De integriteit van Nederland

Hoe betrouwbaar is de Nederlandse politiek? Hoe omkoopbaar zijn politici? Hebben zij het beste met het land voor, of zijn zij alleen uit op eigenbelang? Stiekem weet iedereen wel dat veel politici graag iets doen waar zij zelf beter van zullen worden. Waarom rijden GroenLinksers anders met dikke vervuilende auto's rond, en wonen PvdA'ers in grachtenpanden? Niet omdat het hoort bij de idealen van hun achterban. Maar vooruit, op Europees niveau vinden Nederlanders ons land vaak behoorlijk democratisch. Maar waar kwam vorige week dan ineens dat rapport van de Raad van Europa vandaan, waarin wordt getwijfeld aan de Nederlandse integriteit?

De VVD kwam eerder al integriteitsproblemen tegen. Een Roermondse wethouder en senator trad al af wegens verdenking van corruptie, een oud-gedeputeerde in Noord-Holland kreeg al de aandacht van de media wegens vervolging voor omkoping, valsheid in geschrifte en witwassen, en vorige week stapte ook Kamerlid Houwers op omdat zijn integriteit in het geding is gekomen. De VVD is voor een integriteitscode. Ja. Vast. Het is alsof je oud-wielrenner Blijlevens vraagt om naar waarheid te tekenen of hij in het verleden ooit doping heeft gebruikt. De meeste schandalen in de politiek worden niet ontdekt door de politiek, net zomin als wielrenners het dopinggebruik vrijwillig toegeven tijdens hun wedstrijdseizoenen. Het is de pers die als enige partij druk bezig is met de integriteitscontrole van politici. Maar de pers bezuinigt steeds meer. Gaat dit wel goed?

Op landelijk niveau kan de pers nog heel wat boven water halen. De journaals lichten maar wat graag de achtergrond van een politicus, de verdiepingsprogramma's waar ruimte is voor onderzoeksjournalistiek hebben menig politiek besluit door het slijk gehaald, de landelijke dagbladen komen met nieuwe invalshoeken op landelijke misstanden. En daar worden vervolgens debatten over gevoerd. Maar op lokaal niveau is het bedroevend slecht gesteld met de media. Niet omdat ze het niet willen, maar omdat er lokaal te weinig geld is om geheel integer te handelen.

Een voorbeeldje van een lokale omroep. Ergens in de provincie zat een klein omroepje dat zich op de stad zelf richtte. Het doel was om de inwoners van de stad op de hoogte te brengen van de lokale politiek, cultuur, kunst en alles wat leeft in de stad. In de praktijk keek geen hond naar de zender. Het personeel bestond grotendeels uit vrijwilligers en mensen die via de sociale werkplaats een gesubsidieerde baan kregen. Stagiaires zaten hun tijd uit in de hoop op een voldoende. De radio opende altijd met 'Walk of Life' omdat de technicus het een leuk nummer vond, de redactie las de plaatselijke krant en tikte wat berichtjes over om wat nieuws te produceren. Halverwege het jaar werd er ook nog een personeelslid 'gevonden' die al jaren ziek thuis zat. Hij heeft in zijn eerste werkweek alleen gekeken hoe zijn computer defragmenteerde, en boog zich steeds voorover om stiekem zijn lunchbakje leeg te eten.

Moet zo'n lokale omroep nou het wel en wee van de gemeentelijke politiek controleren? Aan onderzoeksjournalistiek kwamen zij niet toe. Live verslaggevers stonden hooguit aan de rand van het voetbalveld. Belangenverstrengeling stond aan de grond van deze gesubsidieerde omroep. Een bestuurslid schreef zelf berichten over zijn politieke instantie, waarbij de positieve berichten met uitroeptekens op tekst-tv kwamen. Met de politiek werd uitsluitend gebabbeld. Er werd geen tegengeluid gegeven. De woordvoerders konden zich volledig ontspannen met de verslaggevers van deze omroep. Toen de wethouder van cultuur de inkomsten van de omroep wilde korten, is de wethouder geboycot op de zender. Alleen een beetje jammer dat de wethouder het zelf niet wist. De gemeente in die plaats had alles fout kunnen doen, en nog zouden de medewerkers van die omroep door hun knip- en plakmentaliteit de allerlaatsten van de stad zijn die daarover zouden berichten.

En hoe het dan mis kan gaan, bleek laatst wel bij de Rotterdamse deelgemeente Feijenoord. Vriendjespolitiek, cliëntelisme, machtscultuur. Gekozen bestuurders die alleen opkwamen voor de mensen van hun eigen achtergrond, een angstcultuur binnen het bestuur. Zij hebben wonder boven wonder zelf een onderzoek laten instellen, waarbij het rapport met zulke vernietigende conclusies kwam, dat er niets anders opzat dan dat Rotterdam de vinger weer aan de pols houdt. Pas toen sprong de pers er bovenop. Hoe heeft dat zo ver kunnen komen? Integriteit kan pas gewaarborgd worden, als er meer controlerende instanties zijn dan alleen de pers. De pers redt het qua financiën en mankracht niet om alle politieke eilandjes zelf te controleren.

Welke bijbaan heeft de lokale fractieleider? Wie zijn de vrienden van de lokale wethouder? Wie zijn de lobbyisten? En welke voordelen heeft de politicus al gegeven aan het bedrijf of sector waar hij na zijn ambtstermijn als CEO aan de slag gaat? Kortom: worden we een bananenrepubliek, of kan Nederland zijn integriteit ooit nog hervinden?