Uitzichtloos cabaret

Lief klein meisje, ga jij maar voor mij zitten. Bijna hardop denk ik dat. Dat kleine meisje met die blonde haren. Zij mag voor mij gaan zitten. Dan heb ik ook nog wat te kijken. Zelden heb ik als beroepsatheïst gebeden, maar nu deed ik het toch. Moge de Heer een heer zijn en mij dat uitzicht schenken. Alstublieft, ik zal nooit meer tegen de kerk pissen na een avondje stappen. Zaterdag ga ik persoonlijk de restjes kebab en bevroren knoflooksaus van de deur schrapen. Ik zal nooit meer lachen om Mr. Bean’s kerststal. Ik word nu lid van de Rouvoet Hyve. Ik zal Arnol, de Eindhovense stadspredikant kussen zodra ik hem tegenkom. Als U haar maar voor mij laat zitten.

Helaas. Ze is met twee vrienden. Beiden groot en breed. Eén van die twee in mijn ogen monsters, gaat recht voor me zitten. Godverdomme. Het meisje loopt verder en zit in het gezichtsveld van een man met stropdas en een vrouw met het kapsel waar de Koningin nog een dood haarpuntje aan kan zuigen. Hyacinth Bucket zit vlak naast me! Ik denk dat het een vrouw is, maar door al het pleisterwerk op het gezicht kan ik dat niet bevestigen. En om haar voorgevel te kunnen zien, zou ik eerst op schoot moeten bij de stropdas, mijn leven riskerend.

Ik moet het maar doen met het uitzicht dat ik nu heb, de rug van Godzilla. Gelukkig gaat het deze keer niet zo om wat we zien, maar vooral om wat we horen. Er is amper decor en we zitten zo ver weg dat gezichtsuitdrukkingen toch niet te herkennen zijn.

Herman Finkers speelt begin december zijn cabaretvoorstelling in het RAI Theater in Amsterdam. En ik ben erbij! Eindelijk Herman Finkers zien! Echter, wat een vreselijk theater is dat, het RAI Theater. Je kent het misschien wel van televisie. De verkiezingen van de Sportman, Sportvrouw, Sportploeg, Gehandicapte Sporter, Sportcoach, Sportafscheidnemer, Sportdrankje, Sportfoto, Sporthomo en Sport-Weet Ik Wat Nog Meer van het Jaar zijn daar gehouden. Dat theater. Afschuwelijk theater. Als Carré Parijs is, dan is het RAI Theater niets meer dan Schiedam, zonder de bedoeling daarmee Schiedam te beledigen.

Herman Finkers was bij De Wereld Draait Door en vertelde dat alle voorstellingen van zijn tour waren uitverkocht, behalve die in de RAI. Dat liet ik mij geen twee keer vertellen en binnen een minuut had ik twee tickets Herman Finkers in de bestelling. Balkon, derde rij. Prima plaatsen, dacht ik. Ik snap nu waarom die kaarten nog niet verkocht waren.

Ik ben zelf niet klein, 1.83 meter, maar al zou de Frankenstein voor mij spontaan een hartaanval krijgen en afgevoerd worden, dan nog zie ik niets van de actie op het podium. Voor onze inmiddels gereanimeerde Hulk zit nog een niet eens zo lang figuur dat mijn zicht belemmert. De architect die dit theater ontworpen heeft, is volgens mij een koekwaus (breng dat woord terug in 2009) met een wiskundig vermogen van Spongebob in een lsd-trip. Ik had vroeger een 3 op mijn rapport voor wiskunde, simpelweg omdat lager niet kon, maar zelfs ik kan berekenen hoe je stoelen zo achter elkaar moet zetten zodat mensen met een normale bouw het podium nog kunnen zien. Het concept theater is al uit de tijd van de Romeinen. Die rare jongens bouwden al theaters en zij zagen al in dat het belangrijk is dat het publiek moet kunnen zien wat er op het podium of in de piste gebeurt. Stel dat er gladiatorengevechten zijn in de RAI, maar je kunt het alleen horen. We willen bloed, emoties, zwaarden, kostuums zien. ZIEN!

Herman Finkers heeft een mooie show. Hij vertelt op een ludieke manier onder andere over zijn ziekte en af en toe pis ik in mijn broek van het lachen om zijn woordgrappen. Helaas kan ik Herman dus amper zien. Toch heb ik ook genoeg te bekijken om mij heen en in de pauze. Theaterpubliek heeft rare trekken, het is een attractie an sich. Grappig om te zien dat vooral theaterpubliekmidlifecrisisvrouwen liters granol op hun gezicht smeren en geen lippenstift maar lippenvulkaanuitbarsting op hun mond krijten. En waarom? Staat er nog een kostuumdrama geprogrammeerd na Herman en mag de cast wachten in het publieke gedeelte van het theater?

Het is nu 7 januari en ik heb ze allemaal gezien, de meesten op televisie. Youp, Freek, Theo, Ari, Wilko, Guido, Harry (op dvd), Hans, andere Hans, Diederik en Erik, Marc Marie, Mike en Thomas, Javier, Belgische Geert, een hele club Engelse comedians, Karin, Dolf en nog een paar die ik niet meer van naam ken. Behalve Herman, die heb ik alleen gehoord. Theo was het leukste. Een try-out in de Effenaar in, uiteraard, Eindhoven. Klapstoeltjes, de bar open en goed zicht op het podium. Zo hoort het. Geen babyboomgranol te zien.

Herman, wil je de volgende keer bij Matthijs aan tafel even zeggen dat er alleen nog plaatsen zonder zicht beschikbaar zijn?