Lance Armstrong Entertainment Group

Wielerjournalist en oud-renner Paul Kimmage noemt hem de kanker van het peloton. ‘Voor mij staat hij voor alles wat niet deugt aan het profwielrennen’, zegt Kimmage in een interview voor de NOS. ‘Hij gebruikt doping en zet anderen aan tot het gebruik van doping. En dat is de kanker die hij uitzaait.’

Lance Armstrong heeft zeven keer de Tour de France gewonnen. Een unieke prestatie, zeg je dan clichématig. Het maakt hem wel zeker tot de grootste wielrenner aller tijden en misschien wel tot grootste sporter ooit. Voordat hij sportief echt succes had, heeft hij kanker overwonnen. Hij is genezen van teelbalkanker. Nu zet hij zich in voor onderzoek naar die ziekte, of zoals ik me heb laten vertellen, die ziektes. Kanker is een soort verzamelnaam voor heel veel ziektes met één gemeenschappelijke factor: ombeheersbare groei van cellen. Zijn status als beroemde sporter gebruikt de Amerikaanse topsporter om, eigenlijk heel simpel, armbandjes te verkopen. De opbrengst gaat naar de bestrijding van kanker.

De Texaanse wielrenner is voor mij een echte held. Hij heeft een vreselijke ziekte overwonnen, presteert daarna beter dan welke collega ook en misbruikt zijn beroemdheid niet voor allerlei egoïstische schnabbels, maar zet het in voor een doel waar niemand iets tegen kan hebben. Een topvoorbeeld van een voorbeeldfunctie. Iedereen zou zoals Armstrong moeten zijn, lijkt me. Althans, iedereen zou een voorbeeld aan hem moeten nemen.

Of niet? Onder anderen Paul Kimmage is er van overtuigd dat Armstrong doping heeft gebruikt. De sportheld zou iedereen bedrogen hebben. Hij heeft vals gespeeld. Armstrong is volgens zijn tegenstanders een juist schoolvoorbeeld van hoe het niet moet. Net als zijn naamgenoot, de eerste man op de maan, wordt Lance Armstrong beschuldigd van besodemieterij.

Nou is het niet zo gek dat de beste wielrenner ooit in verband gebracht wordt met verboden middelen. Ik heb zelf jaren, op televisie, naar wielerwedstrijden gekeken. En helaas, keer op keer als een renner een wedstrijd wint, blijkt achteraf dat hij de boel bedrogen heeft. Floyd Landis, Aleksander Vinokoerov, Thomas Dekker en Iban Mayo zijn maar een aantal uit de enorme voorraadpot renners die presteerden met verboden hulp. Daardoor ga je iedere winnaar van iedere wedstrijd verdenken. Armstrong is daarbij geen uitzondering. Als andere renners een beetje beter presteren dan de collega’s en steeds blijkt dat zij er boven uitstijgen omdat ze gecheat hebben, dan mag je zeker kritisch kijken naar de prestaties van de man die nog veel beter presteert. Ik durfde op een gegeven moment geen Sportjournaal meer te kijken als er keer op keer weer een dopinggeval naar boven kwam. 'Nieuws is nieuws en dan brengen wij dat', hoor ik Mart Smeets nog vertellen als reactie op de Duitse televisiejournalisten die na het zoveelste dopinggeval besloten de Tour de France niet meer uit te zenden. Ik had weer een zondagmiddag weggegooid met het kijken naar leugenaars. Ik was weer aan het klappen voor een bedrieger. Dat frustreert en in de loop van de jaren ben ik steeds minder gaan kijken naar wielerwedstrijden. Ik kan geen held meer toejuichen. Bij iedere prijsuitreiking denk ik: ‘Over een week moet je je medaille toch weer inleveren’, en zoek ik naar gezichtsuitdrukkingen die er op kunnen wijzen dat deze pokeraar een aantal kaarten onder de tafel houdt. De helden bleken keer op keer bedriegers te zijn. Bijna als kanker vermenigvuldigde de dopingcellen zich in het peloton. Bijna.

Journalist Paul Kimmage is zeker van zijn zaak en verwacht dat het standbeeld Armstrong binnenkort voor de rechter en de wielerautoriteiten van zijn sokkel zal vallen. Om zijn mening kracht bij te zetten, gebruikt hij kanker als metafoor voor Armstrongs mogelijke gebruik en verspreiding van dopingmiddelen. Kanker choqueert en trekt dus de aandacht. Dat weet Armstrong. Dat weet Kimmage. Armstrong gebruikt het om zichzelf tot held te maken (‘ik heb kanker overwonnen’). Hij gebruikt vervolgens die heldenstatus voor het bestrijden van de vreselijke ziekte. Ik ga er overigens even vanuit dat het geld dat hij ophaalt voor zijn foundation ook echt naar onderzoek en bestrijding gaat en niet, zoals links en rechts wel beweerd wordt, in eigen zak gestoken wordt of, nog erger, gebruikt wordt voor doping.

Heel even schrijf ik me bijna in voor het Kimmage Zomer Hetze Kamp. Hij zei in het Sportjournaal: ‘Kanker overwin je niet. Armstrong heeft geluk gehad.’ Inderdaad, als je kanker overleeft, heb je geluk gehad. Je zou de ziekte als een loterij kunnen zien waarbij je, in het geval van de variant die Armstrong had, veertig procent kans op het prijzengeld hebt. Ik was gevoelig voor dat argument. De sokkel van Armstrong begon al wat barstjes te vertonen. Maar hé, na zijn gelukje heeft hij wel keihard gewerkt om zeven keer één van de zwaarste sportwedstrijden die een mens kan overleven te kunnen winnen, toch?

Dan boeit het mij eerlijk gezegd niet zo of hij verboden middelen gebruikt heeft. Ik zie het professionele wielrennen, net als bijvoorbeeld voetbal of basketbal in de Verenigde Staten, steeds meer als een entertainmentindustrie, misschien zelfs als een eigen economie. Ik kijk naar wielrenners, voetballers en basketballers zoals ik naar filmsterren en popsterren kijk. De sporters zijn de hoofdpersonen in verhalen die veel geld opleveren. En die verhalen leveren pas geld op als Britney Spears haar hoofd en haar poes scheert, als O.J. Simpson naar de rechter moet, als Marion Jones haar medailles moet inleveren, als Danilo Di Luca bij zijn rentree in het peloton zal worden uitgefloten en als Armstrong probeert uit de klauwen van de FBI te blijven. De wedstrijd wordt niet meer op het sportveld of op het wielerparcours gespeeld. De wedstrijd die ik volg, begint als de atleet over de finish is.

Ik volg Armstrong ook niet meer als wielrenner. Ik volg bijna geen enkele wielrenner meer als sporter. Ik volg ze alsof het rocksterren zijn wier optredens op het podium niet meer boeien. Ik lees de verhalen om de sport heen. De wedstrijd op de weg is bijzaak. Ik ga de boeken lezen en de rockumentary’s kijken. Paul Kimmage heeft ‘kanker’ geschreeuwd en daarmee bewust en bedoeld een rol gekregen in het verhaal van Armstrong. Als Lance binnenkort voor de rechter moet verschijnen en er wordt een echte Texaanse heks op de brandstapel gegooid, dan zal Kimmage wel een boek schrijven waarin hij zichzelf als één van de ontmaskeraars van de voormalige allergrootste sporter ooit zal noemen. Daar is hij immers journalist voor. Hij zal er een mooie villa van kunnen kopen. Als echter alle beschuldigingen van tafel geveegd worden (ook al omdat een veroordeling misschien wel de hele wielerentertainmentindustrie laat instorten), dan zal Lance ook een boek gaan schrijven. Ook hij zal een enorme villa met zwembad kunnen kopen. Hij zou de opbrengst ook kunnen besteden aan onderzoek naar en bestrijding van kanker. Welk boek zou jij kopen?

Lance Armstrong is voor mij geen held omdat hij, met doping of niet, zeven keer de belangrijkste wedstrijd in zijn tak van sport heeft gewonnen. Lance is ook geen held omdat hij kanker overleefd heeft. Lance Armstrong is voor mij een held omdat hij tot nu toe de belangrijkste schrijver is van zijn eigen verhaal. Tot nu toe.