aan de Tweede Kamer. Als deze niet achter deze maatregel staat, moet de minister deze maatregel binnen een week weer intrekken.

58t Verantwoording en informatievoorziening

Eens per maand dient de minister een overzicht te sturen aan zowel de Eerste als de Tweede Kamer betreffende de genomen maatregelen. Verder dient de burgemeester informatie en statistieken te verschaffen aan de minister, zodat deze de beleidsvorming kan bepalen. Via ministeriële regeling kan de minister regels stellen aan het type informatie dat de burgemeester verstrekt en de wijze waarop deze informatie is verzameld.

Artikel 58u Last onder bestuursdwang en last onder dwangsom

De minister mag bepalen dat er dwangsommen opgelegd worden wanneer herhaaldelijk niet aan bovenstaande regels wordt voldaan. Denk hierbij aan een caféhouder die geen beschermingsmiddelen regelt waar dit wel is vereist of geen afstand verzorgd tussen zitplaatsen op zijn terras.

Artikel 64a Grondslag voor aanwijzing andere toezichthouders dan IGJ en NVWA

Doorgaans vallen de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit onder het Ministerie van Gezondheid. Wanneer de minister het nodig acht, kan hij daarvoor (na overleg met de desbetreffende verantwoordelijke minister) ambtenaren aanwijzen die onder een ander ministerie vallen.

Artikel 65a Grondslag voor aanwijzing buitengewone opsporingsambtenaren

Dit artikel benadrukt dat buitengewone opsporingsambtenaren (BOA’s), waaronder politieagenten en handhavers vallen, overtredingen zoals in de voorgaande artikels staan beschreven mogen beboeten.

Artikel 68bis Strafbaarstellingen en strafsancties regels hoofdstuk Va

In dit artikel staan de hoogtes van de straffen bepaald - bijvoorbeeld dat bepaalde overtredingen (zoals het houden van onvoldoende afstand of het in grote groepen op straat staan) leiden tot een geldboete van de eerste categorie of een gevangenisstraf van maximaal een maand. Andere overtredingen (zoals het organiseren van grote evenementen wanneer dit niet is toegestaan) leiden tot een geldboete van de tweede categorie of een gevangenisstraf van maximaal twee maanden. Er staat benadrukt dat het om overtredingen gaat, en dus niet om misdrijven.

Artikel 68ka Last onder dwangsom BES

Dit artikel geeft aan welke artikels van de Algemene Wet Westuursrecht van toepassing zijn wanneer een dwangsom wordt opgelegd onder artikel 58u.

OPINIES

Job:

Als ik eerlijk ben, had ik veel ergere maatregelen verwacht dan ik ben tegengekomen. Op social media en Youtube kwam ik heel veel reacties tegen die waarschuwden voor de ‘fascistische’ vrijheidsbeperkingen voor de burger, de hoeveelheid macht die de megalomane De Jonge wel niet zou krijgen, en hoe de overheid deze spoedwet er stiekem en zo snel mogelijk doorheen wilde krijgen. Bij het doorlezen van de artikels in de spoedwet kom ik echter weinig dingen tegen waarover ik me zorgen maak. Natuurlijk zou je mensen het liefst op vrijwillige basis oproepen om onderling afstand te houden en een beetje verstandig te doen. De praktijk heeft echter geleerd dat dit niet werkt – men ging massaal door met samenkomen in grote groepen – wat ervoor zorgt dat handhaving noodzakelijk is.

Ik begrijp goed dat niet iedereen het hiermee eens is. Een aantal kanttekeningen dus:

  • Ik ben zo’n schaap dat nog altijd gelooft dat er een pandemie gaande is met een virus dat een veel grotere impact op de gezondheid heeft dan een griepje. Vanuit die optiek ben ik voorstander van een aantal maatregelen die ingrijpend zijn op korte tot middellange termijn, om zo een ernstige overbelasting van het zorgsysteem te voorkomen. Wanneer je denkt dat het coronavirus feitelijk weinig anders is dan de seizoensgriep, of zelfs denkt dat het niet bestaat, is een dergelijke wetswijziging natuurlijk ernstig verdacht.
  • Het toekennen van meer macht aan een minister waardoor hij de Tweede Kamer kan omzeilen, wordt lineair minder comfortabel naarmate je minder vertrouwen in die minister of in de overheid in het algemeen hebt. Mensen die denken dat Hugo de Jonge een satanistische cult-leader is die ritueel kinderen slacht, zullen niet staan te juichen bij een dergelijke stap. Mocht je echter van mening zijn dat het kabinet op dit moment daadwerkelijk een onvoorspelbare pandemie probeert te bestrijden, dan is het ineens niet zo ingewikkeld om je in te denken dat snel handelen gewenst is. Elke adequate maatregel eerst door de Tweede Kamer te moeten loodsen laat dan belangrijke tijd verstrijken. Zodoende is handelen via ministeriële regeling te verdedigen.

Het enige puntje waarbij ik wat langer heb moeten nadenken is te vinden in Artikel 58t. De minister mag bij burgemeesters om informatie vragen om zo een goede schatting te kunnen maken van de verspreiding van het virus. Per ministeriële regeling mag de minister bepalen op welke wijze de burgemeesters deze informatie kunnen verkrijgen. Hier loert wat mij betreft een privacy-risico om de hoek.

Maarten:

Qua inhoud is de spoedwet redelijk wat ik had verwacht. De maatregelen die als noodverordening werden afgekondigd worden nu in een spoedwet gezet, die na een half jaar vervalt als er geen noodzaak meer toe is waarbij die noodzaak gezondheidsrisico vanwege de pandemie is. Dat geeft overigens ook iets meer mogelijkheden om maatregelen wettelijk aan te vechten, wat bij een noodverorderning lastiger is. Maargoed, uiteindelijk zal het nogal aan je vertrouwen in de regering liggen of je er vertrouwen in hebt of deze regels getrouw aan hun opgegeven bedoeling worden nageleefd. Want als je denkt dat de regering een corrupte liegende bende is is het makkelijk voor te stellen dat er eindeloze uitbreidingen komen van 'hoe lang de wetten noodzakelijk zijn' en zijn de soms open bewoordingen van veiligheidskleding en noodzaak gevaarlijke open deuren voor misbruik. En eerlijk is eerlijk, als Xi Jinping onze president geweest zou zijn zou ik ook niet staan te springen om deze wet aan te nemen. Dus in die zin begrijp ik het als mensen geen vertrouwen hebben in deze spoedwet.

Maar Xi Jinping is niet onze president, dat is Mark Rutte. In een meerpartijenstelsel. Dat maakt nogal verschil. En hoe oneens ik het met sommige mensen in onze Tweede Kamer ook ben, ik vermoed bij niemand dat ze een satanisch plan hebben met gedwongen kleding en knuffelverboden om zo demonische energie op te wekken. Volgens mij zijn deze maatregelen gewoon waar ze voor bedoeld zijn: het eronder krijgen van het virus, op een verantwoorde manier.