Anomalisa

Er is maar één woord om Charlie Kaufman te omschrijven: genie. Zijn brein werkt op onnavolgbare wijze en in de handen van regisseurs als Spike Jonze en Michel Gondry zijn zijn immer meanderende gedachtegangen omgetoverd tot uitgesproken en unieke parels. Zoals dat met zulke expressieve kunst gaat, zijn deze films helaas niet voor iedereen weggelegd. Anomalisa combineert de hersenspinsels van Kaufman ook nog eens met stopmotion: een klassieke hate it or love it ligt dus in het verschiet. 

Anomalisa1

Met Synecdoche, New York probeerde Kaufman het voor het eerst zelf als regisseur en de meningen waren uiteenlopend: van meesterwerk tot overambitieus en te gecompliceerd. Het is het dunne draadje waarop Kaufman als schrijver vaak balanceert, want een gulden middenweg die lijkt op iets toegankelijks voor het grote popcornpubliek zal de New Yorkse krullenbol niet snel opleveren. Synecdoche was nog erg gelaagd, maar in de basis is Anomalisa een stuk herkenbaarder, aangezien het gaat over een man van middelbare leeftijd die in een dipje zit.

Een dergelijk verhaal is natuurlijk al veel vaker verteld, maar laat het maar aan Kaufman over om daar zijn eigen draai aan te geven. Allereerst door geen acteurs in beeld te nemen, maar door enkel hun stemmen te lenen als aanvulling op de stopmotionpoppetjes met erg eigenzinnige gezichten. Zo op papier lijkt dat een trucje om het publiek op afstand te houden, maar de stopmotion ziet er – zeker in combinatie met het strakke camerawerk dat enkele erg sterke, lange shots kent – zo verzorgd uit en heeft iets verschrikkelijk menselijks, dat het misschien wel nog beter werkt dan met gewone acteurs in beeld.

Anomalisa2

Ten tweede is het verhaal zeer herkenbaar, zeer gevat gekenmerkt door het stemgeluid: alles lijkt op elkaar, behalve dat ene lichtpuntje dat je uit je midlifecrisis moet trekken. Verder gaat Anomalisa heel af en toe op een typische Kaufman-manier net een stukje verder dan je gewend bent. Door sommige scènes net even wat langer te laten duren, wordt het net dat kleine beetje ongemakkelijker, of juist weer herkenbaarder. De beste momenten lijken zich vooral te kenmerken door een uiterste aan beweging: heel weinig en subtiel, of juist heel veel en ongecontroleerd. Niet alles pakt echter even goed uit en het hele kleine vleugje mysterie werkt wel aardig, maar verder is de film vrij basisch.

Zo zijn er dus wel redenen om van Anomalisa een echte Kaufman te maken. Hoewel het absoluut geen slechte film is, mist Anomalisa dat stukje magie om zich met Kaufmans eerdere werken te meten. Wellicht was het gebruikelijke stukje onberekenbare gefladder door de krochten van het brein van de hoofdpersoon dat Kaufmans werk zo kenmerkt  – bij gebrek aan een betere omschrijving – toch nodig om de film smoel te geven. Althans, meer nog dan het uiterlijke vertoon van de film dat doet. Nu borrelt dat wel ergens op een laag pitje, maar het water komt nooit aan de kook. Voor de een zal dat een zucht van verlichting zijn, voor de ander een groot gemis.

Anomalisa3

Anomalisa is vooral verhaaltechnisch Kaufmans meest ingetogen film. Op basis daarvan zou het ook direct zijn meest toegankelijke film kunnen zijn, maar de paar ongemakkelijke en mooie scènes in combinatie met de bijzondere stopmotion, maken het absoluut geen eenheidsworst. Toch mist de film dat unieke om een nieuw briljantje te worden: Anomalisa is beter dan het overgrote merendeel aan films dat uitgebracht wordt, maar het komt net niet in de buurt van Kaufmans eerdere werken. Nu blijft het bij een ‘gewone goede film’ en van een kunstenaar als Kaufman verwacht je toch iets meer dan dat.