D.I.S.

De telefoon gaat. Het is mijn dochter. Ze wil komen eten met haar nieuwe vriendje. Of we voor deze ene keer normaal kunnen doen. Met deze is het serieus.
Een dag later. Ik hoor de voordeur dichtslaan. Mijn vrouw holt de trap af. Een jongensstem vult de gang: "Mooi huis!"
Langzaam kom ik uit mijn stoel. De jongen is wel een hele kop kleiner. Eén - nul voor mij.
"Pap, dit is nou Bart!"
Bart is negentien jaar en studeert bedrijfskunde. Bart wil later een eigen zaak beginnen. Maar eerst wil hij nog reizen. Leuke dingen doen vooral.
Bart hockeyt. En hij zit in het bestuur van een vereniging. Ik verslik me in mijn koffie.
Ik zie hoe Bart het kopje thee van mijn dochter van het bijzettafeltje neemt. Nu hoeft zij nauwelijks in beweging te komen. Mijn vrouw kijkt me met een schuin oog aan. "Dat deed jij vroeger nooit", voel ik haar denken.
Eén - één.
Intussen zijn de fotoalbums op tafel verschenen. Het commentaar van mijn vrouw is vertederend. Het lijkt wel of ze haar kersverse schoonzoon rechtstreeks naar het altaar probeert te praten.
Jongens worden in het algemeen twee keer verleid. Eerst door het meisje zelf. Vervolgens door haar moeder.
Ik ben slechts figurant in dit schouwspel. Ik kijk toe hoe de twee vrouwen van mijn leven worden ingepakt door de charmes van een puber. En ik doe niks. Helemaal niks.
"Vraag hem of hij een biertje wil", fluistert mijn vrouw me toe terwijl we naast elkaar in de keuken staan. Ik doe net of ik haar niet gehoord heb en draai me om.
"Ook dat nog", denk ik. "Moet ik die jongen ook nog mijn bier gaan geven. Míjn bier."
Toch loop ik niet veel later met twee ijskoude herfstbokjes de kamer in.
"Zo pap", spot mijn dochter, "je speciale bier nog wel." Ik reageer nauwelijks en neem een slok.
"Proost meneer", zegt Bart.
"Leuke jongen", concludeert mijn vrouw terwijl ze haar tanden poetst. Ik zit op bed en mompel wat terug in haar richting. "Vind je niet", informeert ze. Ditmaal neemt ze geen genoegen met minder dan een 'volmondig ja'. Ik neem haar glimlachend waar. "Natuurlijk schat."
Ik voel de kleur door mijn wangen trekken. Deze boer met kiespijn kan nog liegen ook.
Ze stapt in bed en kruipt tegen me aan. Haar koude voeten tegen mijn warme benen. Ik ril ervan.
De dagen gaan voorbij. De herfst wordt steeds beter zichtbaar. Bomen laten zich gewillig door de wind kaalblazen. De eerste ganzen badderen in de parkvijver. Ik hark het gazon. Ik stook de haard. Ik zoek het oud papier uit en breng lege flessen weg.
De telefoon gaat. Het is mijn dochter. "Het is uit", snikt ze. Even is het stil. Geheel misplaatst voel ik me euforisch worden. Heel eventjes maar.
Twee - één voor mij.