Liever geen natuurbehoud

De natuur vind ik prachtig. Om te zien, niet om te beleven. Ik kan urenlang ademloos kijken naar documentaires over dieren en natuurfilms. En ik ben dan altijd reuzeblij, dat ik de gemene beesten die opgevoerd worden niet al te vaak in mijn milieu tegenkom.  Eigenlijk ben ik gewoon bang voor allerlei dieren, dat geef ik grif toe. En ik snap niet zo goed, waarom de mensen die de films maken dat niet lijken te zijn. Er is zelfs een serie ‘Bite me’, waarin een of andere gek zich door allerlei vieze beestjes laat bijten! Express nog wel! Als die gek ooit de moord steekt, heeft hij het toch wel heel duidelijk over zichzelf afgeroepen. En zo zijn er meer van die idioten!
De rol van de natuur is in mijn wereld erg beperkt, namelijk op televisie, of op vakantie met de auto er doorheen rijden. Geasfalteerde natuur, wel te verstaan. Ik hou niet van hobbelweggetjes.

Regelmatig kan ik lekker griezelen, als er weer eens een film wordt getoond over bijvoorbeeld haaien. Dappere mensen (jazeker, ook vrouwen!) gaan dan de zee op en meestal ook in, en proberen deze moordmachines uit hun tent te lokken, om te kijken hoe lang het duurt tot ze het instinct om te bijten niet meer kunnen onderdrukken.  Heel onverstandig, als je het mij vraagt.
Krokodillen behoren ook tot mijn favoriete engerds. Prachtig om te zien, hoe zo’n enthousiaste natuurvorser op een exemplaar van een paar meter duikt, en dan probeert de bijtende bek te ontwijken. Je kunt dat natuurlijk ook bereiken door er niet op te duiken, maar dat schijnt te gemakkelijk te zijn. Bovendien zou er dan voor mij niet zoveel te zien zijn. Krokodillen in hun normale dagindeling zijn waarschijnlijk een beetje saai.

Vaak wordt er bij zo’n kunstmatig opgevoerd spektakel verteld, dat de betreffende diersoort bedreigd is. Bedreigd betekent dan, dat er nog maar een beperkt aantal van beschikbaar is, en de soort wel eens zou kunnen uitsterven.
Ik denk dan: Nou, en? Wat is er zo erg aan, als krokodillen, die een gevaar vormen voor de lokale bevolking, de dinosauriërs achterna gaan?

De enige verstandige manier om met al die enge beesten om te gaan, is ze uit de weg te gaan. Dat kan, als je leefomgeving dat toelaat. Maar als je moet leven in het jachtterrein van leeuwen en hyena’s, als je je koeien en geiten moet beschermen tegen dit soort vraatzuchtige medebewoners, dan heb je die luxe niet. En als je op blote voeten loopt, met het risico dat je door schorpioenen en slangen geprikt en gebeten wordt, dan gaat mijn sympathie vooral naar de mensen, en niet naar griezelige rotbeesten.

Wij willen toch ook niet, dat onze kinderen, aan de waterkant spelend, door zo’n beest als diner gebruikt worden? Waarom zouden dan de mensen, die in Afrika in een rivier hun kleren gaan wassen, zich wel aan dat gevaar moeten laten blootstellen? De natuur moet behouden worden, maar ‘not in my backyard’? Dat is niet eerlijk. Het is hypocriet. Zelfs met mijn IQ van 62 kan ik dat nog wel bedenken. Van mij mogen ze dus in die contreien naar hartenlust alle krokodillen en ander gespuis uitroeien. Net zoals wij in onze woongebieden de beren en wolven en gifbeesten hebben uitgeroeid. Dat heet hier bij ons vooruitgang. De natuur kan dat lelijk in de weg staan.

In ons eigen landje doen ze ook aan natuurbehoud. Alsof wij nog natuur hebben. Er is geen plek in Nederland, waar je geen spoor vindt van menselijke activiteit. Waar je ook bent, je zult altijd iets zien of horen, wat niet bij de natuur hoort. Nederland is honderd procent gecultiveerd. Nederland is een park. Aan natuurbehoud doen is dus overbodig. Het is te laat. Maar persoonlijk vind ik dat niet erg, ik mis ik de natuur niet. Ik vind het wel goed zo.
Ik heb geen behoefte om door leeuwen, tijgers, beren en wolven als prooi opgejaagd te worden. Ik heb geen behoefte aan spinnen, muggen, slangen, mieren, schorpioenen, bijen en wespen in mijn nabijheid. Niet eens aan vogels, die ik steevast aanduid als drijfsijsjes en schijtlijsters. De drijfsijsjes kan ik nog wel tolereren, want die poepen niet op mijn auto, maar in het water. De schijtlijsters zou ik graag afgeschaft zien. Ik ben honderd procent gecultiveerd. (Niet te verwaren met beschaafd. Dat ben ik ook wel, maar in mindere mate.) Ik leef in beton en glas, mijn spullen zijn van plastic, ik rijd in blik en mijn bezigheden zijn vooral digitaal. Kortom, ik ben een moderne mens. Product van de vooruitgang, die onze voorouders in gang hebben gezet. Daar heb ik niet voor gekozen, het is een erfenis.

Nu moeten we collectief spijt hebben, schijnt het. Als we geweten hadden hoezeer sommigen van ons de natuur zouden missen, hadden we het nooit zover laten komen, is de boodschap van de natuurbehouders.
Het probleem is echter niet dat van natuurbehoud. De mens is namelijk net zo goed natuur als de dieren en de planten. Het is gewoon een andere soort, en die hoort er dus ook gewoon bij, als eindpunt van de evolutie.
Een troep leeuwen maakt zich niet druk over de vraag, of een bepaalde antilope misschien een van de laatste van zijn soort is. Als ze daar zin in hebben vreten ze hem gewoon op. En hyena’s maken ze dood, als ze de kans krijgen, want die zijn gevaarlijk voor hun welpen. En een kudde olifanten houdt  geen brede maatschappelijke discussie over een groepje bomen, dat in de weg staat, ze walsen het gewoon plat. En als zij dat mogen, waarom wij dan niet? Omdat het tot onze ondergang leidt? Nou, en? Wij zijn toch ook maar gewoon een bedreigde diersoort? Niets bijzonders, er zijn hele lijsten van, zet homo sapiens er maar gewoon bij. Met stip op nummer 1.

Wij zouden onszelf als een onderdeel van de gehele natuur moeten zien. Dat is wat wij in werkelijkheid zijn.
Maar in onze manier van leven en zelfs in ons denken is de scheiding van mens en natuur niet meer weg te branden. Wij zijn geen deel meer van de natuur, wij staan er tegenover. De natuur en de mens zijn aparte milieus geworden. De natuur is alleen maar een resource. Natuurbehoud is het managen van die resource. En daarom zie ik niet zoveel in natuurbehoud, ik wil er iets anders voor in de plaats. Ik wil minstens het accent verplaatsen.
Ik wil liever mensbehoud.