FOK!filmblik: De Geschiedenis van de Toho Studio (Deel 1)

Vandaag gaan we 81 jaar terug in de tijd. De late jaren vijftig, de jaren zestig en zeventig waren gouden tijden voor de Japanse Toho studio. Toho was de leverancier van talloze kaijufilms (monsterfilms), de films van Akira Kurosawa, de Chouseishin Tokusatsu superheldenfilms en de beroemde animefilms van Studio Ghibli. Toho's beroemdste creatie was het beroemde filmmonster Godzilla die in maar liefst 29 films de hoofdrol mocht vertolken. De filmmonsters Godzilla, Mothra, King Ghidorah, Mechagodzilla en Rodan werden ook wel de 'Grote Vijf' van Toho genoemd en zouden meer dan dertig jaar de Japanse bioscopen terroriseren met de meest waanzinnige avonturen.

Toho logo

De vroege jaren

Sanshiro Sugata
Sanshiro Sugata

De Toho studio werd in 1932 opgericht door Ichizo Kobayashi, grondlegger van de Hankyu Spoorwegen. In de vroege jaren richtte het bedrijf zich op de Kabuki theaters, maar vanaf het midden van de jaren dertig ging men zich ook richten op het maken van bioscoopfilms. Vanaf de jaren veertig begonnen de films van Toho steeds beter te worden. Zo verscheen in 1942 de epische oorlogsfilm Hawai Mare Oki Kaisen oftewel The War At Sea From Hawaii To Malay van Kajiro Yamamoto, met uitmuntende speciale effecten van Eiji Tsuburaya. Tsuburaya zou later meewerken aan het ontwikkelen van de populaire Godzilla-franchise en was ook de schepper van de cult-serie Ultraman. In maart 1943 verscheen Sanshiro Sugata, het regiedebuut van Akira Kurosawa. Van de judofilm, die al duidelijk de kenmerkende Kurosawa eigenschappen liet zien, werden tussen 1955 en 1977 maar liefst vijf remakes gemaakt.


Sanshiro Sugata.

In 1948 verscheen de Yakuzafilm Yoidore Tenshi oftewel Drunken Angel van Kurosawa. Het was het begin van een vruchtbare samenwerking van regisseur Kurosawa en acteur Toshiro Mifune die samen maar liefst zestien films zouden gaan maken. De Amerikaanse censuurraad ging niet mals om met de rolprent van de jonge regisseur. In de najaren van de Tweede Wereldoorlog waren de Amerikanen heer en meester in Japan en duldden geen enkele vorm van kritiek op de Amerikaanse regering. Over het schaamteloze knipwerk in de film werd door de Deense filmmaker Lars-Martin Sorensen de documentaire Kurosawa and the Censors gemaakt. De documentaire is terug te vinden als bonus op de Criterion Collection DVD release van Drunken Angel.

Nora Inu
Nora Inu

De laatste grote hitfilm uit de Toho studio's in de veertiger jaren was alweer een Kurosawa film. Met Nora Inu oftewel Stray Dog begaf Kurosawa zich in de wereld van de film-noir, duistere misdaadfilms waarbij vaak niet duidelijk was wie de held in het verhaal was en wie de crimineel. In de film draait het om een jonge politieagent die zijn pistool kwijtraakt. Hij raakt langzaam geobsedeerd door zijn zoektocht, welke nog heviger wordt als de agent ontdekt dat er moorden worden gepleegd met zijn vuurwapen. De film zou nog voor een rel zorgen in Amerika. Aan het begin van de film is een opname te zien van een beschilderde hond en de Amerikaanse azijnpissers van de censuurcommissie vonden dat dit dierenmishandeling was en eisten dat Kurosawa het bewuste fragment uit de film zou halen. Kurosawa zou later in een interview zeggen dat dit het enige moment was waarop het hem speet dat de Japanners de Tweede Wereldoorlog hadden verloren van Amerika.

De vijftiger jaren

Ikiru
Ikiru

Ook aan het begin van de vijftiger jaren werden de Japanse filmzalen gedomineerd door de succesvolle films van Akira Kurosawa. Zo verscheen in 1952 de indrukwekkende dramafilm Ikiru (Te Leven) waarin een man genaamd Kanji Watanabe (Takashi Shimura) worstelt met de laatste dagen van zijn leven, nadat hij te horen heeft gekregen dat hij een terminale vorm van kanker heeft. Kurosawa liet zich voor de film inspireren door Tolstoy's The Death of Ivan Ilyich. De film wordt door velen bekeken als het Japanse antwoord op het Amerikaanse meesterwerk Citizen Kane. Ikiru is de favoriete Kurosawa-film van filmcriticus Roger Ebert. Op het filmfestival van Boekarest zou de film in 1953 een Gouden Wolf winnen. Een jaar later won de film op het vierde filmfestival van Berlijn de Speciale Prijs van de Senaat van Berlijn.

Seven Samurai  01
Seven Samurai.

1954 zou een belangrijk jaar gaan worden voor de Japanse filmmaatschappij Toho. Zo verscheen dat jaar een film die door velen wordt bekeken als de grootste en meest invloedrijke film uit de Japanse filmgeschiedenis. In Kurosawa's Shichinin no Samurai oftewel Seven Samurai. De film zou oorspronkelijk Six Samurai gaan heten maar gedurende het schrijven van het scenario van de film ontdekte Kurosawa dat er een personage ontbrak in het verhaal. De productie van de film ging niet zonder slag of stoot. Na drie maanden van voorproductie werkte de filmcrew bijna een jaar aan de film en zorgde dat het budget van de film vier keer over de kop ging. De totale kosten van het project kwamen uit op bijna een half miljoen dollar. Gedurende de productie van de film werd de opname tot tweemaal toe stilgelegd door de studio. Kurosawa zat er niet zo mee en ging op dat soort momenten lekker weg om te vissen. Zijn redenatie was dat de studio al veel geld in de film had gestoken en uiteindelijk wel weer overstag zou gaan om de steeds duurder wordende productie af te ronden.

Seven Samurai 02

In Seven Samurai zien we het verhaal van een arm boerendorpje die een zevental Ronin (samuraistrijders zonder meester) inhuren om hen te beschermen tegen een bende die regelmatig de oogst van de boeren komt inpikken. Seven Samurai vormde de blauwdruk voor het filmgenre waarin uitzonderlijke figuren samen een team vormen om samen de strijd met een vijand aan te gaan, een element dat we ook terugzien in films zoals The Guns of Navarone, Ocean's Eleven, The Dirty Dozen, The Magnificent Seven en zelfs Pixar's animatiefilm A Bug's Life. Met 207 minuten is Seven Samurai de langste film uit het oeuvre van Kurosawa. Voor de oorspronkelijke Amerikaanse uitgave van de film werd er maar liefst 55 minuten uitgeknipt omdat de Japanners bang waren dat de Amerikanen de film te lang zouden gaan vinden. In 2006 verscheen bij Criterion een 2dvd waarop we naast de volledige versie van de film ook een schat aan extra materiaal rondom deze klassieker vinden.

Godzilla

Godzilla
Godzilla

1954 was niet alleen het jaar van de Seven Samurai, in hetzelfde jaar zagen we ook het debuut van Gojira oftewel Godzilla. De inspiratiebron voor de monsterlijke sciencefictionfilm was een incident met het Japanse vissersschip Daigo Fukuryu Maru (de Gelukkige Draak 5) die op 1 maart 1954 ongewild betrokken raakte bij een Amerikaanse atoomtest op het atol Bikini. De 23-koppige bemanning van het schip en de gevangen vis werden blootgesteld aan de straling en raakten allen radioactief besmet. Aikichi Kuboyama, de radioman van het schip, zou zeven maanden later aan de gevolgen van de radioactieve besmetting overlijden. Door het incident werd wel duidelijk dat nucleaire wapens een groot gevaar vormden en de makers van Godzilla symboliseerden dat met hun film. Sciencefiction en horrorschrijver Shigeru Kayama mocht aantreden om het scenario voor de film te schrijven. Het verhaal kreeg als eerste werktitel The Giant Monster from 20,000 Leagues Under the Sea en werd later hernoemd naar Project G. Als Godzilla voor het eerst in beeld komt zien we hoe de uit de kluiten gewassen salamander onder meer een vuurtoren vernietigt, een eerbetoon aan de Amerikaanse sciencefiction klassieker The Beast from 20,000 Fathoms. Special effect-specialist Eiji Tsuburaya mocht zich buigen over het monster. Tsuburaya wilde eigenlijk een inktvisachtig monster maken en kwam na enige ontwikkelingen uit bij een aapachtig monster met een kop in de vorm van een paddenstoel, een verwijzing naar de paddenstoelvormige atoomwolk. Uiteindelijk werd Godzilla een kruising van een Tyrannosaurus Rex, een Iguanodon, een stegosaurus en een vuurspuwende draak.

Godzilla 1954
Deze hagedis laat niet met zich fokken

Voor de opnames van het monster besloot Tsuburaya om gebruik te maken van een monsterpak en schaalmodellen van Tokio. Tsuburaya was zwaar onder de indruk van de stopmotion technieken die te zien waren in de film King Kong, maar het werd te duur bevonden en het zou ook veel teveel tijd in beslag nemen om de film zo op te nemen. Stuntman Haruo Nakajima bood vrijwillig aan om de rol van het monster te spelen. Het zou een hels karwei worden. Het eerste monsterpak was veel te stijf en werkte voor geen meter. Het pak werd aangepast maar was nog steeds een kwelling voor de drager. Zo viel Nakajima meerdere malen tijdens de opnames flauw of moest de stuntman behandeld worden voor uitdroging. Om verstikking te voorkomen kon het pak ook maar drie minuten per opname gedragen worden. Het bleek ook een hele klus om het monster een naam te geven. De film was al bijna afgerond toen het monster nog steeds geen naam had. Toho zou uiteindelijk een wedstrijd uitschrijven voor een passende naam voor het reusachtige reptiel en kwam zo aan de naam Gojira, een kruising van Gorira (Gorilla) en Kujira (Walvis).

In de volgende FOK!filmblik gaan we verder met het verhaal van de Toho studio.