De screentest van Ovide

Midden in het weiland staat een grote aanhangwagen met daar bovenop een metershoog videoscherm. Het scherm verlicht het hele weiland en eigenlijk ook de hele omgeving. Flitsende reclameboodschappen worden het veld in gestuurd. Niemand, op een paar verdwaalde veldmuizen, een kerkuil en misschien een aantal paarden die de nacht niet in de stal doorbrengen na, ziet wat er precies in de reclameuitzending zit. 

Waarom staat hier zo’n enorm scherm? Zo’n honderd meter voor het scherm, loopt de Burgemeester Bechtweg, een soort ringweg boven Tilburg. Vanaf de weg kun je het scherm niet zien. Ja, het kan wel, maar dan heb je drie dagen nekpijn. Je moet wel heel ver naar rechts of links kijken om de uitzending te volgen en dan maar hopen dat je je auto recht kunt houden. Eigenlijk kan niemand goed zien wat de adverteerders, die waarschijnlijk veel geld betaald hebben, jou willen verkopen. Het is een drive-inbioscoop midden op het platteland (binnenkort een inspiratieloos bedrijventerrein) zonder goed zicht. En zonder geluid.

‘Willemsen, kerel…’
‘Ja, meneer Janssen?’
‘Willemsen, heb jij die zendtijd op dat scherm bij de Bechtweg ingekocht?’
‘Dat heb ik inderdaad. Mooie reclame, toch? Zo langs de doorgaande weg en dat voor zo’n prijs!’
‘Heb je het scherm ook gezien?’
‘Ja, nee, euh…Maar de exploitant zei dat het een scherm van ruim vier meter hoog is. Dertigduizend potentiële klanten zien iedere dag ons logo en, nog beter, uw hoofd.’
‘Willemsen, nog één keer en je bent ontslagen.’
‘Hoezo?’
‘Helemaal niemand ziet dat scherm. Althans, dertigduizend man zien het scherm, maar niet onze reclame.’

Misschien alleen omdat het me nu pas opvalt, maar ik zie de laatste tijd steeds meer videoschermen opduiken. Je hoeft eigenlijk maar een paar kilometer te rijden of een paar meter door een winkelstraat te lopen en je aandacht wordt getrokken door een beeldscherm. Ik heb het steeds meer het idee dat ik op het eiland van Ovide beland ben. Overal schieten er schermen als paddestoelen uit de grond, letterlijk.

Ik hou van schermen. Ik ben er verslaafd aan. Als ik voor mijn werk ergens een kantoor binnenwandel, dan bestaat de kans dat ik over de balie van de receptioniste duikel omdat ik afgeleid ben door de tv’s die er hangen. Bij de grootste televisieverkoper van Nederland staat een metershoog plasmascherm aan het eind van de roltrap. Hoe vaak heb ik niet de roltrap geblokkeerd omdat ik wegdroomde voor dat ene scherm? In de winkelstraat daar om de hoek moest ik, hoe toepasselijk, bij een winkel zijn die schoonmaakdoekjes voor televsie- en computerschermen verkoopt. Turend naar een gigascherm loop ik de winkel voorbij en loop ik net als Rowan Atkinson die zijn debuut maakt, tegen een paal.

Bij Nieuwsuur hebben ze ook naar Ovide gekeken en als er via een straalverbinding (hoe nostaligisch klinkt dat?) geschakeld wordt naar een brandhaard ergens op de wereld (maar meestal gewoon het Binnenhof), dan komt er zo’n groot scherm uit de grond. Je ziet dan een scherm op je scherm.

Soms zie je bij een middageditie van het Journaal een televsie op de achtergrond waarop datzelfde journaal te zien is. Op dat scherm zie je dus weer een scherm met daarop een scherm, daarop nog een scherm, daarop nog één, enzovoorts. Een digitale matroesjka. Als ik dat zie, tel ik de schermen, maar moet ik daarna nog een keer het Journaal kijken, omdat ik nog geen idee heb wat er nu in de wereld gebeurt.

Niet alleen is de fantasiewereld van Ovide nu werkelijkheid geworden, hoewel de uitzendingen nu niet verzorgd worden door een publieke omroep met een charmante nieuwslezeres, maar door lokale Tell Sells. Ook die van Inspector Gadget is uitgekomen. Ik heb sinds een week of twee een nieuw mobieltje. Of noem het een laptop die net in mijn broekzak past. Ik had gelukkig zo door hoe het ding werkt. Ik moest alleen opzoeken hoe ik gewoon, ouderwets, moest bellen. Even was ik bang dat ik alleen nog maar kon videobellen, net als Penny en Brain in Inspector Gadget. Er zitten geen toetsen met cijfers op de telefoon, hoe moet ik dan een nummer ‘draaien’?

Nu draag ik 24/7 een videoscherm bij me. Ik kan 24/7 zo’n beetje alle nieuwsprogramma’s die er wereldwijd gemaakt worden op mijn persoonlijke scherm bekijken. Er hoeft niet eens een O-vide-o uit de grond te komen. Ik kijk dus op mijn telefoon naar een televisieuitzending van het Journaal, met op de achtergrond een scherm met diezelfde uitzending, met…

De meeste schermen langs de weg of in winkelcentra zenden niet het wereldnieuws uit. Het zijn digitale reclameborden waar flink geld mee verdiend wordt. Daar heb ik verder niks op tegen, behalve dan dat ik in therapie moet omdat ik steeds door ze word afgeleid en het niet lang zal duren voordat ik met blauwe plekken, veroorzaakt door een botsing met een paal of een botsing op de roltrap, met hulp van TomTom op een touchscreenscherm naar de EHBO moet rijden. En als ik door de duizeligheid van de botsing niet meer kan rijden, dan loop ik begeleid door de navigatie op mijn telefoon naar de dichtstbijzijnde bushalte om de bus naar het ziekenhuis te nemen.

‘Willemsen, klootzak!’
‘Meneer Janssen…’
‘Heb jij óók zendtijd gekocht voor dat scherm langs de A58 ónder Tilburg, op dat kantoorgebouw?’
‘Euhm….ja.’
‘En wat kostte dat ons?’
‘Mwahhh, kleine vierduizend euro.’
‘Heb je het scherm al eens gezien?’
‘Ja, kijk maar uit het raam. Vanaf hier kan ik onze advertenties goed zien.’
‘Heb je ook al eens vanaf de snelweg geprobeerd tien verdiepingen omhoog te kijken?’
‘Nee…’
‘Je hebt nu vierduizend euro uitgegeven aan advertenties die alleen wij kunnen zien!’
‘Ben ik nu ontslagen?’
‘Per direct.’

Ik rijd over de A58 onder Tilburg. Ver boven, zeker tien lege kantoorverdiepingen hoog, verlicht een metershoog scherm de kantoren aan de overkant. Ik buig over mijn stuur en ik probeer te zien wat mij vandaag verkocht wordt. Ik ben weer afgeleid en twee zwarte minuten later hang ik op de kop over een brug. Amper bij bewustzijn pak ik mijn mobiel. Vraag me niet hoe, maar het is me gelukt om 112 te bellen. Terwijl ik wacht op de ambulance, kijk ik samen met een veldmuis naar digitale advertenties van Janssen Uitvaartverzekeringen.

‘Meneer, gaat u mee? Ik wil u even controleren in de ambulance.’
‘Later, ik wil even weten wat de Extra Service Polis van Willemsem kost. En straks komt Ovide. En daarna Inspector Gadget.’