Money can't buy happiness

Welke taal de persoon spreekt die tegenover je zit in de Amsterdamse metro, weet je nooit. Ik meen vandaag iets van Russisch te herkennen. Een meisje van - ik schat - een jaar of éénentwintig is aan het bellen met haar vaderland, vermoed ik. Hoewel ik geen snars van de woorden begrijp, verraden de tranen in haar ogen de sfeer van het gesprek. Ze heeft een gaaf gezicht. Strakke kaaklijn. Heldere ogen. Op haar schoot staat een tas van het merk Louis Vuitton. Het zou mij niks verbazen als dit meisje model is.

Dan schakelt ze over op Engels. Ze vertelt dat ze niet erg gelukkig is in Amsterdam. Zelden of nooit komen er mensen bij haar op bezoek aan de Prinsengracht, waar ze kennelijk woont. Op school heeft ze geen vrienden of vriendinnen. Sterker nog, ze wordt er gepest. Vooral omdat ze eigenlijk nog maar een paar woorden Nederlands kent. Haar Chinese klasgenoten die hier nog maar drie maanden zijn, spreken zelfs beter Nederlands, zegt ze tegen - zover ik begrijp - haar vader.

Ze vervolgt dat ze liever naar een 'boarding school' in Zwitserland wil en of pappie haar daarmee zou willen helpen. Daar spreken ze bovendien Russisch. Haar tranen drogen langzaam op wanneer het gesprek verder gaat over een Swarovskikristal dat ze graag voor haar zus wil kopen. Vijftienhonderd euro? Mijn hemel. Ach, ze zal het wel kunnen betalen.

Het gesprek gaat vervolgens weer verder in het Russisch. Ik kijk door de ramen naar buiten. Ja meisje, dan kun je nog zo mooi en rijk zijn. Echt rijk ben je pas wanneer je gelukkig bent en lieve mensen om je heen hebt.

Meereizen met het gesprek van de ander. Je eigen sores even vergeten. Jezelf realiseren dat je eigen leven zo gek nog niet is.