Geen nieuwe Van Basten

"Nee, je bent vóór twaalven thuis", hoor ik mijn moeder beneden tegen mijn zus tekeer gaan. Met een klap slaat de voordeur dicht. "Mooi", denk ik. Ik zit al eventjes stiekem op haar kamer, minutenlang hopend op deze scène.
Ik lift het deksel op van haar pick-up. De schakelaar op vijfenveertig. Als een geroutineerde diskjockey pak ik een stapel singeltjes uit de kast en laat ze als een pocketromannetje door mijn handen bladeren. Mijn oog valt op Tiffany. Voorzichtig vis ik het vinyl uit het hoesje en leg het plaatje op de draaischijf. Dit is een uiterst secuur werkje. Het zou niet de eerste kras zijn.
'I think we're alone now' schalt het even later uit de speakers. Ik ben het gloeiend met haar eens. Ik lig op mijn rug op het vloerkleed. Met het hoofd op de handen, de ogen gesloten en mijn fantasie op tien.
Ik laat mijn gedachten glijden langs volle stadions en rijen fans. Ik zie mezelf de winnende goal maken tegen Duitsland. Vanzelfsprekend in de laatste minuut. En ook nog uit een onmogelijke hoek. Eindelijk wereldkampioen. Trots houd ik de trofee boven mijn hoofd terwijl we door de in oranje gehulde Amsterdamse grachten dobberen.
Ik voel me euforisch. Het gevoel dat je krijgt als je voor de eerste keer je vader verslaat met schaken. Onoverwinnelijk. Even vergeten dat je de vijf potjes erna weer ongenadig op je lazer krijgt. Herdersmat.
Twee liedjes later heb ik mijn kicks aan de wilgen gehangen en vervang ik de gitarist van Queen tijdens Live-Aid. Toch sneu dat hij net deze dag ziek is. Maar ik grijp mijn kans en leid de kolkende massa naar een bruisend hoogtepunt. De dag erna wordt hij ontslagen.
Drie singeltjes verder heb ik het wel gezien in Queen. De stadions doen me steeds minder. Ik raak immuun voor de faam en verlang terug naar mijn 'roots'.
Weer in Nederland bezoek ik de middelbare school. Atheneum. Ik moet alleen iets doen aan mijn werkhouding. Schijn me niet goed te kunnen concentreren. 'Te snel afgeleid' staat er op mijn kerstrapport. 'Beetje dromerig' is er met Pasen aan toegevoegd. 'Bevorderd naar 2 Havo' eindigt mijn zegereeks. "Niet gek voor een topvoetballer", houd ik mezelf voor.
Als ik rond mijn zestiende daadwerkelijk gitaar leer spelen, vind ik er al snel niks meer aan. Ik kan niet op de grepen letten en tegelijkertijd het publiek bespelen.
Sterker nog, ik had op vroege leeftijd al goed door dat ik geen nieuwe Van Basten zou worden. Zelfs geen John van Loen. Dus zocht ik verder op andere gebieden.
Ook een nieuwe Rembrandt bleek er niet in te zitten. Zelfs geen Mondriaan. Ik ga bij een kleurplaat al buiten de lijntjes.
Maar dromen kan ik als de beste. Een ongekend talent in fantaseren.
Ik ben dus een echte 'droomman'. En ongekend fantastisch.