Liegen in de praktijk

Liegen in de praktijk

Helaas ontkomen wij er niet aan te liegen. En te huichelen, wat in dezelfde lijn ligt.
Ik vind dat vervelend. Niet omdat ik er moreel bezwaar tegen heb, maar omdat ik er slecht in ben. Men kan aan mij zien wanneer ik lieg, want ik krijg dan een rode kleur, begin te beven en te zweten, en mijn woorden komen hakkelend uit mijn toegeknepen strot. Kortom, ik loop geheid tegen de lamp.

Het gevolg is, dat mijn kennissenkring tamelijk klein is. De meeste mensen zijn niet zo gediend van mijn doorgaans ongenuanceerde meningen en vermijden mij dan ook na verloop van tijd. Door niet goed te zijn in liegen ben ik geen aangenaam gezelschap. Zo kan ik met de hand op mijn hart verzekeren, dat ik nog nooit met een lelijke vrouw naar bed ben gegaan. Maar als ik er mee wakker word, ben ik wel degene die alle complimenten, die ik de avond tevoren gemaakt heb, weer intrek. En dan is het niet willen liegen dus eigenlijk niet echt eerlijk.

Omgekeerd kan ik er slecht mee overweg als er tegen mij  gelogen wordt. Dan krijg ik ook een kleur, maar dan van machteloze woede. Zo werd ik enige tijd geleden door een politieagent aan de kant van de weg gezet, omdat deze diender graag mijn rijbewijs wilde zien. Dat papiertje bevond zich in mijn binnenzak, en om het tevoorschijn te halen, moest ik mijn gordel losmaken. Zegt die bijdehante eikel ineens, dat hij mij gaat bekeuren omdat ik zonder gordel reed!  Ik geef toe, dat ik op dat moment moordlustig werd. En als ik de beschikking had gehad over een wapen, dan had ik door roeien en ruiten dit figuur geëlimineerd.

Gelukkig kon ik verder onheil voorkomen, door hem uit te leggen dat je tijdens stilstand geen gordel hoeft te dragen. Maar het kwaad was al geschied, namelijk dat kennelijk een leugen kan dienen om mij een poot uit te draaien, en de smeris een goede beurt bij zijn bazen wil maken door gewoon te gaan staan liegen. Dit soort incidenten maakt van mij een gewelddadig persoon, terwijl ik doorgaans zeer vredelievend ben. Het heeft even geduurd, voor ik mijn zelfbeheersing weer had teruggevonden.

Een leugen om bestwil is volgens mij ook een leugen. Maar het is algemeen geaccepteerd, dat je bijvoorbeeld niet tegen je baas zegt, als je te laat op het werk komt, dat je op tijd komen niet even belangrijk vindt als hij. Nee hoor, dan zeg je dat de file die normaal maar 8 kilometer is, vandaag ineens 20 kilometer bedroeg. Dat kan hij toch niet controleren, en de lieve vrede blijft er mee bewaard. Maar het is nog steeds een leugen.

De afgelopen weken hebben wij kennis kunnen nemen van liegen en huichelen op bestuurlijk niveau. Dat gebeurt elke dag, maar deze keer was de context erg duidelijk. Onze onvolprezen leider J.P. was geen kandidaat voor de prachtige baan van EU-president. Zei hij telkens weer. En nu hij het dus terecht niet geworden is, zegt hij dat hij nooit kandidaat geweest is. En dat is huichelen, want we weten allemaal, dat hij maar wat graag wilde. En volgens mij was hij het ook geworden, als hij de ballen had gehad om gewoon te zeggen: Ja, graag!
Het zou zo maar kunnen, dat zijn eigen gehuichel –en de angst voor gezichtsverlies- hem in dit geval de baan van zijn leven gekost heeft. Want waarom zouden ze iemand kiezen, die zegt geen kandidaat te zijn? Die wil dus kennelijk niet! Hou vol, J.P.!

Nu we het toch over Balkenende hebben, ik heb mij eens verdiept in de naam. ‘Balken’ is een oud-Hollands woord voor poepen, en ‘ende’ betekent achterkant. De naam betekent dus ‘poepgat’, het is maar dat u het weet. Dat kan u helpen veel van zijn gedrag in het juiste daglicht te plaatsen. Doch dit terzijde.

We hebben het met liegen en huichelen volgens mij over een fenomeen, waar we dagelijks mee te maken hebben, en dat voor de meeste situaties geen enkel probleem vormt. We zijn er min of meer aan gewend, en doen het allemaal, al of niet vrijwillig. Alleen de mate waarin we liegen is verschillend.

Waar we graag en geheel vrijwillig over liegen, is onze kinderen wijsmaken, dat Sinterklaas cadeautjes brengt als ze lief zijn, en we noemen dat traditie. Ooit was een nichtje van mij het vertrouwen in haar ouders volledig kwijt, toen ze er achter kwam hoe deze vork in de steel zit. De jaren dat haar ouders haar het bestaan van de Sint hadden aangepraat waren voor haar één grote leugen, en dat nam ze haar goedbedoelende ouders niet in dank af! Want, zo redeneerde ze in kinderlijke eenvoud, waar heb je dan nog meer over gelogen?

Maar Sinterklaas is en blijft een leuk feest voor de kinderen, waaraan ze onnoemelijk plezier beleven. Het is niet zo zeer een leugen als wel een illusie, en daarom is alle commotie tegen het verschijnsel gewoon gezeik. Laat die Schijnheilig Man gewoon zijn gang gaan, met kruis en al, en met zwarte pieten, zoals het altijd geweest is. Neem de kinderen hun onschuldig plezier niet af, en laat ze lekker griezelen en genieten, al naar gelang. Dat het allemaal gelogen is, zoals de hele wereld gebaseerd is op leugens en bedrog, komen ze vanzelf wel een keer achter, en dan is het vroeg genoeg. En dat Zwarte Piet een gewoon medemens is, zullen ze dan ook wel doorhebben.

En als we hiermee een stel godsdienstfanaten of een politiekcorrecte minderheid tegen de haren strijken, wel, dan is dat maar zo.
Wie in Sinterklaas een godsdienstige uiting of een vorm van discriminatie ziet, heeft het gewoon bij het verkeerde eind. Dat is niet wat het is, en die mensen zien het dus gewoon fout.
Ze kunnen de zon niet in het water zien schijnen.

Ageren tegen het Sinterklaasfeest is een aanslag op de Nederlandse cultuur.
Als Sint niet mag, dan wil ik ook geen islamieten meer zien met hun traditionele godsdienstige kleding. Ik wil die dan ook verboden hebben. Net als kerken en kruisbeelden en moskeeën in mijn straatbeeld.
Het einde van de tolerantie is dan een feit.
Je hoeft er zelf niet aan mee te doen, maar anderen hun plezier afnemen is gewoon egoïstisch.
Sinterklaas is zo’n beetje de enige ‘leugen’, die het in stand houden waard is.