Grimmige sfeer in Plopsaland


Het houten kistje dat in de hal ligt is na drie weken nog niet opgeëist. Meneer of mevrouw Van Beek heeft zich nooit gemeld. En eerlijk is eerlijk, ik heb niet veel moeite gedaan om de rechtmatige ontvanger op te speuren. Ja, ik had contact op kunnen nemen met de afzender. Maar als de afzender, een vaag bedrijf in nog iets vagers, niet eens in staat is het kistje met fles naar het goede adres te sturen, dan weet ik zeker dat de relatie tussen Van Beek en bedrijf zo koud is dat ik beide partijen een dienst bewijs door ervoor te zorgen dat de champagne niet aankomt.

Ik gun mezelf een pleziertje. Had ik al verteld dat ik, net als columnlega bazbo, een nieuwe werkplek heb? Ik ga de fles ontkurken met een plop waarmee ik die Belgische kabouter een dusdanig minderwaardigheidscomplex bezorg dat hij met een overdosis slaappillen van Lui zichzelf doodsnurkt in Plopsaland. De eerste week op mijn nieuwe werkplek sluit ik verdiend af met bubbeltjes. Die fles ga ik burgemeester maken, zo snel dat ik die burgemeester met die kleefvliegtuigjes een dusdanig minderwaardigheidscomplex bezorg dat hij met een overdosis slaappillen van Lui zichzelf doodsnurkt in Plopsaland. Ook al? Ja, Plop en de burgemeester zijn, zo heb ik gehoord van Gertlusconi, één en dezelfde man.

Ik pak de fles uit het kistje. Van de muur haal ik een zwaard (yeah, right). Ik draai de fles in mijn hand om zometeen met elegant geweld de kurk te lanceren. Op dat moment floept de kurk er al af. Er komt rook uit de fles. Geen bubbels. Mist. Ik hoor gehoest en gekreun. ‘Hehe, dat werd tijd.’ Achter de rook verschijnt een oude man met baard. Het zou Plop kunnen zijn, ware het niet dat dit mannetje met een harde G spreekt. ‘Godverdomme’, zegt hij met een G die zo hard is dat ik toch nog even bubbeltjes heb. Weliswaar in mijn aquarium, maar toch. ‘Godjezusallerheiligezielen, wat ben ik stijf geworden in die fles’, kreunt hij als een vijftiger die zojuist voor de eerste keer serieus op Marktplaats op zoek is gegaan naar een nieuw oud bankstel omdat dat eikenhout van oma nu echt eens de deur uit moet.

‘Eens kijken, welke held ontflest me?’ Zijn donkere ogen kijken mijn richting op en ik begin een beetje zenuwachtig te worden. In het sprookje zou ik nu een aantal wensen mogen doen. Maar ja, in het sprookje verandert de kikker in een prins, kunnen babygeitjes een wolf opereren, is Tinkebell een lief meisje, kun je een vrouw verleiden met een appel en zijn er vrouwen die honderd jaar hun mond kunnen houden. Ik vertrouw de Hollandse zweef-Plop niet helemaal.

‘Wie bent u? Bent ú de geest uit de fles?’, vraag ik met een trillende stem. ‘Nee, gozer, ik ben Assepoester. Ben je blind ofzo? Heb ik een mandje met koekjes en draag ik een rood hoofddoekje? Miauw ik in een laars? Ligt er een spoor van broodkruimels achter mij? Zie je mij al in een gepimpte pompoen naar een gala rijden? Trouwens, als ik ooit op dat zuipfeest word uitgenodigd, ga ik no way om twaalf uur al naar huis’, antwoordt hij. ‘Nou, kom maar op met die drie wensen, dan kan ik weer naar binnen. Het is ontzettend koud hier.’ Hij kreunt en hoest nog eens en slaat een klein fleecedeken om zich heen. Sporen op dat dekentje verraden dat het heel eenzaam is in de fles.

‘Drie wensen?’
‘Drie wensen. En snel een beetje, er komt, euh…, voetbal op tv. Ja, voetbal. Op tv.’
‘Dan wens ik dat ik onbeperkt wensen kan doen.’
‘Oja, dat vergeet ik nog. Hier zijn de Algemene Voorwaarden. Daarin staat dat je dat niet mag wensen. Wij geesten zijn ook niet gek natuurlijk. Dan gaan we failliet.’
‘Oké. Dan zou ik willen dat dit zwaard van zilver is.’
‘Voilà, hier heb je je zilveren zwaard.’
‘Wauw, u bent echt goed. Dan zou ik ook graag een fles echte champagne willen hebben. Had ik u al verteld dat ik, net als Bazbo, een nieuwe werkplek heb? Dat wil ik vieren met champagne.’
‘Kijk eens in de koelkast? Daar staat een fles heerlijke champagne.’
‘En dan nu de derde wens.’ Euhmm, wat zal ik doen? Ik kan de fles champagne niet met het zilveren zwaard openen. En het zou zonde zijn als ik al mijn wensen verbruik voor een zwaard dat zilver wordt en weer in rvs verandert zodat ik mijn verdiende fles champagne kan openen. Netto hou ik dan alleen een fles champagne over aan deze actie. Ik zou meer willen kunnen wensen, maar in de Algemene Voorwaarden staat dat dat tegen de regels is. Ik weet niet welke straf erop staat. Ik wil het niet weten.

‘Nou, komt er nog wat van? Het, euhm, wielrennen... Het voetbal begint zo. Alle wensen moeten binnen tien minuten ingediend zijn. Dat staat ook in de Algemene Voorwaarden.’
‘Jaja…Ik wens dat de Algemene Voorwaarden vandaag niet van toepassing zijn.’
‘Jij vuile..!’
‘Daar staat niets over in de Algemene Voorwaarden, toch? En wat dan nog? Die zijn vandaag niet van toepassing.’

Terwijl de geest uit de fles mij een thuisbioscoop boetseert, gaat de telefoon. ‘Hallo met Gert. Awel, tis om te zeggen dat we een interesssante vacature hebben. We zoeken een burgemeester annex kabouter. Wel zou u incidenteel een uurtje met uw hand in de kont van een verder helemaal propere hond moeten. Heeft u geen behoefte aan een nieuwe werkplek?’