De krokussen hadden gelijk

Als een ridder te fiets passeerde ik het plantsoentje naast ons huis. Een dag later als piraat te fiets. Het viel me op dat er enkele krokussen uit het bevroren gras staken. De tweede dag zelfs nog meer dan de eerste. Ze kunnen de carnavalsvakantie dan wel krokusvakantie noemen, van voorjaar was nog geen sprake.

Ik besloot dat het een foutje van de natuur was geweest. Immers, ik had nog geen signalen van een aanstaande lente opgepikt. Iets minder koud, iets meer zonnestraaltjes, de afwezigheid van bevroren vingers tijdens het fietsen, het was allemaal niet aan de orde.

Als er iemand een grafhekel heeft aan kou, sneeuw en winter, dan ben ik het wel. Ik hield het dus niet voor mogelijk dat die krokusjes eerder in de gaten hadden dat de lente eraan kwam, dan ikzelf.

Maar een weekje later liep ik fluitend door de Hornbach op zoek naar mest voor mijn grasmat. Het was zo warm dat ik mijn jas uitdeed. Thuis nam ik het gras flink onder handen. Mos weg, zaadjes strooien, mest erbij. Ik liet de zon op mijn hoofd schijnen en genoot van de eerste signalen van de aankomende lente.

Toen de klus geklaard was trakteerde ik mijzelf op een welverdiende pilsener. Vanuit mijn tuinstoel beoordeelde ik de grasmat, die er binnenkort ongetwijfeld beter uit zou zien. Toch miste er iets. Volgend jaar zullen krokussen in onze tuin de lente aankondigen.