Ik ga scheiden 28

“Ben je het zat dat ik hier woon, Marion?” Ze keek mij recht in mijn ogen aan. Er ontsnapte een traan uit haar ooghoek.
“Nee ik ben je niet zat, Petra. Wat ik wel zat begin te worden, is je altijd vrij neutrale opstelling in alles. Je gedrag van ontwijken in veel zaken die voor jou nu zo ontzettend belangrijk zijn.” Ik begon er genoeg van te krijgen.

“Ik ontwijk niets, maar reageer op veel zaken behoudend.”
“Ik begrijp best dat je de kat uit de boom wilt kijken. Maar je zult verder moeten gaan dan kijken. Je zult aan de stam van je problemen moeten schudden. Niets gaat vanzelf. En ja, door Constance besef ik weer beter wat ik wel ben.”
“Klopt, en dat is mooi. Maar ook met haar ben je er nog niet. Ook voor haar zal het allemaal niet makkelijk zijn. Hoe gaat zij dat doen met haar man en kinderen?”
“Voordat we over Constance gaan praten eerst dit: Is het je helemaal duidelijk wat ik bedoel? Begrijp je mij sowieso?” zei Marion. Ik pakte haar handen en deed haar handpalmen tegen elkaar, omsloten door mijn handen.
“Ik begrijp je helemaal. Even dacht ik hier te kunnen blijven, maar ik begrijp dat ik echt verder moet met mijn leven. En zo geef ik anderen ook weer ruimte.” Ik doelde op Constance.
“Als dat je conclusie is, dan is dat zo. Ik dacht dat in het begin ook. Maar dat is mijn minpunt ook. Ik ga altijd ergens voor en soms is het te veel. Dan wil ik te veel en in een korte tijd. Jij bent daar heel anders in. Bij jou kan het een heel lange tijd duren voordat je eens voor jezelf opkomt.”
Ik voelde de zijkanten van mijn tong gaan prikkelen. Ik voelde woede.
“Ik kom voor mijzelf op! Ik ben van hem weg!” Marion bond in. Ze omhelsde mij en zoende op mijn wang.
“God, wat hou ik van je. Het doet zo’n pijn. Ik beleef mijn scheiding ook weer.”
“Door mij”, zei ik zacht.
“Ik heb je binnengelaten, letterlijk en in mij. Dat is zo omdat naast mijn ongeduld mijn gevoel voor mensen die in de problemen zitten ook groot is. Ik kan gewoon niet anders. Weet je Petra, kijk gewoon maar. Volg de tijd van je hart en niet alleen de tijd van je verstand. JW is vrij en hij ziet iets in je wat hem echt boeit.” Ik voelde het in mijn hele lichaam dat juist dit gesprek met Marion goed afliep. Maar haar boodschap was duidelijk. Ik kon hier, in haar huis, niet voor een langere tijd wonen. Ik zag dat ze toch persoonlijke vrijheid tekort kwam. Marion ging verder.

“Constance. Ze is een maatje, haar man weet trouwens van mijn relatie met haar, wat het dan ook mag zijn. Ze hebben een zogenoemd vrije relatie.”
“O, ja dat ken ik. Lijkt mij een lastige. Ik neem aan dat hij ook relaties binnen zijn huwelijk heeft?”
“Ik weet niet of ik wel integer ben als ik dit aan jou vertel.”
“Niet doen als je dat gevoel hebt.”
“Ze heeft mij niet gezegd het niet door te vertellen. En eigenlijk wil ik het wel kwijt. Want hoe werkt dat in godsnaam?”
“Je hebt relaties binnen de primaire relatie, zoiets.”
“Klinkt vreselijk gecompliceerd”, stelde Marion koel vast. “Ik zou er in ieder geval niets mee hebben, Petra. Jij?”
“Ben al druk met één relatie. Stel je voor dat je er op twee of drie verliefd wordt. Ik zou doodongelukkig worden.” Het gesprek stierf in leunen tegen elkaar en oninteressante televisie. Maar zoals zo vaak met televisie, het schraapt je brein leeg en vult het tijdelijk met irrelevante informatie.

We werden bruut gewekt door het beuken op de voordeur.
“Doe open, lesbische trut!”
“Jan?” vroeg ik. Marion vloog overeind en belde eerst 112 en daarna JW. Het glasgerinkel van de voordeur benam ons de adem. Nu zou hij zo voor ons staan. Wat kon ik doen? Een klein zetje was al genoeg om mij tegen de grond te werken. En daar stond hij.
“Waar is Markus, Jan? Zit hij in de auto?” schreeuwde ik terwijl ik opzij keek naar onze auto die gewoon voor het huis van Marion geparkeerd stond. Ik zag het kleine koppie van Markus.
“Jan, wat doe je?” Jan deed een paar stappen naar voren, Marion ging tussen mij en hem staan.
“Halt! Politie!”
Jan draaide zich snel om en keek recht in de pistoolloop van JW.
“Is dat niet een beetje heftig, meneer de politie? Ik bedreig niemand hier.”
“Op je knieën, handen op je hoofd!”
Jan ging onder luid gezucht op zijn knieën. JW deed zijn wapen weer in zijn holster. Mijn hart bonsde in mijn keel. Ik zag dat Marion stond te trillen op haar benen. Ik had het vermoeden dat dit de laatste actie in haar huis wel eens kon zijn van deze familie. Toch had ik toen het sterke gevoel dat alleen mijn kinderen familie waren. Jan was een agressieve man die ik gekend heb, maar die nu zo verschrikkelijk ver van mij weg stond.
“Ik blijf terugkomen, Petra, dat kan ik je beloven!” zei Jan terwijl handboeien werden omgedaan.
“En waarom? Waarom in godsnaam? Waarom laat je mij, ons, niet met rust?” JW gaf hem de ruimte om nog wat terug te zeggen.
“Ik heb die rust niet dus jij ook niet.”
“Dus je houdt nog steeds van mij, Jan? Is dat het?”
“Houden van jou! Ben je gek?”
“Wat doe je hier dan?”
“Je bent nog steeds mijn vrouw. Ik accepteer voor de kinderen niet dat jij een lesbische relatie aangaat.”
“O, is dat het. Jij mag wel zo snel mogelijk trouwen met je Miranda, maar ik mag geen vriendin hebben?”
“Miranda is exit, het is uit.” In mijn ooghoeken zag ik Markus’ verlossing in zijn gezicht.
“En dan denk je: goh, laat ik maar weer naar het oude vertrouwde gaan? Mijn ex. Jij Jan, jij hebt geen controle meer over mij.” Ik liep op hem af, met nog maar twintig centimeter tussen ons in. Ik rook een alcohollucht. JW hield hem nog steviger vast omdat Jan begon te duwen en trekken.
“Jij bent bezig mijn leven constant tot een hel te maken. Krijg een eigen leven, klootzak, en laat mij met rust! Mij krijg je nooit meer. Onthoud dat heel goed! Mij krijg je nooit meer!”
“Dat zullen we dan nog wel eens zien.”
“En nu kun je meekomen”, siste JW. Hij knipoogde naar mij. Markus zat nog steeds in onze auto, de auto die Jan en ik eerst samen hadden. Bij Marion knapte er iets.

“Petra, ik trek het niet meer. Ik wil dat je nu iets zoekt, het liefst vandaag nog.”
Ik keek eerst naar mijn rollator toen naar Markus die nu ook de kamer binnenkwam. Marion keek hem aan, Markus liep naar haar toe en omhelsde haar. Ik knikte naar haar en kon er absoluut niets tegenin brengen. Een heel rare leegte vulde mij met niets dan alleen nog meer leegte. Ik wist dat het eraan zat te komen, maar juist nu. En dan de aanleiding, weer Jan.
“Oké, van de week dan, Petra”, zei Marion met een geknepen stem. Ik wilde eigenlijk direct weg. Niet omdat ik boos op haar was. Daar had ik geen enkele reden toe. Ik was boos op mijn eigen leven. Het leven dat anderen nu zo veel ellende bezorgde.
“Wat van de week, tante Marion?” vroeg Markus voorzichtig.
“Jullie moeten een huisje vinden waar jullie een nieuw leven kunnen gaan opbouwen. Ik kan dit niet meer aan, lieve schat. Er komt zo veel ellende van mijn eigen scheiding naar boven. Dat ging vaak precies zo.”