Boek: Ego Faber

In de proloog vertelt de naamloze ik-figuur dat de door iedereen aanbeden Ego Faber, een jongen van ergens begin twintig, is overleden. De verteller, Ego en Rein waren beste vrienden. Zara, een model waar de ik-figuur hevig verliefd op was, was de vriendin van Ego. In Amsterdam zoop, snoof en neukte het trio levensgenieters zoveel als mogelijk en af en toe werd er ook nog gestudeerd. Waaraan Ego is gestorven zal pas tegen het eind van het verhaal uit de doeken worden gedaan, maar duidelijk is dat de ik-figuur zichzelf verantwoordelijk acht voor de dood van de uiterst charismatische verschijning waar hij zo tegenop keek. 

Cover Het vaak gemaakte bezwaar dat er in de Nederlandse literatuur nogal wat afgeneukt wordt, heeft debuterend schrijver Maurice Seleky (1982) er niet van weerhouden in zijn Ego Faber een niet gering aantal seksscènes op te nemen. Sommige ervan zijn functioneel. Een ander facet dat schaadt door de overdaad is het telkenmale verwijzen naar pop culture. Er wordt onder vele andere geluisterd naar muziek van Iggy Pop, The Strokes en Velvet Underground en gerefereerd naar films als Trainspotting en Pulp Fiction. Om het boek toch een beetje in een context te plaatsen, speelt op de achtergrond de recente (wereld)geschiedenis een bescheiden rol. Zo ontmoet de ik-figuur Ego op 11 september 2001 in een lege (!) treincoupé onderweg naar Amsterdam, wordt Theo van Gogh vermoord terwijl de drie vrienden vlakbij de plaats delict zo stoned als een garnaal Luke Skywalker, Han Solo en James Bond bij elkaar hallicuneren en krijgt Londen een terroristische aanslag te verduren als Ego daar een week is om tot zichzelf te komen.

 

Wat nogal opvalt, is hoe ultrakort de hoofdstukken (het boek spreekt overigens van composities) zijn. In zo'n tweehonderd pagina's komen er eenenzestig (!) voor. Hierdoor doet het proza niet zozeer aan als een roman, maar eerder als een dagboek. Eentje waarin de zogeheten Generatie Y wordt beschreven. Als zodanig is het een zeer aardig inkijkje in de leefwereld van mensen die zich nog “schoolpleinen kunnen herinneren zonder mobiele telefoons en nog even geproefd hebben van een leven zonder internet. [...] die nog buiten speelden en hutten bouwden, voordat de spelcomputers van Nintendo [...] huiskamers binnenkwamen om die nooit meer te verlaten.”

 

De politiek-filosofische overwegingen (tussen het sjansen, dansen en drinken door) van Ego brengen sporadisch nog enige diepgang of interessante theorieën, maar verder is Ego Faber een behoorlijk oppervlakkige en voorspelbare roman. Seleky weet soms aardige zinnen te verzinnen (“Glad ijs, maar zo schaatst Ego ook altijd.”), maar blijft ook regelmatig hangen in weinig interessant pubergepieker als “Waarom vinden meisjes alles lekker wat slecht voor hen is?” Het (dag)boek geeft echter wel een aardig beeld van de zogeheten Generatie Y en àls je het leest, moet je het om die reden lezen. Dit pluspunt is niettemin niet genoeg om de mindere aspecten te compenseren. “I love Ego Faber” is een quote die vaak en op velerlei wijzen terugkomt in het boek. “I don't care too much for Ego Faber” is echter een stuk toepasselijker.