Arabisch-Belgische lente

Het is lente. ‘Nee, echt? Man, zoek eens een origineler onderwerp!’ Het is lente. ‘Oké, ik haak nu al af.’ Het is lente. ‘Tot ziens, volgende keer beter.’ Het is lente en nu ben jij nog de enige die dit leest. Dat moet je wel een gevoel van exclusiviteit geven, toch?

Het is lente, voor de zoveelste keer. Hoe ik daarbij kom? Nee, ik zie nog geen korte rokjes, helaas. Hoewel, helaas? Willen we die witte melkflessen wel zien? Ook heb ik de ijskar nog niet gezien en gelukkig nog niet gehoord. Ik vrees dat die Belgische rijdende vriezer dit jaar eindelijk niet door de apk is gekomen of ergens anders rondrijdt. Die ijskar is nog gebruikt in Libië om lang geleden Kolonel Khadaffi aan de macht te krijgen, zo oud is de ijskar die hier bij goed weer rondrijdt. Dankzij de Raketjes en Magnums (niet de wapens) van deze Belg is het ’s werelds bekendste kampeerder ruim veertig jaar geleden gelukt een staatsgreep te plegen. En nog steeds dankt hij zijn, ahum, heldere, zuivere stem aan de Belgische ijsjes van toen. België staat nu voorop in de strijd tegen het Khadaffi's laffe aanvallen op de burgers van Libië. Ik denk dat de Belgen die zwarte bladzijde uit hun geschiedenisboek willen witten. Ik denk dat de ijskar nu de opstandelingen van Magnums (wel de geweren) en raketten (wel de wapens) voorziet. Op CNN zie ik de Belgische ijscoman al met zijn Cornetto naar Nederlandse militairen helikopteren. 'Ola, willlen jullie Hollanders koek bij je ijs? Ja? Wat voor koek? Een Arabische Liga?'

Het is een Arabische lente.

Het is alweer een weekje lente, maar ik heb nog niet op een terrasje gezeten. Ik ben nog niet aan de asperges, als ik daar al aan ga. Ik heb wel lentekriebels, maar dat heeft meer te maken met de darmflora en -fauna die een beetje in de war is. Ik heb een rood biefstukje gegeten en rond deze tijd mogen de koeien weer de wei in. Ik denk dat mijn biefstuk zo vers is, dat hij nog denkt dat hij nu dus de wei in mag. Als ik een vrouw zou zijn, dan zou ik zweren dat ik zwanger ben (en mijn vriendin vertellen dat ik lesbisch ben). Dat ding in mijn buik schopt. Het is een jongetje. Ik weet nu al dat Beefie later een profvoetballer wordt. Voor de zekerheid heb ik net toch maar een zwangerschapstest gedaan. Zwetend als een pastoor die per ongeluk op zaterdagochtend in een kleedkamer van een voetbalclub terecht is gekomen, wachtte ik een paar minuten op de uitslag. Negatief, pfff. Mam, je wordt nog geen oma, tenzij je een verse biefstuk als kleinkind gaat beschouwen. De lente kriebelt in mijn buik.

Boekje

Ja, echt waar, de lente is begonnen. Ik ruik zelfs al kooltjes, schroeiend vlees en andere barbecueluchtjes. Óf er is iemand al aan de barbecue in de buurt, óf ik spook-ruik, óf dit is de meest aantrekkelijke schoorsteenbrand sinds er een gemarineerde koe in de pijp van Pakjesboot 13 viel. De brandweer bluste niet, ze flambeerde met een Chateau de Pompiers uit 1993.

Had ik al gezegd dat het lente is? Dat zie ik ook aan de pluizige dierenlijken op de weg. Langere dagen en hogere temperaturen zorgen ervoor dat de wilde beesten van Nederland hitsig worden en als voetballende kinderen onoplettend de straat oversteken. Gisteren zag ik de Paashaas met zijn pootjes omhoog. Hij lag in de goot. Misschien was de Paashaas dronken en lag hij zijn roes in het zonnetje uit te slapen. Dat kan ik wel begrijpen. Het arme beest moet ieder jaar manden vol eieren schilderen en verstoppen, zonder dat hij daar iets voor terugkrijgt. Het paard van Sinterklaas krijgt nog wortels, zo veel zelfs dat hij er tijdens een WK voetbal zijn stal mee behangt en aan het buikje van de Kerstman te zien, hoeft die ook niet te klagen om zijn bonussen. Zelfs de Tandenfee krijgt een ivoren fooi. Maar de Paashaas krijgt niks. Jaar in, jaar uit moet hij met gevaar voor eigen leven op eierjacht. Dan ademt hij de giftige stoffen van de verf in en vervolgens moet hij al die eieren gaan verstoppen in huizen vol katten en honden. En papegaaien. Ik sprak de Paashaas vorig jaar nog bij een benzinestation langs de snelweg en ik vroeg hem of hij niet bang is van al die katten en honden. Die kan hij nog wel aan, zei hij, maar papegaaien zijn levensgevaarlijk. Twee jaar geleden moest hij nog naar de dokter omdat zo’n Lorre in zijn poot gebeten had. De naprater dacht dat de Paashaas haar eieren gestolen had. Als de FNV zich voor één keer echt nuttig wil maken, dan zou zij eens moeten kijken naar de arbeidsomstandigheden van de Paashaas. Gisteren had hij moed ingedronken en lag hij in de goot. Dacht ik. Ik liep naar hem toe. Ik rook geen alcohol. Het beestje had ook geen polsslag. Hij lag er vredig en schattig bij. Te vredig. Ik probeerde hem nog te reanimeren, maar die missie was kanslozer dan de Belgische poging om Khadaffi met een Split uit de tent te lokken. Gelukkig helpen de supermarkten al sinds januari met de distributie van de paaseieren.

Wat is het? Lente. De klok is al verzet. Kunnen we al barbecueën? Ik heb een stukje wild gevonden. Ook heb ik nog biefstuk over. IJsje na? Overigens is het, zo blijkt nu, niet de Paashaas die ik in de goot vond. Op CNN zie ik de Paashaas in de Libische woestijn met een helm op en een Magnum in zijn poten. Zandhaas.