Lemony Snicket

... als je van spellen houdt die eindigen met \"en ze leefden nog lang en gelukkig\". Dat is de waarschuwing die je krijgt aan het begin van het spel. De spel volgt in grote lijnen het verhaal van de eerste drie boeken en de hoofdpersonen krijgen dan ook de ene tegenslag na de andere te verwerken. Het spel begint met een introductiefimpje waarin de drie kinderen Violet, Klaus en Sunny Baudelaire (Violet, Claus en Roosje in de Nederlandstalige editie van de boeken) te horen krijgen dat hun ouders zijn omgekomen toen hun huis afbrandde. De Baudelaires hebben een fortuin achtergelaten, maar omdat de kinderen nog te jong zijn moeten ze bij een voogd wonen tot Violet achttien is.

De executeur-testamentair, meneer Poe, kiest in eerste instantie het verre familielid graaf Olaf uit als voogd. Graaf Olaf is een kille, magere toneelspeler, die de kinderen opdraagt klusjes voor hem te doen. Zo moeten ze het huis ontdoen van ratten en spinnen en zorgen voor een maaltijd voor het volledige toneelgezelschap. Gelukkig is Violet heel slim en ze kan dan ook met behulp van allerlei voorwerpen die ze in het huis vindt hulpmiddelen maken om de karweitjes iets makkelijker te maken. De kinderen hebben het helemaal niet naar hun zin en proberen dan ook te ontsnappen uit het huis van graaf Olaf.

Als dat gelukt is, komen ze bij de volgende voogd terecht: oom Monty. Hij blijkt een slangenkenner en -verzamelaar te zijn. Hij staat op het punt om op expeditie te gaan in Peru, en de kinderen mogen mee. Mits ze eerst wat klusjes opknappen natuurlijk. Oom Monty\'s assistent is verdwenen en vlak voor het vertrek verschijnt een nieuwe assistent ten tonele: Stefano. Maar op wie lijkt die kille, magere man toch? Oom Monty sterft door een slangebeet en meneer Poe moet opnieuw op zoek naar een nieuwe voogd.

Dit keer is tante Jozefien degene die de kinderen onder haar hoede neemt. Zij woont in een havenstadje en is bang voor alles wat je maar kan bedenken, en ook voor alles wat je niet kan bedenken. Vóór de kinderen haar huis mogen betreden, moeten ze enkele voorwerpen verzamelen in het dorpje. Er is een orkaan op komst en je moet op alles voorbereid zijn. Dan blijkt tante Jozefiens huis verlaten en bouwvallig, de wind waait er op volle kracht doorheen. De kinderen moeten hun vindingrijkheid aanwenden om te overleven.