FOK!toen: The Velvet Underground - White Light/White Heat
Vandaag gaan we in FOK!toen een halve eeuw terug in de tijd. Het was namelijk op dinsdag 30 januari 1968 dat White Light/White Heat, het tweede album van de band The Velvet Underground in de platenwinkels verscheen. Een mooie gelegenheid om eens terug te kijken op de totstandkoming van deze fijne plaat.
De voorgaande tijd
Sinds The Velvet Underground in maart 1967 hun epische debuutalbum The Velvet Underground & Nico had uitgebracht was er veel voor de groep veranderd. Na de tegenvallende verkoopresultaten van die plaat was hun contact met Andy Warhol er niet op vooruit gegaan. Gedurende 1967 had The Velvet Underground vooral opgetreden in Noord-Amerika en Canada. Bij deze concerten werd er ook regelmatig flink geïmproviseerd en deed de band de nodige inspiratie op voor de tracks op hun tweede album.
Nadat de groep Andy Warhol had ontslagen als manager en ook zangeres Nico te horen had gekregen dat ze het in haar eentje verder mocht gaan doen kon The Velvet Underground zich gaan richten op hun tweede elpee. Bij wijze van afscheidsgift had Warhol de groep nog wel de suggestie gedaan om hun volgende album te hullen in een zwarte hoes. Ondertussen moesten de muzikanten zien te overleven in de met drugsgebruik doordrenkte Lower East Side van Manhattan in New York.
The Velvet Underground in 1968
In een interview met het toonaangevende muziekblad Mojo in 1994 keek gitarist Sterling Morrison terug op de periode na hun debuutalbum. "Onze levens waren een grote chaos. Het ging er gestoord aan toe, elke dag maar weer. De mensen die we kenden, de meest uiteenlopende uitspattingen. Gedurende een lange tijd woonden we op verschillende plaatsen. Bang om een inval mee te maken van de politie. Op het hoogtepunt van mijn muzikale loopbaan had ik niet eens een vast woonadres."
Ook binnen de band waren de nodige spanningen ontstaan na het uitgebleven succes van hun eerste album. Vooral tussen Lou Reed en John Cale, de oprichters van The Velvet Underground, waren de spanningen om te snijden. Want wie was nou de bandleider en in welke richting wilden ze muzikaal gaan met hun volgende plaat? Morrison: "White Light/White Heat was absoluut het rauwe einde van wat we deden. We gingen allemaal in dezelfde richting. We hebben elkaar misschien van een klif gedrukt, maar we gingen absoluut allemaal in dezelfde richting."
The Velvet Underground
De studio in
Ondanks alle onderlinge frustraties en turbulentie gingen Lou Reed, John Cale, Sterling Morrison en Moe Tucker in september 1967 naar de Scepter Studios in Manhattan om daar opnames te maken voor hun tweede album. Waar de band destijds een jaar lang stevig had geoefend voor de tracks op hun album The Velvet Underground & Nico zouden de tracks voor White Light/White Heat in slechts twee dagen opgenomen worden. Een groot aantal van de tracks op het tweede album stonden dan ook al vanaf 1967 op de setlist van The Velvet Underground.
White Light/White Heat was een plaat geworden die aan alle kanten de sfeer van het New York in de late jaren zestig ademde. Een rauw document die ook kon dienen als soundtrack voor de rauwe underground-films van cineasten als Jack Smith, Jonas Mekas en Piero Heliczer. The Velvet Underground was natuurlijk in de eerste plaats een rockband. Op White Light/White Heat waren echter ook de nodige invloeden te horen van de muzikale experimenten met dronemuziek die Cale al eerder had gedaan met artiesten als John Cage, La Monte Young en Tony Conrad.
Lou Reed
The Velvet Underground was de eerste Amerikaanse band die een goeie deal wisten te maken met Vox. Zodoende kon de band bij de opnames van hun tweede elpee beschikken over hoogwaardige versterkers en werden deze behoorlijk op hun kunnen uitgetest. White Light/White Heat zou worden opgenomen met producer Tom Wilson die al sinds 1965 met de band bevriend was. Het leeuwendeel van de plaat zou echter worden geproduceerd door Gary Kellgren, de vaste technicus van de Mayfair Studios, de enige studio in New York met een acht sporen recorder.
Zoals we al aangaven was The Velvet Underground in die tijd vooral een live band en de groep wou dat geluid ook proberen op te nemen voor hun tweede plaat. Dat ging bij de opname van het nummer 'Sister Ray' met zoveel volume dat zelfs Kellgren de studio verliet met de opmerking dat de band hem maar moest opbellen als ze klaar waren. Reed had de tekst voor het nummer geschreven toen hij na een tegenvallend optreden van The Velvet Underground met de trein van Connecticut naar New York onderweg was. Voor de muziek werd gebruik gemaakt van een track die eerder tijdens een jamsessie was ontstaan en die de titel 'Searching' droeg.
Bij de opname van 'The Gift' kreeg de groep bezoek van Frank Zappa, die met The Mothers Of Invention in de Mayfair Studios was om opnames te maken. Zappa was onder de indruk van het eerste album van The velvet Underground en gaf de groep tenslotte ook nog wat tips voor hun tweede plaat mee.
Spaanse her-uitgave uit 1985
De platenhoes
Het album White Light/White Heat werd oorspronkelijk uitgebracht met een zwarte hoes waarop vaag een tatoeage te zien is van een schedel. De tatoeage is van acteur Joe Spencer die in 1967 de hoofdrol had gespeeld in Andy Warhol's film Bike Boy. White Light/White Heat zou in 1971 in Nieuw-Zeeland worden uitgebracht met een totaal andere hoes. In 1974 zou MGM Records de plaat opnieuw uitbrengen met de titel Archetypes. Op de hoes zien we een tweetal gehelmde mannen voor een winkel van Woolworths staan.
Nieuw-Zeelandse her-uitgave uit 1971
In 1976 verscheen een Britse her-uitgave van de plaat op MGM Records met een witte hoes met negatieve silhouetten van speelgoed soldaatjes. Deze versie werd tot het begin van de jaren tachtig in het Verenigd Koninkrijk verkocht. Tenslotte verscheen er in de jaren tachtig nog een her-uitgave van White Light/White Heat op Polydor Records met een geheel zwarte hoes, met daarop in witte tekst de bandnaam en titel van de plaat.
The Velvet Underground - Archetypes (1974)
De ontvangst van White Light/White Heat
Net als bij hun debuutalbum was ook White Light/White Heat een plaat die zijn tijd ver vooruit was en daarom maar van weinigen de waardering kreeg die de plaat verdiende. Het album zou op 16 maart in de Amerikaanse Billboard 200 verschijnen en stond een tweetal weken op de 200e en 199e plaats.
In 2012 maakte het toonaangevende muziekblad Rolling Stone een Top 500 van de Beste Albums waarin we White Light/White Heat op de 292e plaats aantreffen.
Het album
Kant A
01 White Light/White Heat (2:44)
02 The Gift (8:14)
03 Lady Godiva's Operation (4:52)
04 There She Comes Now (2:00)
Kant B
01 I Heard Her Call My Name (4:05)
02 Sister Ray (17:00)
45th Anniversary Super Deluxe Edition
CD 1 White Light / White Heat (Stereo Version)
1-1 White Light / White Heat (2:48)
1-2 The Gift (8:20)
1-3 Lady Godiva's Operation (4:56)
1-4 Here She Comes Now (2:04)
1-5 I Heard Her Call My Name (4:38)
1-6 Sister Ray (17:27)
Bonus:
1-7 I Heard Her Call My Name (Alternate Take) (4:38)
1-8 Guess I'm Falling In Love (Instrumental Version) (3:32)
1-9 Temptation Inside Your Heart (Original Mix) (2:31)
1-10 Stephanie Says (Original Mix) (2:50)
1-11 Hey Mr. Rain (Version One) (4:40)
1-12 Hey Mr. Rain (Version Two) (5:23)
1-13 Beginning To See The Light (Previously Unreleased Early Version) (3:39)
CD 2: White Light / White Heat (Mono Version)
2-1 White Light / White Heat (2:48)
2-2 The Gift (8:20)
2-3 Lady Godiva's Operation (4:56)
2-4 Here She Comes Now (2:04)
2-5 I Heard Her Call My Name (4:38)
2-6 Sister Ray (17:27)
Bonus:
2-7 White Light / White Heat (Mono Single Mix) (2:48)
2-8 Here She Comes Now (Mono Single Mix) (2:04)
2-9 The Gift (Vocal Version) (8:06)
2-10 The Gift (Instrumental Version) (8:18)
CD 3: Live At The Gymnasium, New York City, April 30th, 1967
3-1 Booker T. (6:41)
3-2 I'm Not A Young Man Anymore (7:17)
3-3 Guess I'm Falling In Love (4:18)
3-4 I'm Waiting For The Man (5:24)
3-5 Run Run Run (6:55)
3-6 Sister Ray (18:55)
3-7 The Gift (10:32)