Coöp-gameplay in Resident Evil 4

Als ik denk aan zombies, dan denk ik aan Resident Evil 4. Mijn favoriete griezelgame. Toegegeven, hij was lang niet zo eng als eerdere delen. Maar het plezier dat je uit een game haalt – ongeacht de naam – telt ook voor wat het is.

Wat me vooral bijgebleven is niet zozeer een specifiek moment in de game, maar meer wat er voor het scherm gebeurde. Samen met een goede vriend zaten we uren Resident Evil 4 te spelen. Zelfs de Merchaneries Mode ( je weet wel: waarvan nu een slap aftreksel op Nintendo’s meest teleurstellende handheld is uitgebracht) bleef niet onbeschoren. Man, wat hebben we in onze broek gescheten. Regenerator hier, enge Christelijk uitziende oude man in een lang gewaad daar en een hordes hersendode zombies random boze en geïnfecteerde mensen. Ja, we moesten er iets op verzinnen.

Wat hadden we nou bedacht om zo min mogelijk te schrikken tijdens het spelen? Ja, behalve elkaar vasthouden als het te eng werd, hadden we nog een plan. We speelden om beurten. Eerst speelde ik tot het eerste save point en vervolgens speelde hij datzelfde stuk, om daarna tot de volgende typmachine door te schijten. Zo wist hij wat er de eerste twintig minuten van z’n speelsessie gebeurde en ik wat er daarna zou gebeuren. Waren we minder bang? Nee, niet echt. Om de zoveel tijd moest er één van ons de controller afgeven aan de ander, waardoor je alsnog als eerste door een bepaalde gang moest die er wel heel nauw uitzag.

Maar wat hebben we genoten. En daar gaat het om. Er zijn maar weinig games waarvan ik nog precies weet hoe ik hem gespeeld heb, met wie en waarom op die manier. Zoals ik al zei was Resident Evil 4 niet de beste game uit de reeks, maar wel de meest leuke. En ja: ik was ontzettend blij met Resident Evil 5: coöperatieve gameplay is de meest waardevolle toevoeging in een videospel, sinds gesneden witbrood.