Media-Mangel: Help, mijn man is klusser!

Iedere zaterdagochtend bespreekt Luc van Lier een hoogte- of dieptepunt van het Nederlandse medialandschap. Vandaag is er voor de door RTL uitgezonden serie Help, mijn man is klusser! aandacht.

Donderdagavond ga ik altijd met buikpijn naar bed. Van het lachen. RTL is briljant als het gaat om het bieden van inkijkjes in wegens gebrek aan gezond verstand totaal ontspoorde gezinssituaties. En door een bewonderenswaardig staaltje type casting hebben ze een neger met een uitgesproken domme uitstraling gevonden om de boel aan elkaar te praten, die werkelijk geknipt is voor de klus. RTL-kijkers denken dat kleurlingen niet al te snugger zijn, dus vandaar. Knappe marketing. Gluren met John Williams. Soms gaat het over gezinnen die tot over hun oren in de schulden zitten, soms over huishoudens die mot hebben met de buurtjes, maar het absolute hoogtepunt is wel de serie ‘Help, mijn man is klusser'. Meesterlijk.

Bescheiden woninkjes worden door het technisch en mentaal onvermogen van de huisvader die onterecht de mening is toegedaan dat hij beschikt over twee rechterhanden langzaam maar zeker veranderd in onbewoonbare krotten. Een emmer als toilet (sinds vier jaar), ontbrekende balkons en scheidingswanden (sinds zes jaar), schimmel op alle muren (sinds vijf jaar) of een keuken waar muizen en ratten vrij spel hebben wegens gaten en kieren op iedere denkbare plaats (sinds drie jaar). De geblondeerde en slecht geklede aan obesitas leidende vrouw des huizes heeft voor de vierduizendste keer tegen haar man gezegd dat het zo niet langer kan en heeft al meermalen met een daverende knal de voordeur achter zich dichtgetrokken en haar toevlucht gezocht bij een broer, een vriendin of een verre nicht. De met haar baby nog thuiswonende dochter van het gezin stuurt dan een wanhopige brief aan RTL. Hilarisch!

En dan wandelt de domme neger John Williams het deels op instorten staande pand binnen. Om aan de vrouw des huizes een aantal totaal overbodige vragen te stellen. "Hoe heb je het volgehouden, al die tijd?" "Je moet wel heel veel geduld hebben hè?" "Maar dat kan zo toch niet langer?" En dan wordt de dochter die de wanhoopsbrief heeft geschreven het beeld in gemanipuleerd. Meestal heeft die dochter een of andere Tokkie-naam in de trant van Sammy-Jo. Veelal is ze bezwangerd door een of andere Donny (een donkerharige uitkeringsgerechtigde in een joggingpak), en heet de pasgeboren en spuuglelijke baby Kenzo. Raar. Wie noemt haar kind nu naar iets wat verdacht veel lijkt op een gereedschapfabriek? Stiekeme sponsoring? Hoe dan ook: hilarisch. Nog een wonder dat niet iemand zegt dat het Praxis elke dag lekt in huis, of iets roept in de trant van "Ik Gamma weer weg naar me zus." Echt, er valt in financiële zin nog veel meer uit dat prachtprogramma te halen. Maar goed, de briefschrijfster barst in een hysterisch gesnik uit, en wordt door John Williams getroost. Lekker dan. Komen de tranen, word je in de armen genomen door een eersteklas sukkel. Maar voor de televisiekijker, thuis op de bank, is het natuurlijk dijenkletsend hilarisch!

Maar goed. De volgende scene in het gestandaardiseerde programmaformat. Achterlijke presentator gaat naar werkplek van falende klusser. Die heeft doorgaans een nogal onbetekenend, dommig beroep. Magazijnbediende. Bouwopruimer. Hulptimmerman. Zoiets. Ten overstaan van zijn collega's wordt het nietsvermoedende slachtoffer in de val gelokt en voor gek gezet. Hij sputtert nog wel wat tegen: "As ik iets maakt, verzieke ze iets anders en ik lijk wel een taxichauffeur op me vrije weekend en ik hep ze dus teveel verwend, besef ik me eigen." Maar er is geen ontkomen aan: het slachtoffer moet mee naar huis (nou ja, naar wat er nog van over is) om streng te worden toegesproken door zijn eega. Die vervolgens wordt meegetroond naar een hotel. Met hulp van een stel gespierde klussers moet pa het huis in orde zien te maken. Dat gaat gepaard met een hoop tegengespartel. Een handdoek die in de ring wordt gegooid. Een vlakschuurmachine die tegen een muur wordt gesmeten. Een heftige ruzie tussen beide echtelieden als pa en ma op een neutrale plek een kopje koffie gaan drinken, waarna de dommige neger een rondje psychologie van de koude grond tentoonspreidt. Amusement van de bovenste plank.

Maar uiteindelijk komt het goed. De bouwval is getransformeerd in een waar paleisje. Moeder de vrouw wordt met een camper aangevoerd, en geblinddoekt het huis binnengeloodst. Veel oh's en ah's ontglippen de lippen van de vrouw, terwijl de heer des huizes schaapachtig onzeker staat te doen. Een voorzichtige kus en een aai over de bol van John Williams.

Een paar weken later gaat John nog een keertje langs op de plek des onheils. Om te zien of nu ook de tuin eindelijk eens een keertje is opgeruimd, en het konijnenhok is geverfd. Meestal is dat niet het geval. Maar de wil is er wel. Er wordt nog wat omhelst en geknuffeld en de dochter pinkt nog een traantje weg. En dan komt het onvermijdelijke. Tijd voor het definitieve afscheid. "Tot ziens", "Het ga je goed", "Daaag", dat zijn allemaal verboden uitdrukkingen. Nee, er wordt enkele tientallen keren "Doei doei" gezegd. De domst denkbare afscheidswoorden. "Doei doei." Een prachtig inkijkje in het leven en denken van het Nederlandse klootjesvolk. En dan begint de aftiteling en rol ik over de vloer van het lachen.

Of ik komende donderdag weer kijk? Nee, ik wil niet weer naar bed met buikpijn. Doei!