IndyCar: startcrashes en spannende slotfase

Op het circuit van Road America in Wisconsin, 'het Noord-Amerikaanse Spa-Francorchamps', is de tweede IndyCar-race van het weekeinde verreden. Scott Dixon reed zaterdag naar zijn derde zege in drie races, zondag werd het een ander verhaal.

Met polesitter Pato O'Ward - voor het eerst - en Colton Herta hadden we de jongste eerste startrij ooit in de IndyCar, rookie Alex Palou en Ryan Hunter-Reay vervolgden hun duel van zaterdag op rij twee en Rinus van Kalmthout vertrok vanaf de vijftiende stek.

Die start liep al gelijk op z'n IndyCars fout: achterin reed Conor Daly zijn voorvleugel nog vóór de groene vlag gezwaaid werd stuk, voorin kreeg Hunter-Reay een tikje van Will Power, waardoor hij de banden in spinde. Jack Harvey ging er daar ook vanaf en een bocht later spinde Graham Rahal tegen een muur, nadat ook hij een tik van Power kreeg.

Het was zo nogal chaotisch, maar O'Ward had de leiding nog altijd, Palou en Herta volgden met Scott Dixon, Power en Felix Rosenqvist daar weer achter. Zij werden gevolgd door niemand minder dan Van Kalmthout, die bijna tien plekken won door al het gedoe.

Power kreeg een straf: hij moest achteraan herstarten, net als Daly, en zo schoof Van Kalmthout op naar zes. Zo zaten er welgeteld vier ronden op en konden we eindelijk écht beginnen, tot uitgerekend Power een rondje later in het grind stond: caution, waarna Palou bij de herstart de tweede plek van Herta knap in handen pakte.

Al vrij vroeg openden Herta en Dixon wat de toppers betreft het bal der pitstops, Van Kalmthout en Palou volgden een ronde later en de Nederlander kwam daarbij voor Dixon terecht - ook voor Herta, maar die ging er rap voorbij. De Nederlander viel vervolgens flink wat plekken terug nadat hij even van de baan schoot.

Richting de helft van de race had iedereen de pitstop weer gemaakt - Power en Santino Ferrucci liepen door hun omstandigheden wat achter - en O'Ward ging nog steeds aan de leiding. Rosenqvist had zich opgewerkt naar plek twee, voor Palou, Alexander Rossi, Herta en de sterk rijdende Marcus Ericsson, met Van Kalmthout op plek negen.

Het gros van het veld begon op dat moment aan de voorlaatste ronde reguliere stops, Dixon en Van Kalmthout openden dat bal, terwijl Rossi de derde plek van Palou afsnoepte. O'Ward behield bij de stops de leiding, Rosenqvist lag ook daarna nog op plek twee en Rossi reed op de derde plek, met het out-of-sync-duo Ferrucci en Power er weer achter.

Met vijftien ronden te gaan hadden Ferrucci en Power het lang genoeg gerekt om hun laatste stop te kunnen maken, de rest volgde niet veel later, te beginnen met Herta, Dixon, Newgarden en Van Kalmthout. Dixon, die tot nu toe alle drie de races dit jaar won, liet zijn motor afslaan, Van Kalmthout profiteerde en schoof zo een plekje op.

O'Ward kende een prima stop, Rosenqvist stampte ondertussen voor wat hij waard was, maar kwam wel achter de Mexicaan terecht na zijn eigen stop. Op ruime afstand behield Rossi plek drie, op zijn beurt ruim voor Ericsson en Herta. Rosenqvist was wel beduidend sneller dan O'Ward en begon het gat langzaam maar zeker te verkleinen.

Vijf ronden voor het einde zat de Zweed nog drie tellen achter de leider, die wel achterblijver Daly constant vlak achter hem had: wellicht irritant, maar wel een kleine buffer naar Rosenqvist. Dat duurde niet lang: Daly ontdeed zich van zijn ronde achterstand en Rosenqvist zat in no-time binnen twee seconden van de leidende Mexicaan.

O'Ward reed op verouderde zachte banden, Rosenqvist had bij zijn laatste pitstop nog gloednieuwe harde banden over en dus werd het alleen maar zwaarder voor de leider. Met anderhalve ronde te gaan opende Rosenqvist de aanval en verschalkte hij O'Ward, die zich tevergeefs met hand en tand probeerde te verdedigen.

Rosenqvist reed zo naar zijn eerste IndyCar-zege, O'Ward en Rossi completeerden de top-3, voor Ericsson en Herta. Van Kalmthout verloor nog wat plekken in de laatste ronde en eindigde als veertiende.