Libië wist van evacuatieoperatie
Het Libische regime was op de hoogte van de evacuatie van de Nederlandse man en de Zweedse vrouw van het strand van Sirte. Hoe deze kennis is verkregen is onduidelijk. Dat blijkt uit een brief die minister van Buitenlandse Zaken Uri Rosenthal (VVD) en minister van Defensie Hans Hillen (CDA) maandagavond naar de Kamer stuurden.
De evacuatie met een helikopter was de enige optie om de twee te evacueren, meldt het kabinet. Eerder had Haskoning, de werkgever van de Nederlander, al meerdere vergeefse pogingen gedaan om hem uit het land te krijgen. Wat de situatie bemoeilijkte was dat hij niet over zijn paspoort beschikte.
Nederland overwoog om Libië om toestemming te vragen voordat het Libische luchtruim werd betreden. De Libische overheidsdiensten waren op dat moment echter gesloten, zo liet de Nederlandse ambassade in Tripoli weten.
Bovendien staat het ongeschreven volkenrecht toe om af te zien van toestemming als er sprake is van een gevaarlijke situatie. "Dat achteraf excuses is aangeboden voor het niet hebben gevraagd van toestemming, doet daar niet aan af en behoort tot de gebruiken in het (diplomatiek) interstatelijk verkeer", schrijven de bewindspersonen.
Tegen een van de drie bemanningsleden van de helikopter is tijdens het eerste verhoor geweld gebruikt. Hij vertelde dat niet tegen de twee andere militairen, omdat hij hen niet ongerust wilde maken. Pas drie dagen na terugkomst in Nederland maakte hij hier melding van. De ernst van de mishandelingen is niet bekendgemaakt.
Wie de Nederlander was die op stel en sprong geëvacueerd moest worden is niet bekend. De ministers ontkrachten in de brief wel het gerucht dat het zou zijn gegaan om prinses Mabel. "De evacué had geen banden met het koninklijk huis", staat in de brief. "Het besluitvormingsproces om tot evacuatie over te gaan was voor elke andere willekeurige Nederlander hetzelfde uitgevallen."