Melkmuil

Bazbo"Is er nog melk?" vroeg de jonge knul aan de balie.
"Wacht," zei ik, "ik zal even kijken." Ik liep naar de grote koelkast en bestudeerde de inhoud. Met een vol pak melk liep ik terug naar de balie.
"Kijk 's," deed ik joviaal. "Alsjeblieft."
"Wat geef je me nou? Houdbare melk?" De jonge knul riep de hele kantine bij elkaar. "Gadverdamme. Is er geen verse melk?"
"Nee, het spijt me. Dit is alles wat er is. Maar het is óók melk, hoor."
"Dat smerige bocht drink ik niet. Dat doe je maar mooi zelf. Wat is dit voor een kantine?"

Wij volwassen mensen in Nederland drinken melk. Dat is eigenlijk heel gek.
Pasgeboren zoogdieren, zoals bijvoorbeeld chimpansees, drinken melk bij hun moeder. Totdat ze oud genoeg zijn. Dan gaan ze over op 'volwassen voedsel’. Melk is bedoeld voor de baby, om te kunnen groeien in de eerste fase van het leven. De moedermelk bevat alles wat het prille chimpanseelichaampje nodig heeft. Het hele apenlijfje is daar de eerste levensdagen op ingesteld. En na enige tijd verandert het en gaan jonge chimpanseekinderen over op 'volwassen voedsel’. Stukjes fruit en zo. (Weet ik veel. Ik ben geen bioloog.)
Bij mensen is dat natuurlijk niet anders. Baby’tjes lurken aan de tieten van hun moeder. Totdat ze groot genoeg zijn om andersoortig voer te gaan nuttigen. Fruithapjes, lange vingers, rijstwafels, en zo verder tot macaroni in tomatensaus, raapstelenstamppot, een patatje oorlog en onbeperkt spare-ribs bij het steakhouse.
Maar nu komt het rare. Ondanks dat we 'volwassen voedsel’ gaan eten, blijven we ook melk drinken. Melk die - oorspronkelijk gezien - bedoeld is voor de kleine kalfjes. Wij, volgroeide mensen, knijpen melk uit een koe en drinken dat op. Sterker nog, we fokken koeien zodanig, dat ze liters zuivel per dag produceren.

(Terzijde:
Zucht, er zal ook zeker wel weer een seksueel aspect aan vastzitten.
Koeien met grote uiers produceren veel melk. De meeste mannen vallen op vrouwen met grote uiers. Veel vrouwen laten hun uiers vergroten door er operatief plastic in aan te laten brengen. Of, zoals tegenwoordig kan, er vetweefsel uit de buikwand in te laten proppen.
Einde van dit terzijde. Ik dank u voor uw aandacht.)

In de afgelopen jaren ben ik een paar keer op vakantie geweest in landen om ons heen. Als ik in het buitenland ben, dan wil ik niet in zo’n luxe vijfsterren hotel zitten. Nee, in een huisje temidden van de plaatselijke bevolking. Cultuur snuiven; proeven van de gewoontes van de streek. Muziek uit het land horen en lokale gerechten proberen. En natuurlijk bekijken wat er zoal te koop is. Het bezoek aan de supermarkt is dan ook een hoogtepunt van avontuur.
Wat me keer op keer opvalt, is dat er in Duitsland én in Engeland nauwelijks tot géén verse melk te koop is. Navraag bij de dorpsbevolking leert me dat men gewoon geen melk drinkt. Bij het ontbijt neemt men vruchtensap, thee of koffie; bij de lunch en avondeten bier of wijn. Houdbare melk is er wél, maar dat gebruikt men sporadisch in bepaalde gerechten. De schappen vol verse melk zoals wij die kennen, zijn er gewoonweg niet.

Wij mensen zijn een rare diersoort. Alle andere volwassen dieren drinken toch ook geen melk? Maar ja, beesten rijden ook niet op een fiets of in een auto. Dus waarom zouden wij dat dan wél doen? Volwassen dieren gaan trouwens ook niet naar de winkel voor boodschappen.
Neem nou weer diezelfde chimpansees. Die zijn de hele dag op zoek naar voedsel en naar een manier om zich voort te planten. Wij doen dat eigenlijk ook, maar op een iets andere manier.
Wij mensen gaan de hele dag op een suf kantoor zitten om geld te verdienen, en met dat geld kunnen we dan weer voedsel kopen. Mannetjes gluren ondertussen op dat kantoor naar die lekkere secretaresse of dat hittepetitterige koffiemeisje. En de wijfjes lopen het grootste deel van de tijd met hun kont te draaien of met hun tieten te wiebelen.
Bij nader inzien verschilt ons menselijke gedrag dus niet eens zoveel van dat van de chimpansees.
Deze conclusie bracht mij op een idee.

"Hier," zei ik lekker hard tegen de jonge knul. De hele kantine keek nu naar mij. "Ik heb geen verse melk, maar wél dít voor je."
De jonge knul begreep het niet helemaal. Tenminste, hij keek me met grote ogen aan toen ik hem de banaan in zijn handen drukte.


Apeldoorn, april 2007