Taalvervlakking

Column door Bismarck

Vorige week op een bijeenkomst geweest over de uitgave van de Grondwet in eenvoudig Nederlands: een communicatiebureau heeft in samenwerking met een aantal juristen een poging gedaan om de grondwet artikelsgewijs in eenvoudig Nederlands op te schrijven.

Dat was nodig, aldus de directeur van het communicatiebureau, omdat het merendeel van de Nederlanders overheidscommunicatie te moeilijk vindt. Op de schaal van het CEF (loopt van a1 t/m c2) blijkt dat de overheid voornamelijk communiceert op taalniveau C1. Zo'n 60% van de Nederlanders blijft echter steken op taalniveau B1.

Verder is gebleken dat mensen, ook als ze taalniveau C1/C2 beheersen, het prettig vinden om communicatie op taalniveau B1/B2 te ontvangen. Behalve als het om de eigen beroepsgroep gaat. Dat heeft voornamelijk te maken met status.

De directeur gaf een voorbeeld uit de praktijk. Van een grote gemeente had zijn bureau de opdracht gekregen om een folder over de WOZ-waarde om te buigen in eenvoudig Nederlands. Bij de bespreking van het eindresultaat gaf de opdrachtgever aan zeer tevreden te zijn. Maar de folder kon niet gedrukt te worden. Het kon toch niet zo zijn dat het beroep van een belastingambtenaar zo eenvoudig is?

Natuurlijk zijn er gevallen waarin teksten simpelweg niet eenvoudig kunnen worden opgeschreven, maar over het algemeen kan de overheidscommunicatie een stuk eenvoudiger. Dat eenvoudig taalgebruik meer woorden vraagt dan bondig taalgebruik zou geen belemmering mogen vormen.

Streven naar eenvoudig taalgebruik klinkt als een bewonderenswaardige handeling waar je het eigenlijk niet mee oneens zou kunnen zijn, toch? Het komt op het volgende neer: "Omdat het treurig is gesteld met de taalbeheersing van het merendeel van de bevolking, moet de overheid zich verlagen tot dat niveau."

Ik vind van niet. Iedere inspanning zou er juist op gericht moeten zijn om de Nederlander naar een hoger niveau te helpen. Eenvoudig taalgebruik leidt op den duur tot een vervlakking van de Nederlandse taal. Dat proces is weliswaar niet te voorkomen, maar het moet zeker niet in de hand worden gewekt. Zo wordt het nooit wat met die beoogde kenniseconomie.