Haagse Hopjes verdwijnen uit de schappen
Enige tijd nadat trekdrop verdween uit de winkels, verdwijnen nu ook de beroemde Rademaker Haagsche Hopjes uit de schappen. De Zweedse producent Cloetta heeft besloten de productie stop te zetten vanwege een afgenomen vraag naar het iconische Haagse snoepje. Dit besluit heeft geleid tot een golf van teleurstelling en verdriet onder liefhebbers, inwoners van Den Haag en zelfs van de lokale politiek. Het Haagsche Hopje, dat al meer dan twee eeuwen een symbool is van de stad, dreigt een herinnering te worden in plaats van een levend erfstuk.
De oorsprong van het Haagsche Hopje ligt aan het einde van de achttiende eeuw, toen baron Hendrik Hop naar verluidt een kop koffie met suiker en room te lang op een kachel liet staan. Wat overbleef, was een hard brokje dat verrassend goed smaakte. Hij schakelde een banketbakker in om deze ontdekking om te zetten in een product en zo werd het Haagsche Hopje geboren. Het snoepje groeide uit tot een geliefde lekkernij, aanvankelijk onder de adel en later ook bij de gewone bevolking. Tegen het einde van de negentiende eeuw waren er tientallen producenten van Hopjes in Nederland, maar uiteindelijk werd Rademaker de bekendste naam, mede door slimme marketing.
Het nieuws dat Cloetta stopt met de productie van Rademaker Haagsche Hopjes sloeg in als een bom. De productie werd in 2012 al verplaatst naar Cremona, Italië, waardoor de snoepjes feitelijk hun Nederlandse roots al gedeeltelijk verloren. Nu verdwijnt de originele variant volledig uit de winkels. Volgens Cloetta is de vraag naar het snoepje dusdanig afgenomen dat het niet langer rendabel is om de productie voort te zetten. Toch houdt het bedrijf de deur op een kier, met de mededeling dat hernieuwde productie mogelijk is als de vraag significant stijgt.
De beslissing heeft geleid tot verontwaardiging in Den Haag, waar het Haagsche Hopje wordt gezien als belangrijk cultureel erfgoed. De lokale politieke partij Hart voor Den Haag heeft zich opgeworpen als voorvechter van het behoud van het snoepje. Fractievoorzitter Richard de Mos was er als de kippen bij en riep op om de rechten en productiemiddelen terug te halen naar de stad. “Het Haagsche Hopje is net zo iconisch als het Binnenhof. Het hoort bij de stad en bij onze geschiedenis. We moeten dit niet zomaar laten verdwijnen,” aldus De Mos. De partij heeft schriftelijke vragen ingediend bij het college van burgemeester en wethouders en pleit voor een herstart van de productie door Haagse bakkers.
Jan van der Laan, initiatiefnemer van het Haagsche Hopjesmuseum, deelt deze visie. Hij noemt het verdwijnen van de Rademaker Hopjes een grote culturele aderlating. “Het Haagsche Hopje is niet zomaar een snoepje, het is een stukje stadstrots en geschiedenis. We moeten dit verhaal levend houden en kunnen het inzetten voor citymarketing,” stelt hij. Van der Laan bepleit niet alleen de herstart van de productie in Den Haag, maar ook voor de oprichting van een heus standbeeld ter ere van baron Hendrik Hop op het Lange Voorhout, waar het snoepje ooit werd ontwikkeld.
De vraag naar traditionele snoepjes zoals de Haagsche Hopjes lijkt de afgelopen jaren te zijn afgenomen door veranderende consumententrends. Winkels merken dat klanten steeds vaker kiezen voor kleurrijke en trendy snoepsoorten, mede geïnspireerd door sociale media zoals TikTok. Dit heeft ertoe geleid dat oude favorieten, zoals trekdrop en boterbabbelaars, plaatsmaken voor nieuwe hypes. Toch stellen winkels in Den Haag dat de vraag naar Haagsche Hopjes niet significant was gedaald. Bij snoepketen Jamin bleef de verkoop stabiel en veel Haagse winkels meldden nu juist een stormloop op de laatste voorraden na het nieuws over het einde van de productie.
Alternatieven voor de Rademaker-variant, zoals het Hollands Hopje van snoepfabrikant Napoleon, blijven wel beschikbaar. Deze varianten verschillen echter qua vorm en smaak, wat volgens liefhebbers afbreuk doet aan de authenticiteit. “Het originele vierkante snoepje met de klassieke verpakking is niet te evenaren,” aldus Van der Laan.
De Haagse gemeenschap blijft hoop houden op een oplossing. Lokale initiatieven, zoals het inschakelen van Haagse bakkers of het starten van onderhandelingen met Cloetta, worden gezien als mogelijke reddingsplannen. Burgemeester Jan van Zanen spreekt van een gemis voor de stad. “Het Haagsche Hopje behoort tot de Haagse canon. Laten we hopen dat het blijft voortbestaan in een nieuwe vorm,” aldus de burgemeester.