Black Panther
Het klapstuk voor Marvel-fans kruipt met rasse schreden dichterbij, maar niet zonder daarvoor eerst een nieuwe held te introduceren. Black Panther, gestalte gegeven door Chadwick Boseman, kwam al iets eerder in de tijdlijn voorbij, maar krijgt nu zijn eigen achtergrondverhaal. Aan het roer staat Ryan Coogler, een regisseur die furore maakte met prachtige films als Fruitvale Station en Creed. Het is nu aan hem om een bigbudgetproductie waarbij, zeker in het geval van een Marvel-film, veel op het spel staat, tot een succes te maken. Of hem dat gelukt is? Hell yeah.
Na de aanslag in Captain America: Civil War, waarbij T'Challa zijn vader verloor, keert hij terug naar het mythische land Wakanda, waar al eeuwen de mensen in rijkdom leven door het opwekken van de oerstof Vibranium. Nadat hij tot koning is gekroond, krijgt T'Challa te maken met de moeilijke gewetensvraag: wordt het tijd om de rijkdom te delen, of om het eigen volk te beschermen tegen de invloeden van buitenaf. Ondertussen staat er een nieuwe bende op, onder leiding van Klaue, ofwel Klaw genoemd (Andy Serkis), die maar één doel heeft: het vergaren van zoveel mogelijk Vibranium. Erik Killmonger wil daarin echter veel verder gaan en slaat een meer drastische weg in: het veroveren van Wakanda.
Chadwick Boseman is te zien in de titelrol en weet die met een enorme overtuiging neer te zetten. Nadat het publiek is gewend aan het soort accent dat er gesproken wordt door vrijwel alle personages in Wakanda is er alleen maar stof om van te genieten. Vooral de mate waarin Boseman de menselijkheid in T'Challa naar voren brengt is zeer opvallend. In Black Panther is er niet één slechterik. En de slechteriken zijn niet eens slechteriken. Allereerst is er Andy Serkis, die zijn rol als Ulysses Klaue weer mag vertolken. Hij zet een maniakale man neer, zonder daarin over te gaan op cartooneske waanzin. De manie die er zich in Klaue bevindt, is zo gegroeid door zijn leven heen en dat is te zien in de manier waarop Serkis hem speelt. Daarbij levert ook Michael B. Jordan een puike prestatie af als Killmonger. Hij is overigens inmiddels uitgegroeid tot de Leonardi DiCaprio van Ryan Coogler, zoals dat bij Martin Scorsese het geval is. De wrok die Erik heeft gevormd tot wat hij nu is geworden, wordt op een eigenaardige manier en met treffende parallelen aan het publiek duidelijk gemaakt. Martin Freeman was ook al eerder te zien, maar mag nu wat meer actie beleven, zoals hij dat bijvoorbeeld gewend was van zijn tijd bij Sherlock. Ook deze acteur is als een vis in het water in de wondere wereld van Black Panther en dat is mede te danken aan het fantastische script van de hand van de nog vrij onbekende Joe Robert Cole in samenwerking met Coogler zelf. Het feit dat de heren het niet erg vinden om risico's te nemen blijkt al snel en werpt onomstotelijk zijn vruchten af.
Als regisseur had Coogler zich op kleine schaal al bewezen, maar wat dan steeds vaker de trend wordt is dat deze kleinschaligheid niet langer meer geboden wordt aan de regisseur, waardoor hij (of zij) de focus kwijtraakt. Door zelf aan het einde van de lijn te staan wat betreft het scenario en het script, weet Coogler precies welke kant hij op wil en kan. Dit zorgt ervoor dat alhoewel sommige scènes net iets te lang aanvoelen, waarbij dat dan vooral de vechtscènes zijn, er geschakeld kan worden op een manier die al te zien was in Fruitvale Station. Maar dan op een schaal die natuurlijk enorm is. Het wordt dan ook langzaamaan gedurende de film wel duidelijk waar het budget voornamelijk aan is besteed. De wereld van Wakanda, die deels door CGI wordt geportretteerd, ziet er adembenemend uit. De prachtige vlaktes van Afrika worden getoond, en er wordt ook nog eens met respect omgegaan met de gebruiken die bij dit Afrikaanse landschap horen.
Dan is er als laatste ook nog de soundtrack van Kendrick Lamar, die hiervoor alle lof verdient. Het is de neiging naar R&B, met een frisse mix van hiphop die op sommige momenten in de film verrassend goed past. Het wordt geen moment saai wat betreft de muziek, want er wordt elke keer weer een richting ingeslagen die een bepaalde mate van verbazing brengt. Dit mag hij zeker nog een keer doen.
Black Panther is een geslaagd project, dat dit weet te bereiken door de afwisseling tussen het gewicht die aan de scènes wordt meegegeven, terwijl er tegelijkertijd uitstekend is gekeken naar wat het personage Black Panther allemaal heeft te bieden vanuit de bron. Stan Lee & Jack Kirby mogen trots zijn op wat er met hun creatie heeft plaatsgevonden. Ryan Coogler heeft een film afgeleverd die, ondanks de soms wat lange aanloop naar bepaalde scènes en de hoogtepunten daarin, tot nu toe op de meest interessante manier een Marvel-personage op het witte doek knalt.