Geen held is onoverwinnelijk

De tragiek van echte helden is dat ze niet onoverwinnelijk zijn. Je hebt uiteraard die namaakhelden, in films of stripboeken, die winnen altijd. Maar echte helden, van vlees en bloed, komen ongetwijfeld op een moment in hun leven dat ze niet meer meekunnen. Zeker de sporthelden. Tenzij ze echt op hun hoogtepunt stoppen, komt er een moment dat ze niet snel of scherp genoeg meer zijn, of dat ze een blessure krijgen. Het probleem is dat je niet weet wanneer je hoogtepunt is. Zeker iemand die altijd op het hoogste niveau gepresteerd heeft, zal met moeite afscheid kunnen nemen. Vaak volgt er een teleurstellende comeback, zoals die van Michael Schumacher. Net als voor de sporter is het voor de sportfan ook vaak moeilijk om het verval van zijn held mee te maken.
 
Heel veel jaren geleden, toen ik veel minder Days en veel meer Wild was, begon ik het te volgen. Dat volgen was niet altijd makkelijk. Alleen de BBC zond het uit, dus er was een tijdsverschil van een uur. Er was nog geen kabel, de verbinding met Engeland ging via de ether, wat vaak slechte beelden tot gevolg had. Het beeld viel regelmatig weg, er was veel sneeuw en vaak was het zwart-wit, wat verdomde lastig was als je wilde kijken naar een witte, een gele, een groene, een bruine, een blauwe, een roze, een zwarte en 15 rode ballen. Snooker dus.

Toen ik begon met kijken was het de bloeiperiode van het moderne snooker (na 1969) waarin het niveau enorm omhoog ging en er veel legendarische en tevens excentrieke figuren rond liepen. Zo was er Alex "Hurricane" Higgins, een opvliegende Noord-Ier die zijn bijnaam te danken had aan zijn razendsnelle spel. Hij was een van de meest controversiële spelers die regelmatig overhoop lag met de officials. Niet alleen vanwege zijn temperament maar ook vanwege zijn alcoholconsumptie. Hij werd vanwege zijn populariteit ook "the People's Champion" genoemd. Een goede vriend van hem was Jimmy "The Whirlwind" White, die ook een "People's Champion" was en net als Higgins heel snel speelde, wat zijn bijnaam verklaarde. Jimmy White is ondanks zes WK finales nooit wereldkampioen geweest. Alex Higgins is twee keer wereldkampioen geworden.

De wereldkampioenschappen waren het mooist. De meest beroemde finale was die van 1985, toen Dennis Taylor won van Steve Davis in het beroemde "black ball frame"; de laatste bal van het laatste frame en tevens de eerste keer in de wedstrijd dat Taylor voor stond. Het leverde hem de wereldtitel op ten koste van favoriet Davis. Davis was veruit favoriet en heeft in totaal zes keer de wereldtitel gewonnen en twee keer de finale verloren. Hij was de beste ooit, en toen was daar Stephen Hendry. Een jonge stoïcijnse Schot die in 1990 op 21-jarige leeftijd zijn eerste wereldtitel won. Die titel won hij uitgerekend tegen zijn jeugdheld Jimmy White. In de komende jaren zou hij nog twee keer een finale winnen van Jimmy White. In 1999 won hij zijn zevende en tot nu toe laatste wereldtitel. Met die zevende overwinning verbeterde hij het record van Ray Reardon en Steve Davis en nog steeds is hij recordhouder van wereldtitels in de moderne era. Daarnaast is hij ook recordhouder met 36 ranking titels.

In de jaren negentig was Hendry ongenaakbaar. Zijn aanvallende spel en keuze voor moeilijke pots in plaats van het spelen van een safety dreef vele tegenstanders tot wanhoop. Ook zijn fabelachtige long-pots waren daar debet aan. Dit resulteerde in de nummer één positie op de wereldranglijst die hij bemachtigde van 1990 tot 1998. Pas in het 2006/2007 seizoen heroverde hij die plek weer. Daarna ging het snel slechter met het spel van Hendry. Zijn befaamde long-pots werden minder, waardoor zijn tegenstanders meer kansen kregen. Hij gleed snel af op de wereldranglijst. In 2010 won hij met moeite de eerste-ronde-wedstrijd van het wereldkampioenschap. Hij verklaarde in de personferentie dat als hij verloren zou hebben, hij zeer sterk zou overwegen om met professioneel snooker te stoppen. In de tweede ronde verloor hij alsnog kansloos van Mark Selby met 13-5. Dit jaar wist hij wederom met moeite de eerste ronde door te komen en op tweede paasdag verloor hij kansloos in de tweede ronde, wederom van Mark Selby, ditmaal met 13-4. En nu is de vraag wat hij gaat doen: gaat hij stoppen of gaat hij door.

Een belangrijke reden voor hem om te stoppen is als hij buiten de top 16 zou vallen. De eerste zestien spelers van de wereldranglijst zijn automatisch geplaatst voor het wereldkampioenschap. De overige spelers moeten kwalificatietoernooien en voorrondes spelen. Dat is iets waar hij de motivatie volgens eigen zeggen waarschijnlijk niet voor op kan brengen. Hij blijft voor komend jaar bij de eerste zestien omdat Stuart Bingham verrassend zijn partij in de tweede ronde verloor. In de zomer zal hij zijn besluit nemen, stoppen of doorgaan. Veel grote spelers die al speelden voordat Hendry begon zijn doorgegaan, gewoon omdat ze niet kunnen stoppen. Jimmy White (48), huidige ranking nummer 57, en Steve Davis (53), nummer 41, spelen nog steeds. Als fan is het vaak moeilijk om te zien hoe jouw favoriet niet meer zo goed speelt als voorheen en soms vreselijke nederlagen lijdt. Wat dat betreft kan hij dan maar beter stoppen. De pijn zal groot zijn, maar het duurt maar even. Een wereldkampioenschap zonder Stephen Hendry zal na zesentwintig jaar vreemd zijn, maar het zal pijnlijker zijn om hem nog jaren te zien worstelen om dan in de eerste of tweede ronde jammerlijk uitgeschakeld te worden of om hem te zien stranden in de voorrondes.