Werkte

Werk. Wie heeft dat in vredesnaam ooit bedacht?
Het moet al heel oud zijn. Zo was Jozef timmerman. Niet een hele goeie overigens. Veel verder dan een gammele stal en een kribbetje kwam hij niet. Dan deed scheepsmagnaat Noach het toch stukken beter. Met van alle soorten dieren een mannetjes- en een vrouwtjesexemplaar aan boord. Een soort kruising tussen de Fabeltjeskrant en The Love Boat moet dat geworden zijn.
Ook hoor je verhalen dat het beroep van prostituee een van de oudste beroepen ter wereld moet zijn. Als je dus maar ver genoeg terugrekent, zijn we hoogstwaarschijnlijk allemaal hoerenjong.

Misschien ligt het aan mij, hoor. Dat ík eigenlijk gewoon in een verkeerde tijd geboren ben. Een slordige tweeduizend jaar te laat, zeg maar.
Ik had me best vermaakt, in zo'n eerste eeuw. Niet al te druk. Beetje wijn drinken met Jezus. Niet wetende dat eeuwen later heel wat mensen daar ruzie om zouden gaan maken. Ik was dikke vrienden geworden met Jezus. Zeker weten. Altijd wat te eten. Je komt nog eens ergens én je hoeft niet te zwemmen. Ik heb het niet zo op water.
Het leven als Middeleeuwse ridder had me ook wel wat geleken. Eerst een cursusje paardrijden, maar dan ook echt los. Je iedere ochtend in zo'n harnas hijsen lijkt mij stukken leuker dan koffiedrinken met je collega's. Met een beetje pech ben je tegen zonsondergang onthoofd. In de meeste gevallen val je tegen de avond in de zachte armen van een jonkvrouw, die teder je bezwete voorhoofd dept met een doekje. Pure adoratie. Wederzijds.
Wellicht was ik ook beter tot mijn recht gekomen in de oorlogstijd. Zes heerlijke jaren. Het liefst als Canadees. En dan bevrijden hé. In alle betekenissen van het woord. Voor volk en vaderland.
Ik geniet met volle teugen van films en boeken over die crisisjaren. Ik ga volledig voorbij aan het drama, de Holocaust en de honger. Een oerromantisch beeld kleeft vast aan mijn netvlies. Ik zie Hitler spastisch vluchten, terwijl ik als een hongerige Pacman achter hem aan zit. Helaas laat de lafbek zich niet pakken. Hij pleegt zelfmoord. Slecht gevoel voor chronologie, die man. Als hij daar nou gewoon mee begonnen was.
Nog recenter zijn de zestiger jaren. Iemand die in die tijd gitaar ging spelen, werd wereldberoemd. Iemand die tegenwoordig gitaar gaat spelen, krijgt een burenruzie. En een proces verbaal. En een kogelbrief.
De sixties. De seventies mag ook. Ik zie mezelf met John Lennon-achtige kleding op het dak van de Vroom & Dreesmann staan. Duizenden gillende meiden staan op de markt terwijl ik de eerste akkoorden aansla. Zoals in elke B-film begint de microfoon schel te piepen. De eerste tonen verlaten mijn mond. De eerste meisjes worden afgevoerd. Ik zing over liefde en over romantiek. Een enkeling probeert middels een gewaagde klimtocht het podium te bereiken. Helaas, ik sta op eenzame hoogte.
Na afloop van het concert word ik door mijn lijfwachten in een limousine geduwd, terwijl flitsende fototoestellen de hemel verlichten.
Anno 2005 fiets ik iedere ochtend met mijn broodtrommel onder de snelbinders naar mijn werk. Nippend van het eerste kopje koffie, leunend in de deurpost, stel ik mijn klas steevast dezelfde vraag: "Jongens, wat is de verleden tijd van ik werk?"