Misschien
Misschien. Je weet het niet. Dat overkomt me wel vaker. Vergelijkbaar met dat ik iets in mijn hoofd heb te gaan doen en ik loop de kamer uit om naar de andere ruimte te gaan en daar datgene wat ik in mijn hoofd heb te gaan doen en met dat ik in die andere ruimte ben, weet ik niet meer wat ik er kom doen. Herkenbaar. Dat zeggen er wel meer. Toch kan niemand in mijn hoofd kijken. Maar goed ook. Ik zou maar uitkijken.
Zo op het eerste gezicht is er niets aan de hand, maar wacht maar. Wacht maar tot ik iets ga zeggen. Dan zul je merken dat er wel degelijk iets aan de hand is, al kun je er niet precies de vinger op leggen. Ha, de vinger leggen wat er aan de hand is. Hoe verzin je het? Niet moeilijk. Om het te verzinnen. Je denkt het een, schrijft het op en voor je het weet associeer je het andere. Het brein zit mooi in elkaar. Dat zou je niet zeggen als je een kop open klieft en de hersensmurrie naar buiten ziet gulpen. Je zal het maar verzinnen. Of beelden erbij hebben. Ik krijg ze niet meer uit mijn hoofd. Er is wel meer dat ik niet meer uit mijn hoofd kan krijgen. De angst, de angst, de paniek, de totale paniek. Het zit er nu eenmaal en af en toe laat het van zich horen. Als een ver familielid van wie je hoopt dat die het liefst ver weg blijft, maar soms voor je neus staat tijdens een uitvaart of ander familiefeest. Van je familie moet je het hebben, zeggen ze. Had mijn familie maar geld, dan had ik niks te klagen. Maar er is geen geld. Gelukkig niet, want als er geld is, is er ook een heleboel ander gezeur en gedoe. Niet fijn. Net als die totale paniek in mijn hoofd. Er is wel meer wat niet fijn is. Op je bloten voeten dansen in een mijnenveld, bijvoorbeeld. Met rubber laarzen dansen in een mijnenveld valt ook niet aan te raden. Minder suiker eten is dat dan weer wel. Aan te raden, bedoel ik.
Die tandarts van mij raadt me aan om mijn halfjaarlijkse bezoek aan de mondhygiëniste voort te zetten, terwijl de mondhygiëniste zelf tegen mij zegt dat het zo goed gaat, dat ik best minder frequent bij haar kan komen. Gek word je ervan. Als je al niet gek was. Nu ben ik dat. Soms. Gek. Soms doe ik gek. Dan sta ik in een theaterzaal op een toneel. Soms sta ik niet in een theaterzaal op een toneel en doe ik gek en dan ben ik gek. Daar zit 'm het verschil. Soms denk ik dat ik gek word, maar dat kan dus niet want dat ben ik al. 'Ben jij helemaal gék geworden?' riep mama vroeger, als er weer eens iets wat ik geestig had bedoeld totaal anders uitpakte. Ik weet zo geen voorbeeld, verzin zelf ook eens iets. 'Ben jij helemaal gék geworden?' riep ze dan. En dan wist ik: 'Nee.' Want ik was al gek. Al deed ik maar alsof. Naturel spelen, ik kan het als geen ander. Doe maar gewoon, dan doe ik al gek genoeg.
Kijk om je heen: gek is nooit genoeg. Er komt altijd nog veel meer bij. Daar hoef je geen politicologie voor gestudeerd te hebben. Dat heb ik dan ook niet. Ik studeerde voor sociaal-cultureel werker (met een k) en toen was het nog zo dat je met een hbo-opleiding geen student was, dus wat klets ik helemaal? Ik dwaal af. De kern is dat de waarheid nog absurder is dan alle bizarre fantasie bij elkaar. De plee van Marcel du Champ; zie welk gevaar er in ieder van ons schuilt en je zou alle huidige waarden en normen er het liefst doorheen spoelen. Of zo. Ik weet ook niet wat ik hiermee wil zeggen. Ik zeg, ik spreek, ik roep, ik schreeuw, ik tier, ik brul. Niemand die het hoort. Gelukkig niet. Gelukkig niet, zeg.
Geluk is gelul, zei iemand ooit. Als dat zo is, dan ben ik blij. Vandaar dan ook. Vandaar dan ook dat ik aan het woord blijf. Op papier, hier, daar, op een podium, in een theaterzaal en vooral in mijn hoofd. In mijn hoofd, uit mijn hoofd. Veel heb ik al zo vaak gezegd dat ik het uit mijn hoofd ken. Je zult je afvragen: wat is je liefste wens? Dat ik uit mijn hoofd kán. Dat ik mijn kop open klief en je de hersensmurrie naar buiten ziet gulpen. Je zal het maar verzinnen. Of beelden erbij hebben. Ik krijg ze niet meer uit mijn hoofd. Terwijl dat juist de bedoeling was. Dat alles uit mijn hoofd gaat. Kwijt, weg, verdwenen, als een herinnering die je bent vergeten. Of die nooit heeft bestaan. Dat kan ook. Misschien.
Misschien heb ik koorts.
-
Apeldoorn, oktober 2024